27 826
Wijziging van de artikelen 7:629 en 7:670 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 214 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en van een aantal artikelen in enkele sociale zekerheidswetten

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 februari 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift wordt vervangen door: Wijziging van de artikelen 7:629 en 7:670 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 214 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en van een aantal artikelen in enkele sociale zekerheidswetten.

2. In de considerans wordt de zinsnede «wenselijk is in artikel 670 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te verduidelijken dat een periode van ziekte ingevolge zwangerschap voorafgaande aan het zwangerschapsverlof alsmede een periode van ziekte tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof niet mogen worden meegeteld bij de berekening van de termijn van twee jaren gedurende welke het opzegverbod wegens ziekte geldt» vervangen door: wenselijk is terzake van de berekening van de termijn van twee jaar genoemd in artikel 7:670 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek nadere regels te stellen en tevens de samentelregeling aan te passen in een aantal artikelen in het Burgerlijk Wetboek, de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en in enkele sociale zekerheidswetten.

3. Artikel I komt te luiden:

ARTIKEL I

Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 629 lid 10 komt te luiden:

10. Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 9 worden perioden, waarin de werknemer in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten als bedoeld in artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

B

Artikel 670 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan lid 1 worden twee zinnen toegevoegd, luidende:

Voor de berekening van de termijn, bedoeld in onderdeel a, worden perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid tengevolge van zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschapsverlof en perioden van ongeschiktheid tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof, bedoeld in artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, niet in aanmer- king genomen. Voorts worden perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, anders dan bedoeld in de vorige zin, samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In lid 11 wordt na «de leden 1» ingevoegd: eerste zin.

4. Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De tweede zin vervalt.

B

Artikel 37, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3;10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel het tijdvak van 104 weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van 104 weken.

C

De artikelen 38, derde lid, 39a, tweede lid, en 43a, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel de eerstgenoemde als de laatstgenoemde periode van vier weken» vervangen door: de eerstgenoemde periode van vier weken.

D

Artikel 75d, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de derde zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de vierde zin wordt «zowel het tijdvak van acht maanden als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van acht maanden.

E

Artikel 91b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «blijven de artikelen 19, 34, 75a, en 76f van toepassing»vervangen door: blijven de artikelen 19, met uitzondering van het tweede lid, laatste zin, 34, 75a, en 76f van toepassing.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «zijn de artikelen 37, 40 en 41 van toepassing» vervangen door: zijn de artikelen 37, met uitzondering van het derde lid, laatste zin, 40 en 41 van toepassing.

3. In het derde lid wordt aan het slot van de eerste zin een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

4. In het derde lid vervalt de tweede zin.

5. Na artikel II worden, onder vernummering van artikel III tot artikel X, 7 artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL III

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18 eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De tweede zin vervalt.

B

Artikel 13, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel het tijdvak van 52 weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van 52 weken.

C

De artikelen 14, derde lid, 16, tweede lid, 20, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel de eerstgenoemde als de laatstgenoemde periode van vier weken» vervangen door: de eerstgenoemde periode van vier weken.

D

Artikel 33, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel het tijdvak van dertien weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van dertien weken.

ARTIKEL IV

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, 3;10, eerste lid, 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De tweede zin vervalt.

B

Artikel 12, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, 3:10, eerste lid, 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel het tijdvak van 52 weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van 52 weken.

C

De artikelen 13, derde lid, 15, tweede lid, 19, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, 3:10, eerste lid, 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel de eerstgenoemde als de laatstgenoemde periode van vier weken» vervangen door: de eerstgenoemde periode van vier weken.

D

Artikel 27, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, 3:10, eerste lid, 3:18, eerste lid, of 3:19 van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de tweede zin wordt «zowel het tijdvak van dertien weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van dertien weken.

ARTIKEL V

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 29, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de tweede zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De derde zin vervalt.

B

Artikel 38, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de derde zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. In de vierde zin wordt «zowel het tijdvak van dertien weken als de periode van vier weken» vervangen door: het tijdvak van dertien weken.

C

Artikel 63d wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De tweede zin vervalt.

