27 783
Wet op het onderwijstoezicht

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID CORNIELJE

Ontvangen 1 november 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 10, tweede lid, wordt de zinsnede «bedoeld in de bijlage van deze wet» vervangen door: te weten

a. voor wat betreft de opbrengsten van het onderwijs:

1°. leerresultaten,

2°. voortgang in de ontwikkeling van leerlingen,

b. voor wat betreft de inrichting van het onderwijsleerproces:

1°. het leerstofaanbod,

2°. de leertijd,

3°. het pedagogisch klimaat,

4°. het schoolklimaat,

5°. het didactisch handelen van de leraren,

6°. de leerlingenzorg,

7°. de inhoud, het niveau en de uitvoering van de toetsen, tests, opdrachten of examens.

II

De bijlage bij het wetsvoorstel vervalt.

Toelichting

Anders dan de deugdelijkheidseisen en bekostigingsvoorwaarden, die opgenomen zijn in de sectorwetten en die gericht zijn op de onderwijsinstellingen, richt de toezichtswet zich tot de onderwijsinspectie.

De onderdelen waarop het toezichtskader zich richt dienen dan ook niet in de sectorwetten, maar in de toezichtswet vermeld te worden.

De onderwijsinspectie oefent haar toezichtstaken uit met inachtneming van de vrijheid van (inrichting van het) onderwijs (artikel 23 Grondwet).

De wetgever dient zich derhalve uit te spreken over de onderdelen welke opgenomen mogen worden in het toezichtskader (aspecten van kwaliteit).

Deze aspecten van kwaliteit behoren niet in een bijlage bij een wetsvoorstel, maar in de wet zelf, te staan. Dit amendement strekt daartoe.

De uitwerking van het toezichtskader komt tot stand na overleg tussen het onderwijsveld en de onderwijsinspectie en dient binnen de kaders te blijven die hiervoor in de grondwet en deze wet zijn vastgelegd.

Cornielje

Naar boven