27 743
Aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten inzake elektronische handtekeningen ter uitvoering van richtlijn nr. 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG L 13) (Wet elektronische handtekeningen)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

Voorstel van wet:

– In het oorspronkelijke wetsvoorstel luidde de eerste zinsnede van artikel 3:15a lid 1 BW:

«Indien voor enig rechtsgevolg de handtekening van een persoon is vereist, is daaraan, op gelijke wijze als daaraan door een handgeschreven handtekening zou zijn voldaan, tevens voldaan door een elektronische handtekening».

– In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond in artikel 3:15a lid 5 BW de zinsnede «de beschikking heeft over» in plaats van «gebruikt». Dit artikellid eindigde met de zinsnede: «en op eigen naam handelt of in naam van een ander die hij vertegenwoordigt.»

– In het oorspronkelijke wetsvoorstel ontbrak het zesde lid in artikel 3:15a BW.

– De citeertitel van het oorspronkelijke wetsvoorstel luidde: «Wet invoering elektronische handtekeningen».

Memorie van Toelichting:

– In de oorspronkelijke toelichting kwamen in § 2.3 de laatste twee alinea's niet voor.

– In de oorspronkelijke toelichting kwam in § 2.9 de eerste alinea niet voor.

– In de oorspronkelijke toelichting kwamen in § 2.12 de derde en de vierde alinea niet voor.

– In de oorspronkelijke toelichting luidde in § 2.12 de laatste passage van de achtste alinea:

«Er is momenteel geen aanleiding om deze systematiek te verlaten. Indien de voorziene kosten van toezicht, die over de certificatiedienstverleners worden omgeslagen, inderdaad een belemmering zouden gaan vormen voor de toegang tot de markt van nieuwe certificatiedienstverleners, dan zou dit een herziening vergen van deze systematiek, niet alleen ten behoeve van certificatiedienstverleners, maar ook voor de aanbieders van telecommunicatiediensten. In het kader van de implementatie van de richtlijn is voor deze beleidsmatige heroverweging echter geen plaats.»

– In de oorspronkelijke toelichting luidde de titel van § 2.13: «Wetgeving voor de elektronische snelweg»

– In de oorspronkelijke toelichting bij artikel 3:15a BW ontbrak de toelichting op lid 6.

Naar boven