27 830 Materieelprojecten

Nr. 108 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2013

Inleiding

Deze brief bevat de behoeftestelling voor de defensiebrede vervanging van ondersteunende kleinkaliberwapens (KKW). KKW zijn persoonlijke en ondersteunende wapens waarvan het kaliber niet groter is dan 20 mm. Het project betreft de vervanging van de middelzware mitrailleur MAG 7,62 mm en de zware mitrailleur Browning.50 inch. Ook de vervanging van de optische richtmiddelen van de wapens maakt deel uit van het project.

Achtergrond

Ondersteunende KKW worden door Defensie gebruikt voor operationele taken, ter zelfverdediging en voor nabijbeveiliging. Deze wapens worden niet alleen gebruikt door te voet opererende militairen, maar ook vanaf voer- en vaartuigen en helikopters. Middelzware ondersteunende KKW (MOW) zijn wapens die nog door een persoon in het veld te verplaatsen zijn. Ze zijn bij alle operationele commando’s en het Commando DienstenCentra in gebruik. Zware ondersteunende KKW (ZOW) zijn dermate zwaar dat ze alleen kunnen worden ingebouwd in een voertuig of vaartuig. Deze zijn in gebruik bij het Commando Zeestrijdkrachten en het Commando Landstrijdkrachten.

Het huidige bestand aan middelzware en zware ondersteunende KKW dateert uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw en heeft steeds meer onderhoud nodig, wat gepaard gaat met sterk stijgende instandhoudingskosten. De wapens hebben het einde van de technische en economische levensduur bereikt en dienen te worden vervangen.

Kwalitatieve en kwantitatieve behoefte

De nu in gebruik zijnde ondersteunende KKW-typen voldoen nog steeds aan de huidige operationele eisen en aan de eisen die op korte en middellange termijn te verwachten zijn. De operationele eisen voor de nieuw aan te schaffen wapens zijn dan ook gelijk aan de eisen die gelden voor de huidige, te vervangen wapens. Dat betekent voor de MOW een effectieve dracht tot 600 m en voor de ZOW een effectieve dracht tot 1200 m. Tevens dient het aantal varianten teruggebracht te worden. Voor een deel van de nieuwe wapens gelden eisen ten aanzien van gebruiksmogelijkheden op andere wapensystemen, voertuigen of vaartuigen die nu ook beschikken over KKW.

De behoefte omvat de vervanging van de middelzware en zware ondersteunende KKW-capaciteit van de operationele en ondersteunende eenheden. De kwantitatieve behoefte is in de onderstaande tabel weergegeven. Bij deze vervanging wordt de omvang van het bestand ondersteunende KKW gereduceerd en aangepast aan de omvang van de krijgsmacht.

Middelzware ondersteunende wapens (MOW)

2.100

– Snelrichtmiddel MOW

955

– Nachtkijker MOW

280

Zware ondersteunende wapens (ZOW)

840

– Snelrichtmiddel ZOW

248

– Nachtkijker ZOW

575

Financiële aspecten

Met de defensiebrede vervanging van de middelzware en zware ondersteunende KKW is een investering gemoeid in de bandbreedte van € 50 tot € 100 miljoen. Dit bedrag komt ten laste van het investeringsbudget in de defensiebegroting. Voor meer gedetailleerde financiële informatie verwijs ik naar de bijgaande commercieel vertrouwelijke brief met kenmerk BS20130007771. De financiële gegevens dienen vertrouwelijk te blijven met het oog op de onderhandelingspositie van Defensie.

Overige aspecten

Het project wordt uitgevoerd door een projectteam onder leiding van de Defensie Materieel Organisatie (DMO). De verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) wordt naar verwachting voltooid in 2014. Naar verwachting zullen alle wapens in 2017 zijn geleverd.

Defensie koopt in beginsel van de plank. De mogelijke betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven zal in de volgende projectfasen worden onderzocht. In de vervolgende projectfasen zal worden bezien in hoeverre internationale samenwerking mogelijk is.

De behoefte omvat de vervanging van bestaande middelzware en zware ondersteunende KKW-capaciteit. Ingrijpende gevolgen voor de bedrijfsvoering, zoals ten aanzien van personeel, milieu en infrastructuur, zijn niet te verwachten.

Projectrisico’s

Naar verwachting kan de huidige middelzware en zware ondersteunende KKW-capaciteit vervangen worden door producten «van de plank». Hierdoor worden de projectrisico’s ten aanzien van product, tijd en geld laag geschat.

Voortzetting van het project

Gezien het projectvolume van minder dan € 100 miljoen ben ik voornemens de DMO te mandateren het project uit te voeren.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven