27 830 Materieelprojecten

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2014

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie (VCD) over de evaluatie van het Defensie Materieel Proces (DMP) (Kamerstuk 27 830, nr. 129). Deze vragen zijn ingezonden op 14 maart jl. De VCD heeft tevens verzocht in te gaan op de laatste stand van zaken.

De inbreng van uw leden tijdens de technische briefing op 5 februari, de daarop volgende planningsgesprekken en bovengenoemde schriftelijke vragen, hebben tot de conclusie geleid dat een andere aanpak bij de evaluatie en herziening van het DMP wenselijk is.

Met het oog op de gemaakte opmerkingen wil ik dit graag vormgeven in twee activiteiten die parallel zullen worden uitgevoerd:

  • 1. Een evaluatie van het DMP volgens de richtlijnen zoals opgenomen de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). Deze behoefte heeft de VCD in de technische briefing expliciet naar voren gebracht. In deze evaluatie wordt systematisch bekeken in hoeverre het DMP aan de gestelde beleidsdoelstellingen voldoet (doeltreffendheid en doelmatigheid). Hierbij zal Defensie samenwerken met een onafhankelijke deskundige.

  • 2. Aanpassingen van het DMP-proces die voor de interne bedrijfsvoering optimaal zijn (lean and mean) en waaraan vervolgens een passende informatievoorziening wordt gekoppeld aan zowel de politieke en ambtelijke leiding van het ministerie als de Kamer. Ook deze benadering sluit aan bij de opvatting die de VCD tijdens de technische briefing heeft geuit, namelijk dat de problemen in het DMP voor 95 procent de interne bedrijfsvoering van Defensie betreffen. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de informatiepositie van de Kamer niet wordt aangetast.

De voorgestelde aanpak acht ik van belang. Ik hoop daarmee ook tegemoet te komen aan alle zorgpunten van de Kamer. Wel leidt dit tot enige vertraging. Zowel de evaluatie als het herontwerp zal naar verwachting begin 2015 aan de Kamer worden aangeboden.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven