27 686
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring en de uitsluiting van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen van de verzekering voor de werknemersverzekeringen

nr. 17
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WILDERS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 4 oktober 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep» vervangen door: als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met een zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen gelijkgesteld:

a. een directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, die het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is;

b. de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, voor wie met betrekking tot de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onder a, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, waarin hij wordt gelijkgesteld met een zelfstandige.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. De beschikking, bedoeld in artikel 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001, dat de werkzaamheden, die voortvloeien uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, heeft voor de termijn waarvoor deze beschikking geldt als gevolg dat de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, met betrekking tot die arbeidsrelaties, voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, onder a, en de regels bij of krachtens artikel 5, wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Indien de beschikking, bedoeld in het eerste lid, wordt herzien, laat dat het in het eerste lid bedoelde gevolg onverlet, voor de termijn waarvoor die beschikking gold.

II

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep» vervangen door: als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met een zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen gelijkgesteld:

a. een directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, die het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is;

b. de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, voor wie met betrekking tot de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onder a, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, waarin hij wordt gelijkgesteld met een zelfstandige.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. De beschikking, bedoeld in artikel 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001, dat de werkzaamheden, die voortvloeien uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, heeft voor de termijn waarvoor deze beschikking geldt als gevolg dat de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, met betrekking tot die arbeidsrelaties, voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, onder a, en de regels bij of krachtens artikel 5, wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Indien de beschikking, bedoeld in het eerste lid, wordt herzien, laat dat het in het eerste lid bedoelde gevolg onverlet, voor de termijn waarvoor die beschikking gold.

III

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep» vervangen door: als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt met een zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen gelijkgesteld:

a. een directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, die het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is;

b. de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, voor wie met betrekking tot de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onder a, een beschikking geldt als bedoeld in artikel 6a, eerste lid, waarin hij wordt gelijkgesteld met een zelfstandige.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. De beschikking, bedoeld in artikel 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001, dat de werkzaamheden, die voortvloeien uit een arbeidsrelatie of uit arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, heeft voor de termijn waarvoor deze beschikking geldt als gevolg dat de directeur-grootaandeelhouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, met betrekking tot die arbeidsrelaties, voor de toepassing van artikel 4, eerste lid, onder a, en de regels bij of krachtens artikel 5, wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

2. Indien de beschikking, bedoeld in het eerste lid, wordt herzien, laat dat het in het eerste lid bedoelde gevolg onverlet, voor de termijn waarvoor die beschikking gold.

IV

Artikel IVa komt te luiden:

ARTIKEL IVA. WIJZIGING WET INKOMSTENBELASTING 2001

Na artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.157 Zekerheid omtrent de aard van de arbeidsrelatie

1. De belastingplichtige, die zekerheid wenst omtrent de vraag of werkzaamheden die voortvloeien uit een arbeidsrelatie of arbeidsrelaties waarin sprake is van hetzelfde soort van werkzaamheden die onder overeenkomstige condities worden verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij aanmerkelijk belanghouder is, kan een verzoek indienen bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

2. Artikel 3.156, tweede, derde, vierde en vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

3. Dit artikel is niet van toepassing op een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel f of g, en artikel 4, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Toelichting

Het is gewenst de dga's als het gaat om de zelfstandigheidsverklaring gelijk te behandelen als de ZZP-ers. Dit amendement beoogt dan ook de dga in aanmerking te laten komen voor beschikkingen die, voor wat betreft de arbeidsrelatie tussen de dga en de opdrachtgever aan de vennootschap, dezelfde rechtsgevolgen hebben als de beschikkingen aan ZZP-ers. De indieners van het amendement zijn van mening dat het recht van de dga op duidelijkheid in het kader van zijn fiscale positie en sociale verzekeringspositie een wettelijke grondslag moet hebben. Vandaar de voorgestelde artikelen 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en 4, vijfde lid, onderdeel b, en 6a van de Werkloosheidswet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en Ziektewet.

Het nieuwe artikel 3.157 van de Wet inkomstenbelastig 2001 opent de mogelijkheid voor de belastingplichtige de inspecteur (vooraf) te vragen uitspraak te doen omtrent de kwalificatie van de aard van een arbeidsrelatie, welke hij heeft aangegaan of zal aangaan. Ingeval de inspecteur oordeelt dat geen sprake is van werkzaamheden die voor rekening en risico komen van de onderneming van van de rechtspersoon waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, dient ter zake van de arbeidsrelatie tussen de aanmerkelijk belanghouder en de opdrachtgever loonbelasting te worden ingehouden. Ingeval de inspecteur oordeelt, dat er wel sprake is van werkzaamheden die voor rekening en risico komen van de onderneming van de rechtspersoon waarvan de belastingplichtige aanmerkelijk belanghouder is, komt de inhouding van loonbelasting niet in beeld. Op deze wijze krijgt men derhalve vooraf zekerheid of al dan niet loonbelasting moet worden ingehouden. Bij de beoordeling van deze werkzaamheden komt het geheel aan feiten en omstandigheden aan de orde. De inspecteur beoordeelt die feiten en omstandigheden aan de hand van de ondernemerscriteria. Indien aan de hand van die criteria blijkt dat de BV het risico draagt voor de werkzaamheden die de aanmerkelijk belanghouder verricht, dan kan de inpecteur de beschikking afgeven zoals hierboven beschreven. Deze kwalificatie leidt ertoe dat voor de heffing van loonbelasting geen sprake is van een dienstbetrekking tussen de aanmerkelijk belanghouder en de opdrachtgever.

Er is niet voor gekozen om een met artikel 4a overeenkomstig artikel 5a op te nemen in de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. Dit omdat de fiscale beschikking kan worden afgegeven aan alle personen die arbeid verrichten ten behoeve van een lichaam waarin zij een aanmerkelijk belang hebben. Deze zijn evenwel niet per definitie beroepsbeoefenaar in de zin van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. In een aanmerkelijk aantal gevallen zal immers sprake zijn van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tot de vennootschap in de zin van de artikelen 3 van de werknemersverzekeringen. De rechtsgevolgen van de fiscale beschikking voor de verzekeringsplicht in het kader van werknemersverzekeringen zijn dan ook beperkt tot de directeur-grootaandeelhouder in de zin van de werknemersverzekeringen.

Voorts wordt in het voorgestelde geregeld dat – in het geval geen beschikking is gevraagd – bij de beoordeling of er sprake is van een fictieve dienstbetrekking op grond van de artikelen 4, eerste lid, onderdeel a, van de werknemersverzekeringen – met betrekking tot de dga van belang is of er sprake is van werkzaamheden uitsluitend verricht voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is. Er is immers er geen sprake van winst uit onderneming.

In de algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 5 van de werknemersverzekeringen zal een met artikel 4, vijfde lid, van die wetten overeenkomstige regeling worden opgenomen.

Wilders

Hindriks

Stroeken

Naar boven