27 826
Wijziging van artikel 670 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van artikel 670 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

21 juni 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het in het licht van het arrest Brown (C-394/96) van 30 juni 1998 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap wenselijk is in artikel 670 Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te verduidelijken dat een periode van ziekte ingevolge zwangerschap voorafgaande aan het zwangerschapsverlof alsmede een periode van ziekte tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof niet mogen worden meegeteld bij de berekening van de termijn van twee jaren gedurende welke het opzegverbod wegens ziekte geldt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 670 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan lid 1 worden drie zinnen toegevoegd, luidende: Voor de berekening van de termijn, bedoeld in onderdeel a, worden de perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid ten gevolge van de zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschapsverlof alsmede de perioden van ongeschiktheid waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten, niet in aanmerking genomen. Voor de berekening van de termijn, bedoeld in onderdeel a, worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Bij de vaststelling van de periode van vier weken blijven perioden van ongeschiktheid ten gevolge van de zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschapsverlof en het zwangerschaps- of bevallingsverlof buiten beschouwing.

2. In lid 8 wordt na «leden 1» ingevoegd: eerste zin.

ARTIKEL II

Indien artikel I, onderdeel E, van het bij koninklijke boodschap van 26 oktober 2000 ingediende voorstel van wet houdende uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/18/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen tot wet is verheven en in werking is getreden voor het tijdstip waarop deze wet in werking is getreden, wordt in artikel I, onderdeel 2, van deze wet de zinsnede «lid 8» vervangen door: lid 9.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven