nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID REHWINKEL
Ontvangen 31 oktober 2001
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel A. komt het tweede lid van artikel C 1 te luiden:
2. Zij treden tegelijk af op de donderdag op een door de Voorzitter van
de Tweede Kamer te bepalen tijdstip in de periode van 10 tot en met 16 maart
of, in een schrikkeljaar, op de donderdag op een door de Voorzitter van de
Tweede kamer te bepalen tijdstip in de periode van 9 tot en met 15 maart.
B. Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel C 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «met ingang van de eerstvolgende
dinsdag in de in artikel C 1, tweede lid bedoelde periode» vervangen
door: op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op
de eerstvolgende donderdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «eindigend met de dinsdag
in de periode van 17 tot en met 23 mei» vervangen door: op een door
de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip eindigend op de donderdag
in de periode van 12 tot en met 18 mei, en worden de woorden «de eerstvolgende
dinsdag» vervangen door: de eerstvolgende donderdag.
C. Onderdeel C komt te luiden:
C
Artikel C 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «met ingang van de dinsdag
in de periode van 17 tot en met 23 mei» vervangen door: op een door
de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op de donderdag in de
periode van 12 tot en met 18 mei.
2. In het tweede lid worden de woorden «met ingang van de eerstvolgende
dinsdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode» vervangen
door: op een door de Voorzitter van de Tweede Kamer te bepalen tijdstip op
de eerstvolgende donderdag in de in artikel C 1, tweede lid, bedoelde periode.
Toelichting
Dit amendement maakt het niet onmogelijk dat de oude en nieuw gekozen
Tweede Kamer op dezelfde dag bijeenkomen. De hiervoor in de Kieswet vereiste
nadere tijdsbepalingen worden in dit amendement vormgegeven doordat de bevoegdheid
tot het geven van deze tijdstippen toekomt aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer.
Rehwinkel