27 678
Wet ter verbetering van de procesgang in het eerste ziektejaar en houdende nieuwe regels voor de ziekmelding, de reïntegratie en de wachttijd van werknemers alsmede met betrekking tot de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever (Wet verbetering poortwachter)

nr. 20
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 juni 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het in artikel II, onderdeel A, onder 2, voorgestelde zevende lid, wordt «tenzij de eerste volzin van het vierde lid van dat artikel van toepassing is,» vervangen door: tenzij artikel 29 of 29a, derde of zevende lid van de Ziektewet van toepassing is.

B

In artikel II, onderdeel G, in het voorgestelde artikel 34a, vierde lid, en onderdeel J wordt «artikel 629, tiende lid» telkens vervangen door: artikel 629, elfde lid.

C

In het in artikel II, onderdeel L, onder 1 voorgestelde artikel 71a, eerste lid, vervalt «de eerste volzin van artikel 629 lid 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of».

D

Artikel II, onderdeel M, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onder 1 voorgestelde artikel 71b komt als volgt te luiden:

Artikel 71b

1. In afwijking van artikel 71a, is op het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten aanzien van de werknemer die op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b, c of d, van de Ziektewet recht heeft op ziekengeld, artikel 71a, tweede tot en met het tiende lid niet van toepassing en is artikel 71a, eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt, binnen een door Onze Minister nader te bepalen termijn, in overleg met die werknemer, een plan van aanpak op.

2. In afwijking van artikel 71a, is artikel 71a, vierde, achtste, negende en tiende lid, niet van toepassing op de werkgever, bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wiens werknemer op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel e of g, van de Ziektewet dan wel op grond van artikel 29a, derde of zevende lid, van die wet recht heeft op ziekengeld.

3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de uitvoering van dit artikel.

2. In onderdeel 2 komt het voorgestelde tweede lid als volgt te luiden:

2. In afwijking van artikel 71a, is artikel 71a, vierde, achtste, negende en tiende lid, niet van toepassing op de werkgever, bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wiens werknemer op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g , van de Ziektewet dan wel op grond van artikel 29a, derde of zevende lid, van die wet recht heeft op ziekengeld.

E

Artikel II, onderdeel R, komt te luiden:

R

Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste tot en met het vierde lid tot het tweede tot en met het vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

1. Een beschikking over verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, op grond van het zevende lid van dat artikel wordt gegeven binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag.

2. In het derde tot en met het vijfde lid wordt «een beschikking als bedoeld in het eerste lid» telkens vervangen door: een beschikking als bedoeld in het tweede lid.

F

Artikel III, onderdeel B, onder 2, vervalt.

G

Artikel V, onderdeel D, komt te luiden:

D

Artikel 97e wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g vervalt.

2. In onderdeel h vervalt «en artikel 71a, tweede en derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» en wordt «die artikelen» vervangen door: dat artikel.

3. In onderdeel i wordt «het onderzoek, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel g, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997» vervangen door: een onderzoek als bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel h, i of j, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

H

Artikel IX, onderdeel 4, vervalt.

I

Artikel XV wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «en 97e van de Werkloosheidswet, onderdeel h» vervangen door: van de Werkloosheidswet.

b. In het tweede lid wordt «artikel 629, lid 10» vervangen door: artikel 629, lid 11.

c. In het tweede lid vervalt de laatste zin.

d. Het zesde lid komt te luiden:

6. Indien op grond van het tweede lid toepassing wordt gegeven aan de artikelen 46, 71a, derde of vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 52j van de Werkloosheidswet, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel L, zijn de artikelen 89 en 97e, onderdeel h, van de Werkloosheidswet, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel V, onderdeel B, onder 2, van toepassing, met dien verstande dat in artikel 89, onderdeel f, en artikel 97e, onderdeel h, van de Werkloosheidswet voor «artikel 71a, tweede en derde lid» wordt gelezen: artikel 71a, derde en vierde lid.

e. Na het zevende lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

8. Bij ministeriële regeling kunnen in verband met de goede overgang van taken van het Landelijk instituut sociale verzekering naar verplichtingen van de werkgever regels van overgangsrecht worden gesteld.

J

Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVA. BEPALING IN VERBAND MET DE INVOERINGSWET ARBEID EN ZORG

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2000 ingediende voorstel van wet ter vaststelling van regels voor overgangs-, en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet arbeid en zorg (Invoeringswet arbeid en zorg, Kamerstukken II 1999/2000, 27 208) tot wet wordt verheven en in werking is getreden wordt:

a. in artikel III, onderdeel B, «artikel 635, lid 3» vervangen door: artikel 635, lid 4,;

b. in artikel IX, onderdeel 2, «het achtste lid» vervangen door: het negende lid.

