27 673
Wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van de stemming tot negen uur 's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2001

Tijdens de heropende beraadslagingen over het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet (27 673) heb ik toegezegd de berekeningen van het departement met betrekking tot het amendement van de heer Luchtenveld c.s. 27 673, nr. 16, aan U toe te zenden.

Mijn uitgangspunt is dat gemiddeld per stembureau 2 vrijwilligers gedurende 16 uur zitting hebben (periode van 08.00 tot 21.00 uur plus 1 uur ervoor en 2 uren erna). De overige leden worden niet betaald als vrijwilliger, omdat zij als ambtenaar of wethouder zitting hebben. Er zijn ongeveer 10 000 stembureaus. Dit betekent dat de kosten bedragen:

15 Euro X 10 000 X 2 X 16 = 4.8 miljoen Euro (vrijwilligers).

Hierbij is van belang dat geen rekening is gehouden met een half uur eerdere openingstijd (amendement Rehwinkel/Luchtenveld nr. 8). Aanvaarding van dat amendement maakt de kosten hoger.

Het bedrag van 4.8 miljoen Euro moet worden verminderd met de huidige vergoedingen voor stembureauleden.

Uitgangspunten daarbij zijn dat ambtenaren geen extra dagvergoeding krijgen en de stembureauleden geen vergoeding per uur. Verondersteld wordt dat de stembureauleden gemiddeld 50 Euro per dag ontvangen. Het bedrag van 50 Euro vormt een midden tussen die gemeenten die een vergoeding van f 50,– geven en die gemeenten die rond de f 200,– per dag vergoeden.

De vermindering levert volgens de bovenstaande uitgangspunten een bedrag op van 50 Euro X 10 000 X 2 (vrijwilligers) = 1 miljoen Euro.

Het extra benodigde geld komt met vermindering van het laatstgenoemde bedrag neer op 3.8 miljoen Euro per verkiezing. In 2002 is dus al 7,6 miljoen Euro noodzakelijk, nog afgezien van eventuele referenda.

De dekking die is aangegeven (SAIP) heeft geen structureel karakter, zodat ook in volgende jaren (voldoende) dekking ontbreekt.

Ik hoop u hiermee voldoende op de hoogte te hebben gebracht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven