27 801
Vierde Nationaal Milieubeleidsplan

nr. 31
MOTIE VAN HET LID VAN HETEREN C.S.

Voorgesteld 6 april 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het realiseren van het plaatsgebonden risico van 10–6 per jaar voor kwetsbare objecten in 2010 voor het kabinet een resultaatverplichting is;

overwegende, dat het kabinet zich voor het realiseren van deze norm in hoge mate afhankelijk heeft gemaakt van de vrijwillige medewerking van het bedrijfsleven;

concluderende, dat een resultaatverplichting inhoudt dat er voldoende zekerheid moet zijn over het realiseren van het doel;

verzoekt de regering om tijdig over de reële inzet van het bedrijfsleven te rapporteren en om uiterlijk voor de zomer van 2006 een reservepakket met maatregelen aan de Kamer te presenteren voor het geval de medewerking van het bedrijfsleven onvoldoende is om aan die resultaatverplichting te voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Heteren

Van Velzen

Duyendak

Naar boven