Toelichting

A

In artikel 19, zevende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) zoals dat in dit wetsvoorstel wordt voorgesteld, is de mogelijkheid opgenomen om op gezamenlijk verzoek van de werkgever en de werknemer de wachttijd te verlengen. Deze mogelijkheid geldt niet in die gevallen waarin de werknemer recht heeft op een geldelijke uitkering op grond van wettelijke verzekering. Om dat tot uitdrukking te brengen is verwezen naar de eerste volzin van het vierde lid van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Die verwijzing blijkt te ruim. Om die reden is nu rechtstreeks verwezen naar de artikelen 29 en 29a, derde of zevende lid.

B en E

Dit betreffen technische verbeteringen van de betrokken onderdelen.

C

De zinsnede «de eerste volzin geldt niet indien de eerste volzin van artikel 629 lid 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» van het in dit wetsvoorstel voorgestelde artikel 71a, eerste lid, WAO beoogt de afbakening tussen de artikelen 71a en 71b te regelen. Die afbakening is nu echter via artikel 71b geregeld. De betreffende zinsnede kan dan ook vervallen.

D

In dit onderdeel is de afbakening tussen artikel 71a en 71b verbeterd.

F en J

Artikel III, onderdeel B, onder 2, hoort niet thuis in dat artikel, omdat het niet voorziet in aanpassing het Burgerlijk Wetboek maar van artikel III van het onderhavige wetsvoorstel. Vandaar dat die aanpassing via onderdeel J van deze nota van wijziging wordt neergelegd in een separaat artikel. In artikel III, onderdeel B, onder 2, was ten onrechte aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van het bij koninklijke boodschap van 27 juni 2000 ingediende voorstel van wet ter vaststelling van regels voor het tot stand brengen een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg, Kamerstukken II 1999/2000, 27 207). In onderdeel J is aansluiting gezocht bij het juiste wetsvoorstel.

G

De boetebepalingen van artikel 46 WAO en artikel 52j Werkloosheidswet (WW) zijn in dit wetsvoorstel vervallen. Daarbij is verzuimd artikel 97e WW aan te passen. Dit onderdeel herstelt dat verzuim.

H en J

Onderdeel 4 van artikel IX hoort niet thuis in dat artikel omdat het niet voorziet in een aanpassing van de Wet terugdringing ziekteverzuim maar van artikel IX van het onderhavige wetsvoorstel. Vandaar dat die aanpassing via onderdeel J van deze nota van wijziging wordt neergelegd in een separaat artikel. Voorts wordt de onjuiste verwijzing naar onderdeel 1 van artikel IX vervangen door een verwijzing naar onderdeel 2.

I

De onderdelen a en b bevatten technische wijzigingen.

In onderdeel c vervalt de laatste zin van artikel XV, tweede lid. Die zin maakte het mogelijk om het nieuwe regime op verzoek toe te passen op reeds bestaande ziektegevallen. Bij nader inzien is gebleken dat aan deze mogelijkheid belangrijke uitvoeringstechnische bezwaren kleven. Met name als de werknemer op de datum van inwerkingtreding van de wet al geruime tijd ziek is, is het niet meer mogelijk om reïntegratiedossier aan te leggen op de wijze die wordt voorgeschreven in de Ministeriële regeling procesgang eerste ziektejaar. Het is daarom beter om voor deze werknemers het oude systeem te continueren. Om die reden vervalt de mogelijkheid om het nieuwe regime van toepassing te laten zijn op oude ziektegevallen.

In het oude artikel 97e WW staat een foutieve verwijzing. In onderdeel d wordt deze foutieve verwijzing voor het overgangsrecht in artikel XV op dezelfde wijze hersteld als de foutieve verwijzing in het oude artikel 89 van die wet. Voorts wordt in artikel XV, zesde lid, van het onderhavige wetsvoorstel de onjuiste verwijzing naar artikel V, onderdeel A, onder 2, vervangen door een verwijzing naar artikel V, onderdeel B, onder 2.

In onderdeel e wordt met het oog op de afstemming met het bij koninklijke boodschap van 6 april 2001 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) de mogelijkheid geopend om bij ministeriële regeling overgangsregels te stellen met betrekking tot dit wetsvoorstel.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst