A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 16 maart
2001 en het nader rapport d.d. 1 mei 2001, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het advies van de
Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 9 januari 2001, no. 01.000102, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad
van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie
van toelichting tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet
op de expertisecentra, de Wet op het voorgezet onderwijs en de Wet educatie
en beroepsonderwijs in verband met uitkeringen wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid
van gewezen personeel anders dan op grond van de Ziektewet.
Het voorstel strekt tot verduidelijking van enkele onderwijswetten door
te bepalen dat uitkeringen in verband met arbeidsongeschiktheid aan gewezen
personeel anders dan op grond van de Ziektewet worden verrekend met het bevoegd
gezag van de instelling waaraan degene die de uitkering geniet, was verbonden.
De Raad van State wijst op een ander bij hem aanhangig gemaakt wetsvoorstel,
waarmee in dit wetsvoorstel geen rekening is gehouden.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 januari 2001
nr. 01.000102, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 16 maart 2001, nr. W05.01.0016/III, bied ik u hierbij
aan.
De door de Raad geadviseerde afstemming heeft plaatsgevonden en zal –
zoals gebruikelijk – ook tijdens het vervolgtraject blijven plaatsvinden.
Deze afstemming heeft geleid tot enkele tekstuele aanpassingen van het onderhavige
wetsvoorstel.
De redactionele opmerkingen zijn verwerkt.
1. Bij de Raad is op 23 januari 2001 een voorstel aanhangig gemaakt tot
wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met decentralisatie
van de vervangingsuitgaven en van de bovenwettelijke wachtgelduitgaven (decentralisatie
vervangingsuitgaven en bovenwettelijke wachtgelduitgaven vo.). Dit voorstel
strekt (onder meer) tot wijziging van dezelfde artikelen als thans aan de
orde zijn. Geadviseerd wordt beide voorstellen, voorzover deze betrekking
hebben op dezelfde artikelen van de Wet op het voortgezet onderwijs, met elkaar
in overeenstemming te brengen. Daarbij zou het de duidelijkheid ten goede
komen indien de in dit voorstel op verschillende plaatsen voorkomende
zinsnede «de kosten van werkloosheidsuitkeringen, suppleties inzake
arbeidsongeschiktheid alsmede uitkeringen wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid
van gewezen personeel anders dan op grond van de Ziektewet» wordt vervangen
door de in het voorstel van 17 januari 2001 gehanteerde terminologie en systematiek.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het
advies behorende bijlage.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L. M. L. H. A. Hermans
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 16 maart 2001, no. W05.01.0016/III,
met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
– In artikel I, onderdeel C, onder 4, «de kosten van werkloosheidsuitkering»
steeds wijzigingen in: de kosten van de werkloosheidsuitkering.
– In artikel III, onderdeel C, onder 1, «Artikel 170»
wijzigen in: Artikel 98b.