nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID STROEKEN C.S. TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 71
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I. WIJZIGING WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING
ZELFSTANDIGEN
Na artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a. Zelfstandigheidsverklaring
1. De beschikking, bedoeld in artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting
2001, waarin de voordelen, die de belastingplichtige geniet of zal gaan genieten
uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde
soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht,
worden aangemerkt als winst uit een onderneming, heeft voor de termijn waarvoor
deze beschikking geldt als gevolg dat de belastingplichtige, met betrekking
tot die arbeidsrelaties, wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in
artikel 4.
2. Indien de beschikking, bedoeld in het eerste lid, wordt herzien, laat
dat het in het eerste lid bedoelde gevolg onverlet, voor de termijn waarvoor
die beschikking gold.
II
Artikel II, onderdeel A, onder 2, vervalt.
III
Artikel III, onderdeel A, onder 2, vervalt.
IV
Artikel IV, onderdeel A, onder 2, vervalt.
Toelichting
Met het eerste lid van het hier voorgestelde artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen (WAZ) wordt bereikt dat de beschikking op grond artikel 3.156
Wet IB 2001 vooraf duidelijkheid geeft over zowel de fiscale status van de
aanvrager, als over zijn status voor de sociale verzekeringen. In het nader
rapport is een tweetal bezwaren ingebracht tegen de door de Raad van State
daartoe gesuggereerde constructie. Het eerste bezwaar betrof de gevolgen voor
de aanvrager van het uiteenlopen van de beslistermijnen voor de fiscale beschikking
(1 jaar) en voor de WAZ (8 weken). Het tweede was dat via de omweg van herziening
van de beschikking op grond van artikel 3.156 van de Wet IB 2001 het mogelijk
zou zijn dat de zelfstandigheidsverklaring voor de WAZ niet gedurende de volledige
looptijd van kracht zou zijn of zelfs met terugwerkende kracht niet zou hebben
bestaan.
Het eerste bezwaar is niet zodanig zwaarwegend dat om die reden zou moeten
worden afgezien van het volstaan met één beschikking. De signalen
met betrekking tot de fiscale praktijk, zoals deze sinds 1 januari jl. vorm
heeft gekregen, zijn dat nagenoeg alle beschikkingen op grond van artikel
3.156 van de Wet IB 2001 binnen een termijn van 8 weken worden afgegeven.
Middels het hier voorgestelde tweede lid van artikel 4a van de WAZ wordt
voorts bereikt dat een herziening van de fiscale beschikking geen effect heeft
op de status van de betrokkene voor de sociale verzekeringen. Daarvoor blijft
de fiscale beschikking – gedurende de oorspronkelijk vastgestelde looptijd –
gelden als ware hij niet herzien. Hiermee is het tweede bezwaar ondervangen.
Met het tweede onderdeel van dit amendement wordt het wetsvoorstel technisch
aangepast aan het eerste onderdeel. De artikelen II, onderdeel A, onder 2,
III, onderdeel A, onder 2, en IV, onderdeel A, onder 2, kunnen vervallen omdat –
via het voorgestelde artikel 4a van de WAZ – de fiscale beschikking
(voor de termijn waarvoor deze oorspronkelijk is afgegeven) rechtstreeks tot
gevolg heeft dat de betrokkene als zelfstandige in de zin van artikel 4 van
de WAZ wordt aangemerkt, zelfs als die fiscale beschikking wordt herzien.
Stroeken
Wilders
Hindriks