27 699
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 1999–2000 sector Rechterlijke Macht

nr. 180
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Vastgesteld 20 december 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst 1999–2000 sector Rechterlijke Macht de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

A

De bijlage, bedoeld in artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

BIJLAGE BIJ DE WET RECHTSPOSITIE RECHTERLIJKE AMBTENAREN

Salariscategorie salaris in guldensper maandper 1 juni 1999
1 17 988
2 16 866
3 15 814
4 15 440
5aanvang12 762
 na 1 jaar13 600
 na 2 jaar14 491
 na 3 jaar15 440
6 14 038
7aanvang11 977
 na 1 jaar12 762
 na 2 jaar13 600
 na 3 jaar14 038
8aanvang11 977
 na 1 jaar12 365
 na 2 jaar12 762
 na 3 jaar13 174
8a 13 174
9aanvang9 213
 na 1 jaar9 469
 na 2 jaar9 722
 na 3 jaar9 990
 na 4 jaar10 266
 na 5 jaar10 549
 na 6 jaar10 888
 na 7 jaar11 242
 na 8 jaar11 604
 na 9 jaar11 977
10aanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
11aanvang6 840
 na 1 jaar7 043
 na 2 jaar7 246
 na 3 jaar7 448
 na 4 jaar7 644
 na 5 jaar7 850
 na 6 jaar8 053
 na 7 jaar8 248
 na 8 jaar8 452
 na 9 jaar8 705
 na 10 jaar8 832
11aaanvang8 248
 na 1 jaar8 452
 na 2 jaar8 705
 na 3 jaar8 959
 na 4 jaar9 213
 na 5 jaar9 469
 na 6 jaar9 722
 na 7 jaar9 990
 na 8 jaar10 266
 na 9 jaar10 549
11baanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
11caanvang6 840
 na 1 jaar7 043
 na 2 jaar7 246
 na 3 jaar7 448
 na 4 jaar7 644
 na 5 jaar7 850
 na 6 jaar8 053
 na 7 jaar8 248
 na 8 jaar8 452
 na 9 jaar8 705
 na 10 jaar8 832
12aanvang4 180
 na 1 jaar4 380
 na 2 jaar4 593
 na 3 jaar5 629
 na 4 jaar5 844
 na 5 jaar6 044
 na 6 jaar6 224
 na 7 jaar6 414
 na 8 jaar6 627

B

De bijlage, bedoeld in artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

BIJLAGE BIJ DE WET RECHTSPOSITIE RECHTERLIJKE AMBTENAREN

Salariscategorie salaris in guldensper maandper 1 augustus 1999
1 18 510
2 17 355
3 16 273
4 15 440
5aanvang12 762
 na 1 jaar13 600
 na 2 jaar14 491
 na 3 jaar15 440
6 14 038
7aanvang11 977
 na 1 jaar12 762
 na 2 jaar13 600
 na 3 jaar14 038
8aanvang11 977
 na 1 jaar12 365
 na 2 jaar12 762
 na 3 jaar13 174
8a 13 174
9aanvang9 213
 na 1 jaar9 469
 na 2 jaar9 722
 na 3 jaar9 990
 na 4 jaar10 266
 na 5 jaar10 549
 na 6 jaar10 888
 na 7 jaar11 242
 na 8 jaar11 604
 na 9 jaar11 977
10aanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
11aanvang6 840
 na 1 jaar7 043
 na 2 jaar7 246
 na 3 jaar7 448
 na 4 jaar7 644
 na 5 jaar7 850
 na 6 jaar8 053
 na 7 jaar8 248
 na 8 jaar8 452
 na 9 jaar8 705
 na 10 jaar8 832
11aaanvang8 248
 na 1 jaar8 452
 na 2 jaar8 705
 na 3 jaar8 959
 na 4 jaar9 213
 na 5 jaar9 469
 na 6 jaar9 722
 na 7 jaar9 990
 na 8 jaar10 266
 na 9 jaar10 549
11baanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
11caanvang6 840
 na 1 jaar7 043
 na 2 jaar7 246
 na 3 jaar7 448
 na 4 jaar7 644
 na 5 jaar7 850
 na 6 jaar8 053
 na 7 jaar8 248
 na 8 jaar8 452
 na 9 jaar8 705
 na 10 jaar8 832
12aanvang4 180
 na 1 jaar4 380
 na 2 jaar4 593
 na 3 jaar5 629
 na 4 jaar5 844
 na 5 jaar6 044
 na 6 jaar6 224
 na 7 jaar6 414
 na 8 jaar6 627

C

Artikel 36, vierde lid, komt te luiden:

4. Het verlof, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt voor de toepassing van de voor de rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding geldende voorschriften met betrekking tot bedrijfsgeneeskundige begeleiding en voorzieningen in verband met ziekte gelijkgesteld met verhindering wegens ziekte.

D

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

1. Onze Minister kan naar billijkheid een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding schadeloos stellen, kosten vergoeden of overigens een geldelijke tegemoetkoming verlenen.

2. Een afschrift van een beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gezonden aan de functionele autoriteit van de betrokken rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding.

3. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, regels geven omtrent schadeloosstelling, kostenvergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen aan groepen van rechterlijke ambtenaren of rechterlijke ambtenaren in opleiding.

ARTIKEL II

In artikel 11a van de Wet op de rechterlijke organisatie wordt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, vervangen door een nieuw tweede en derde lid, luidende:

2. Bij het bepalen van het tijdvak van twee jaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden niet in aanmerking genomen afwezigheid van een rechterlijk ambtenaar wegens door zwangerschap of bevalling veroorzaakte ziekte in de periode vanaf het begin van de zwangerschap tot de eerste dag van het zwangerschapsverlof en afwezigheid van een rechterlijk ambtenaar wegens ziekte in de periode van de eerste dag van het zwangerschapsverlof tot en met de laatste dag van het bevallingsverlof.

3. Voor het bepalen van het tijdvak van twee jaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, worden tijdvakken van ongeschiktheid samengeteld:

a. indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen;

b. indien zij worden onderbroken door afwezigheid wegens ziekte als bedoeld in het tweede lid; of

c. indien een onder b bedoelde afwezigheid wordt voorafgegaan of wordt gevolgd door een periode van arbeidsgeschiktheid, die in totaal minder dan vier weken bedraagt.

ARTIKEL III

Artikel 2, tweede lid, van de Ambtenarenwet komt te luiden:

2. De artikelen 125, 125bis, 125a, 125c, 125d, 125f en 126 zijn niet van toepassing op de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder f, g, h, i en j, van de Wet op de rechterlijke organisatie, en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, bedoeld in artikel 145 van die wet.

ARTIKEL IV

Artikel IV van de Wet van 23 februari 1998 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten (arbeidsvoorwaarden Rechterlijke Macht 1995/97) (Stb. 120) komt te luiden:

ARTIKEL IV

1. Degene die wordt bezoldigd overeenkomstig salariscategorie 1, 2 of 3, bedoeld in artikel 7 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, ontvangt met ingang van 1 juni 1999 maandelijks naast het desbetreffende salaris een toelage van 4,1 % van dat salaris.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de daar bedoelde toelage met ingang van 1 augustus 1999 1,2% van het salaris.

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juni 2000 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de modernisering van de organisatie en de instelling van een bestuur bij de gerechten (Wet organisatie en bestuur gerechten) (Kamerstukken II 1999/2000, 27 181, nrs. 1–2), nadat het tot wet is verheven, eerder in werking treedt dan deze wet, komt de bijlage, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, te luiden:

BIJLAGE BIJ DE WET RECHTSPOSITIE RECHTERLIJKE AMBTENAREN

Salariscategorie salaris in guldensper maandper 1 augustus 1999
1 18 510
2 17 355
3 16 273
4 15 440
5aanvang12 762
 na 1 jaar13 600
 na 2 jaar14 491
 na 3 jaar15 440
6 14 038
7aanvang11 977
 na 1 jaar12 762
 na 2 jaar13 600
 na 3 jaar14 038
8aanvang11 977
 na 1 jaar12 365
 na 2 jaar12 762
 na 3 jaar13 174
9aanvang9 213
 na 1 jaar9 469
 na 2 jaar9 722
 na 3 jaar9 990
 na 4 jaar10 266
 na 5 jaar10 549
 na 6 jaar10 888
 na 7 jaar11 242
 na 8 jaar11 604
 na 9 jaar11 977
10aanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
11aanvang6 840
 na 1 jaar7 043
 na 2 jaar7 246
 na 3 jaar7 448
 na 4 jaar7 644
 na 5 jaar7 850
 na 6 jaar8 053
 na 7 jaar8 248
 na 8 jaar8 452
 na 9 jaar8 705
 na 10 jaar8 832
11aaanvang7 850
 na 1 jaar8 053
 na 2 jaar8 248
 na 3 jaar8 452
 na 4 jaar8 705
 na 5 jaar8 959
 na 6 jaar9 213
 na 7 jaar9 469
 na 8 jaar9 589
12aanvang4 180
 na 1 jaar4 380
 na 2 jaar4 593
 na 3 jaar5 629
 na 4 jaar5 844
 na 5 jaar6 044
 na 6 jaar6 224
 na 7 jaar6 414
 na 8 jaar6 627

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug als volgt:

a. wat de artikelen I, onderdeel A, en IV betreft: tot en met 1 juni 1999;

b. wat artikel I, onderdeel B, betreft: tot en met 1 augustus 1999;

c. wat artikel IVa betreft: tot en met het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet organisatie en bestuur gerechten (Kamerstukken II 1999/2000, 27 181, nrs. 1–2).

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven