27 809
Aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 maart 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel G vervalt de tweede zin van lid 3 van artikel 21.

2. Onderdeel H komt te luiden:

H

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

1. Beantwoordt het afgeleverde niet aan de overeenkomst, dan heeft bij een consumentenkoop de koper voorts de bevoegdheid om:

a. de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt;

b. de prijs te verminderen in evenredigheid met de mate van afwijking van het overeengekomene.

2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheden ontstaan pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, danwel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 21 lid 3.

3. Voorzover daarvan in deze afdeling niet is afgeweken zijn op de in lid 1 onder b bedoelde bevoegdheid de bepalingen van afdeling 5 van titel 5 van Boek 6 omtrent ontbinding van een overeenkomst van overeenkomstige toepassing.

4. De rechten en bevoegdheden genoemd in lid 1 en de artikelen 20 en 21 komen de koper toe onverminderd alle andere rechten en vorderingen.

3. Onderdeel I komt te luiden:

I

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van lid 1 wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij een consumentenkoop moet de kennisgeving binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden, waarbij een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking tijdig is.

2. In de tweede zin van lid 2 vervallen de woorden « door gedeeltelijke ontbinding van de koop».

Toelichting

Deze wijzigingen, die aangekondigd zijn in de nota naar aanleiding van het nader verslag, komen tegemoet aan de kritiek dat in het wetsvoorstel de mogelijkheid om de prijs op passende wijze te verminderen niet als zelfstandig recht in het wetsvoorstel is opgenomen, zoals dat in het oud Burgerlijk Wetboek nog het geval was (vgl. art. 1543 oud BW). Ter toelichting nog het volgende.

Het in de tweede zin van artikel 21 lid 3 bepaalde is thans in artikel 22 lid 2 tot uitdrukking gebracht.

De maatstaf in artikel 22 lid 1 onder b dat de prijs verminderd kan worden in evenredigheid met de mate van afwijking van het overeengekomene, sluit aan bij artikel 270 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, waarmee invulling is geven aan het in de richtlijn gebezigde begrip «passend».

In de nota naar aanleiding van het nader verslag is aangegeven waarom in arikel 22 lid 2 het verzuim-vereiste niet meer terugkeert.

In artikel 22 lid 3 worden, voorzover daarvan niet is afgeweken, op de bevoegdheid om de prijs te verminderen de bepalingen van afdeling 6.5.5 BW omtrent een ontbinding van een overeenkomst van overeenkomstige toepassing verklaard. Aldus is bijvoorbeeld duidelijk op welke wijze de prijs kan worden verminderd (vgl. art. 267) en is – evenals bij een gedeeltelijke ontbinding – tot uitdrukking gebracht dat de koper daarnaast mogelijk ook schadevergoeding kan vorderen (vgl. art. 277).

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven