nr. 54
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 11 september 2001
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I, onderdeel TTT, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan artikel 155a wordt een nieuw achtste lid toegevoegd, dat luidt:
8. Alvorens de raad besluit tot een onderzoek, stelt hij bij verordening
nadere regels met betrekking tot deze onderzoeken. In elk geval worden daarin
regels opgenomen over de wijze waarop ambtelijke bijstand wordt verleend aan
de commissie.
2. Artikel 155c wordt als volgt gewijzigd:
a. De laatste volzin van het vijfde lid vervalt.
b. Aan het zesde lid wordt de volgende volzin toegevoegd: Om gewichtige
redenen kan de commissie besluiten, dat een getuige zonder bijstand wordt
gehoord.
c. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste
lid, wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, dat luidt:
6. De onderzoekscommissie kan om gewichtige redenen besluiten een verhoor
of een gedeelte daarvan niet in het openbaar af te nemen. De leden en plaatsvervangende
leden van de commissie bewaren geheimhouding over hetgeen hun tijdens een
besloten zitting ter kennis komt.
3. Artikel 155d komt te luiden:
Artikel 155d
1. Niemand kan genoodzaakt worden aan de onderzoekscommissie geheimen
te openbaren, voor zover daardoor onevenredige schade zou worden toegebracht
aan het belang van de uitoefening van zijn beroep, dan wel aan het belang
van zijn onderneming of de onderneming waarbij hij werkzaam is of is geweest.
2. Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding
verplicht zijn, kunnen zich verschonen getuigenis af te leggen, doch
uitsluitend met betrekking tot hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig
is toevertrouwd. Zij kunnen inzage, afschrift of kennisneming anderszins weigeren
van bescheiden of gedeelten daarvan tot welke hun plicht tot geheimhouding
zich uitstrekt.
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt geen inhoudelijke wijziging beoogd.
In plaats van enkele artikelen uit de Wet op de Parlementaire Enquête
in de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing te verklaren, worden met
deze nota van wijziging deze artikelen in de Gemeentewet overgenomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries