nr. 16
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LUCHTENVELD C.S.
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10
Ontvangen 12 november 2001
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel E een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt:
Ea
Na artikel E 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel E 4a
1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus
ontvangen een vergoeding van Euro 15,00 per uur dat zij hun werkzaamheden
betreffende het stembureau als vrijwilliger uitoefenen. Artikel 15, eerste
lid, aanhef en onder d, ten tweede, van de Gemeentewet en artikel 15, eerste
lid, aanhef en onder d, ten tweede, van de Provinciewet zijn niet van toepassing.
2. Deze vergoeding wordt per 1 januari van elk jaar door Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van de consumentenprijsindex
(alle huishoudens), geldend voor de maand september van het voorafgaande jaar.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op de voorzitter, het lid en
het plaatsvervangende lid van het stembureau, dat wethouder of burgemeester
is van de gemeente waar het stembureau is gevestigd, dan wel, indien het de
verkiezing van de leden van provinciale staten betreft, gedeputeerde of commissaris
van de Koning is van de provincie waarin de gemeente is gelegen, waar het
stembureau is gevestigd.
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IA
In de Tijdelijke referendumwet wordt na artikel 42 een artikel ingevoegd,
dat luidt:
Artikel 42a
1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus
ontvangen een vergoeding van Euro 15,00 per uur dat zij hun werkzaamheden
betreffende het stembureau als vrijwilliger uitoefenen. Artikel 15, eerste
lid, aanhef en onder d, ten tweede, van de Gemeentewet en artikel 15, eerste
lid, aanhef en onder d, ten tweede, van de Provinciewet zijn niet van toepassing.
2. Deze vergoeding wordt per 1 januari van elk jaar door Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van de consumentenprijsindex
(alle huishoudens), geldend voor de maand september van het voorafgaande jaar.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op de voorzitter, het lid en
het plaatsvervangende lid van het stembureau, dat wethouder of burgemeester
is van de gemeente waar het stembureau is gevestigd, dan wel, indien het een
provinciaal referendum betreft, gedeputeerde of commissaris van de Koning
is van de provincie waarin de gemeente is gelegen, waar het stembureau is
gevestigd.
Toelichting
Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnen-
landse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2001 is de regering bij
motie [kamerstukken II 200/01, 27 400 VII, nr, 12] gevraagd om de vergoeding
die leden van stembureaus plegen te ontvangen, geheel vrij te stellen van
belastingen.
De regering heeft per brief van 13 augustus 2001 [kenmerk CW01/ 81 570]
te kennen gegeven deze motie niet te willen uitvoeren. De rege- ring wil een
eventuele verhoging van de vergoeding aan de afzonderlijke gemeenten over
laten.
Het amendement voorziet er in dat de brutto-vergoeding op een hoger niveau
wordt gebracht dan thans gemiddeld in de gemeenten gebruikelijk is, opdat
met te heffen belasting rekening wordt gehouden. Voorts wordt er met het amendement
voorzien in een bij wet vast te stellen en jaarlijks te indexeren uurvergoeding,
waarmee een lappendeken aan vergoedingen in den lande wordt voorkomen.
Tenslotte is, door te kiezen voor een bedrag van de vergoeding op uurbasis,
rekening gehouden met een verhoging van de vergoeding bij verruiming van de
tijden dat de stembureaus geopend zullen zijn, alsmede met het eventueel benoemen
van meerdere plaatsvervangende leden ten einde het mogelijk te maken dat de
leden van de stembureaus alternerend een of enkele uren kunnen pauzeren.
In het eerste lid is opgenomen dat de voorzitter, leden en plaatsvervangend
leden een vergoeding krijgen van 15 euro per uur dat ze de werkzaamheden voor
het stembureau als vrijwilliger uitoefenen. Door opneming van de zinsnede
'als vrijwilliger' wordt uitgesloten dat degene die als ambtenaar of in dienstbetrekking
werkzaam is bij de gemeente en uit dien hoofde zitting neemt in een stembureau,
naast zijn normale bezoldiging tevens een vergoeding van 15 euro per uur zou
ontvangen. Voor de uren dat betrokkene buiten de normale werktijd werkzaamheden
betreffende het stembureau uitvoert en in die periode geen overwerkvergoeding
wordt toegekend, wordt wel de uurvergoeding bedoeld in het eerste lid toegekend,
aangezien de werkzaamheden dan niet langer uit hoofde van het dienstverband
worden uitgeoefend, maar als vrijwilliger. Ook indien een verlofdag of een
ADV-dag wordt opgenomen om de werkzaamheden betreffende het stembureau
uit te voeren, wordt deze taak als vrijwilliger uitgeoefend en wordt een uurvergoeding
van 15 euro toegekend. Teneinde uit te sluiten dat een gemeenteraadslid (bij
alle verkiezingen – want de gemeente is verantwoordelijk voor de organisatie
van verkiezingen) in de positie komt te verkeren dat hij in strijd handelt
met artikel 15, eerste lid, onder d, ten tweede, is dat artikel uitdrukkelijk
niet van toepassing op deze vergoeding. Bij provinciale-statenverkiezingen
zou zich dezelfde situatie kunnen voordoen met betrekking tot statenleden.
Daarom is ook artikel 15 Provinciewet buiten toepassing verklaard.
Het derde lid ziet er op dat wethouders, burgemeesters, gedeputeerden
en commissarissen der Koning, die reeds uit hoofde van hun hoofdfunctie een
bezoldiging ten laste van de gemeente of de provincie genieten, niet in aanmerking
komen voor vergoeding als stembureaulid.
Luchtenveld
Van der Hoeven
Slob
Van den Berg