27 751
Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentebestuur)

nr. 19
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 september 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel U komt artikel 49 te luiden:

Artikel 49

Indien een uitspraak van de raad inhoudende de opzegging van zijn vertrouwen in een wethouder, er niet toe leidt dat de betrokken wethouder zijn ontslag indient, kan de raad besluiten tot ontslag. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

2. Onderdeel BBBB wordt als volgt gewijzigd:

Het vierde lid van artikel 169 vervalt.

3. Onderdeel EEEE wordt als volgt gewijzigd:

Het vierde lid van artikel 180 vervalt.

B

Na artikel IV wordt een nieuw artikel IVA ingevoegd, dat luidt:

ARTIKEL IVA

De bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift «B Ministerie van Binnenlandse Zaken» komt te luiden: B Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. Onder B Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt na punt 2 een nieuw punt 3 toegevoegd, dat luidt:

3. De artikelen 49, 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet.

C

Artikel IX komt te luiden:

ARTIKEL IX

Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen (Kamerstukken II 2000/01, 27 547, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt op een eerder tijdstip dan of op hetzelfde tijdstip als artikel I, onderdeel XX, wordt in artikel I, onderdeel XX, «een besluit van het gemeentebestuur, een gemeentelijke commissie of het dagelijks bestuur daarvan» vervangen door: een beslissing van het gemeentebestuur, een gemeentelijke commissie of het dagelijks bestuur daarvan.

D

Artikel X komt te luiden:

ARTIKEL X

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen (Kamerstukken II 2000/01, 27 547, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel A wordt in artikel I, onderdeel A, «de artikelen 30, eerste lid, 32, vierde lid, en 97» vervangen door: de artikelen 30, eerste lid, en 32, vierde lid;

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen (Kamerstukken II 2000/01, 27 547, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven en in werking treedt op een later tijdstip dan hieronder bepaald, worden in het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel de volgende wijzigingen aangebracht:

a. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel D;

b. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel U, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel H;

c. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel KK, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel I;

d. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel LL, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel J;

e. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel UUU, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel M;

f. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel XXX, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel N;

g. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel YYY, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel O;

h. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel ZZZ, van deze wet, worden in onderdeel P, artikel 166 en onderdeel Q, artikel 168, «Het college van burgemeester en wethouders» vervangen door: Het college;

i. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel DDDD, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel U;

j. indien het eerstgenoemde tot wet verheven voorstel in werking treedt op een later tijdstip dan artikel I, onderdeel KKKK, van deze wet, vervalt artikel I, onderdeel V.

Toelichting

Deze tweede nota van wijziging bevat enkele technische aanpassingen van het voorstel.

Onderdelen A en B

In de eerste plaats wordt door de wijzigingen onder A en B bereikt dat de in het wetsvoorstel opgenomen uitzonderingen van artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht – die ertoe strekken in de bedoelde gevallen beroep op de rechter uit te sluiten – niet in de Gemeentewet, maar in de Algemene wet bestuursrecht worden opgenomen. Daartoe zijn onder A de betreffende bepalingen uit het onderhavige voorstel geschrapt en is onder B een voorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen.

Onderdelen C en D

Onderdeel C bevat enkele redactionele wijzigingen van artikel IX van het voorstel. Dit artikel betreft evenals het in onderdeel E voorgestelde artikel X de verhouding tussen het onderhavige voorstel en het voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake de verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen (Kamerstukken II 2000/01, 27 547, nrs. 1–2). Het voorgestelde artikel IX bepaalt welke wijzigingen van het onderhavige voorstel moeten worden doorgevoerd indien wetsvoorstel 27 547 eerder in werking treedt dan het onderhavige voorstel. Het voorgestelde artikel X heeft betrekking op de situatie dat wetsvoorstel 27 547 later in werking treedt dan het onderhavige voorstel. Artikel X, eerste lid, bepaalt voor die situatie welke wijzigingen in het onderhavige voorstel moeten worden doorgevoerd, terwijl het tweede lid voor die situatie de artikelen van wetsvoorstel 27 547 waaraan door de inwerkingtreding van het onderhavige voorstel geen of een andere betekenis meer toekomt, doet vervallen c.q. wijzigt. Omdat het onderhavige voorstel ingevolge artikel XII gedifferentieerde inwerkingtreding voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan mogelijk maakt, is in de voorgestelde artikelen IX en X steeds het tijdstip van inwerkingtreding van het relevante artikelonderdeel bepaald.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven