27 813 EU Structuurfondsen

21 501-08 Milieuraad

Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2023

Afgelopen periode zijn verschillende Europese fondsen onder het cohesiebeleid van start gegaan met hun programma’s uit de 2021–2027 periode, namelijk het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Interreg-A en het Just Transition Fund (JTF), waarvan de laatste een gedeelde verantwoordelijkheid is van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij. Met deze fondsen komt tot eind 2027 in totaal € 1,4 mld. aan Europese middelen beschikbaar voor Nederlandse regio’s om te investeren in o.a. innovatie, onderzoek en een inclusieve, rechtvaardige klimaattransitie. Naast de Europese middelen stelt het kabinet, om een nog grotere impact te hebben op de regionale ontwikkeling te hebben, voor deze fondsen meer dan € 200 mln. aan cofinanciering beschikbaar via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In deze brief geef ik een toelichting op de genoemde fondsen (JTF, EFRO, Interreg-A) die samen met de regio’s zijn opgezet en samen met hen uitgevoerd zullen worden.

Het Europees cohesiebeleid, met daaronder de verschillende fondsen, is een belangrijk onderdeel van het Europees regionaal beleid met als doel om economische en sociale verschillen tussen regio’s weg te werken. Ook Nederland ontvangt van de Europese Unie middelen uit deze fondsen. Deze middelen worden regionaal geïnvesteerd in o.a. het midden- en kleinbedrijf (mkb), stimulering van onderzoek en innovatie en de overgang naar een koolstofarme economie. De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende fondsen, de totale omvang t/m 2027 en de cofinancieringsbijdragen.

Fonds

EU bijdrage aan NL

EZK cofinanciering

Just Transition Fund (JTF)

€ 623 mln.

€ 60 mln.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

€ 506 mln.

€ 99,4 mln.

Interreg-A

€ 274,5 mln.

€ 49 mln.

Just Transition Fund

Het JTF is een gedeelde verantwoordelijkheid van mij en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarom breng ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op de hoogte van dit fonds.

Het JTF is opgezet onder de Europese Green Deal. Het is een nieuw fonds, waaruit Nederland € 623 mln. ontvangt. De doelstelling van het JTF is steun te verlenen aan de bevolking, de economie en het milieu van gebieden die met sociaaleconomische uitdagingen worden geconfronteerd als gevolg van het transitieproces richting een klimaatneutrale economie van de Europese Unie tegen 2050.

In Nederland zijn de volgende zes regio’s aangewezen voor steun uit het fonds: Groningen/Emmen, IJmond, Rijnmond, West-Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg. Gezien de grote impact van de klimaattransitie en de afschaling van de aardgaswinning in de regio Groningen/Emmen gaat meer dan de helft van de JTF middelen (€ 330 mln.) naar deze regio. De andere vijf regio’s ontvangen elk € 58,5 mln.

Conform de motie van de leden Agnes Mulder en Dik-Faber1 is de JTF-programmering samen met de regio’s opgesteld. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de regionale transitieplannen waarin de regio’s aangeven op welke onderwerpen zij hun inzet willen plegen, gericht op regionale investeringen in innovaties voor een duurzame economie en de arbeidsmarkt. Zo zijn de regio’s bijvoorbeeld voornemens investeringen te doen op het gebied van groene waterstof. Deze plannen zijn opgesteld in samenwerking met het regionale bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke partners. Het volledige programma voor Nederland is 30 november 2022 officieel goedgekeurd door de Europese Commissie (EC).

Het JTF-programma zet in op een drietal sporen: (1) Het vernieuwen en diversifiëren van de regionale economie, (2) het vergroenen van de infrastructuur en (3) het versterken van de arbeidsmarkt. Het eerste spoor, gericht op het vernieuwen en diversifiëren van de economie, doet dit door middel van het stimuleren van innovatie en kennisontwikkeling binnen de regionale economie. Het tweede spoor richt zich op het vergroenen van de infrastructuur. Het gaat hierbij om het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in bestaande productieketens en de transitie naar duurzame brandstoffen. Het derde spoor is het versterken van de arbeidsmarkt o.a. door middel van het opleiden, dan wel om- en bijscholen en het begeleiden van mensen naar «groene» banen. De inhoudelijke invulling en de omvang per spoor verschillen per regio en zijn afhankelijk van de regionale situatie.

Het JTF-programma heeft een integrale sociaaleconomische aanpak. In de planvorming van het JTF is zowel rekening gehouden met de economische als sociale gevolgen van de transitie en is er gekeken waar beiden elkaar kunnen versterken. Binnen het JTF wordt daarom gelijktijdig geïnvesteerd in het creëren van nieuwe duurzame «groene» banen en het opleiden van mensen voor deze banen.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EFRO is bedoeld voor Europese regio’s om o.a. hun concurrentiepositie en werkgelegenheid te verbeteren. EFRO bestaat in Nederland uit vier landsdelige programma’s: Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe), Oost-Nederland (Overijssel en Gelderland), Zuid-Nederland (Limburg, Noord-Brabant en Zeeland) en West-Nederland (Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland). Ieder landsdeel heeft zijn eigen programma en alle vier de programma’s zijn in juni/juli 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. Ondanks de vier aparte landsdelige programma’s, ligt de focus in Nederland overal op de doelstellingen «een slimmer en groener Europa» en «een Europa dichter bij de burger». De voornaamste doelgroep van het fonds is het mkb.

Resultaten EFRO 2014–2020:

  • In totaal hebben in deze periode 3.474 Nederlandse partijen deelgenomen aan EFRO, waarvan 63 procent tot het mkb behoorde.

  • Naast het mkb, bestaan de deelnemers uit grote ondernemingen, kennisinstellingen, overheden en onderwijsinstellingen. De totale omvang van de projecten waarin partijen investeerden bedroegen € 1.8 mld.

  • In 2021 is er nieuw geld beschikbaar gekomen voor herstelprojecten als gevolg van de COVID-19 crisis door middel van REACT-EU. Hieraan hebben 579 Nederlandse partijen deelgenomen, waarvan 63 procent van de deelnames behoorde tot het mkb. De totale omvang van de projecten bedroegen € 379 mln.2

Interreg A

Met Interreg A wordt de samenwerking tussen direct aangrenzende regionale gebieden gestimuleerd. Nederland participeert in de huidige programmaperiode (2021–2027) in drie Interreg A-programma’s: Duitsland-Nederland, Vlaanderen-Nederland en Maas-Rijn (NL, BE, DE). Alle drie de programma’s zijn in 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie en van start gegaan.

De programma’s zijn vooral gericht op grensoverschrijdende (groene) innovatiekracht, het mkb en grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en natuur.

Resultaten Interreg-A 2014–2020:

  • In totaal waren er in de periode 2014–2020 4.004 Nederlandse deelnemers aan de grensoverschrijdende Interreg A programma’s. Een derde van de deelnemers behoorde tot het mkb.

  • In de periode 2014–2020 bestond ook het programma Interreg 2 Zeeën (Engeland, België, Frankrijk en Nederland). Deze wordt niet voortgezet in de nieuwe programmaperiode vanwege de Brexit. De laatste projecten worden naar verwachting in 2023 afgerond.3

Ik ben ervan overtuigd dat met deze fondsen het kabinet en de regio’s de komende jaren in goede samenwerking verdere stappen gaan zetten op het gebied van innovatie, verduurzaming en de arbeidsmarkt.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kamerstuk 35 377, nr. 11 d.d. 26 juni 2020 EU-voorstel: Mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal COM (2019) 640 (Kamerstuk 35 377, nr. 1).

Naar boven