D

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «blijven de artikelen 29, 29a, 32, 38 en 45 van toepassing» vervangen door: blijven de artikelen 29, met uitzondering van het vijfde lid, tweede en derde zin, 29a, 38, met uitzondering van het eerste lid, derde en vierde zin, en 45 van toepassing.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de bepaling van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, zwangerschap of bevalling, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

ARTIKEL VI

Artikel XV, zesde lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van de eerste zin wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

2. De tweede zin vervalt.

ARTIKEL VII

Artikel 87c, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten komt te luiden:

2. Voor de bepaling van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, zwangerschap of bevalling, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

ARTIKEL VIII

Artikel XIV van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «blijven de artikelen XV van de Wet terugdringing ziekteverzuim» vervangen door: blijven de artikelen XV, met uitzondering van het zesde lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de bepaling van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, zwangerschap of bevalling, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

ARTIKEL IX

Artikel 214 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «blijven de artikelen 629 leden 1 tot en met 11, 629a en 670 van Boek 7 van toepassing» vervangen door: blijven de artikelen 629, leden 1 tot en met 9 en lid 11, 629a en 670, met uitzondering van lid 1, van Boek 7 van toepassing.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de bepaling van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

6. Het tot artikel X vernummerde artikel III komt te luiden:

ARTIKEL X

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

De wijzigingen onder 1 tot en met 5 zijn besproken in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel. Voor een toelichting kan dan ook grotendeels worden volstaan met hiernaar te verwijzen.

In aanvulling hierop is echter nog het volgende van belang. Met de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 is onder meer de periode gedurende welke de werkgever gehouden is het loon bij ziekte door te betalen verlengd van 1 naar 2 jaar. In verband daarmee zijn ook de verschillende wachttermijnen die gelden voor de diverse SV regelingen verlengd. Deze wijzigingen gelden alleen voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek zijn geworden. Daarom is in de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 een aantal overgangsbepalingen opgenomen, op grond waarvan de wettelijke bepalingen, zoals die luidden voor 1 januari 2004, voor de personen die voor die datum arbeidsongeschikt zijn geworden op hen van toepassing blijven. Dit betreft ook bepalingen die met het onderhavige wetsvoorstel worden gewijzigd. Als voorbeeld wordt genoemd, de in de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 opgenomen wijziging van de Wet Overgangsrecht Nieuw Burgerlijk Wetboek op grond waarvan artikel 7:629 BW zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 van toepassing blijft op «oude gevallen». Zonder nadere regeling zou voor de «oude gevallen» dan ook het thans geldende lid 1 van artikel 7:629 BW blijven gelden. Dit is ongewenst. In deze nota van wijziging wordt geregeld, dat de oude bepalingen van toepassing blijven op oude gevallen, met uitzondering van de bepalingen die in verband met het arrest Brown worden gewijzigd. De hierop betrekking hebbende wijzigingen zijn opgenomen in onderdeel 4 (artikel II, onderdeel E) en onderdeel 5 (artikel V, onderdeel D, en de artikelen VII, VIII en IX) van deze nota van wijziging.

Voorts is van belang om op te merken, dat in onderdeel 5, Artikel III, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt gewijzigd, ondanks het voornemen om met ingang van 1 juli 2004 voor personen die op of na die datum arbeidsongeschikt worden de toegang tot deze wet af te sluiten. Dat de wet desondanks nog wordt aangepast, houdt verband met het voornemen om die wet nog wel van toepassing te laten zijn op personen die voor de genoemde datum aanspraak op een uitkering hebben verkregen op grond van die wet.

Tot slot zij opgemerkt, dat door de inwerkingtreding op 1 juli 2002 van de wet van 18 april 2002 tot uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (Stb. 215) het oorspronkelijke artikel II van het wetsvoorstel is komen te vervallen.

In verband met de in deze nota van wijziging voorziene uitbreiding met een aantal wijzigingen in sociale zekerheidswetten, waarvoor het UWV systeemwijzigingen zal moeten doorvoeren, wordt voorgesteld het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen bij koninklijk besluit vast te stellen. Daarbij kunnen zo nodig voor de verschillende artikelen verschillende tijdstippen worden gehanteerd.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven