27 797 (R 1686)
Regeling van cassatie in Antilliaanse en Arubaanse uitleveringszaken

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 september 2002

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 6a

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 juli 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van de raadsheer-commissaris en enige andere onderwerpen (raadsheer-commissaris) (28 477) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt of is getreden, vervalt artikel 4, derde lid, tweede en derde volzin, van deze wet.

Toelichting

Het inmiddels bij de Tweede Kamer aanhangige voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van de raadsheer-commissaris en enige andere onderwerpen (raadsheer-commissaris) (28 477) schrapt enkele, in artikel 322, derde en vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering neergelegde, beperkingen aan het gebruik voor het bewijs van getuige- of deskundigeverklaringen die in een eerdere fase van het geding (bijvoorbeeld in het geding voor cassatie) zijn afgelegd. Omdat artikel 322, derde en vierde lid, Sv model stond voor de tweede en derde volzin in artikel 4, derde lid, van het onderhavige voorstel, kunnen deze bepalingen ook uit het onderhavige voorstel worden geschrapt (als het als wet in werking treedt of is getreden), wanneer wetsvoorstel 28 477 tot wet is of wordt verheven en in werking treedt of is getreden.

Deze nota van wijziging wordt ingediend mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven