27 673
Wijziging van de Kieswet, houdende verlenging van de duur van de stemming tot negen uur's avonds alsmede regeling van diverse andere onderwerpen

nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LUCHTENVELD C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 31 oktober 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel E een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

EA

Na artikel E 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel E 4a

1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus ontvangen een vergoeding van € 25,00 per uur dat zij hun werkzaamheden betreffende het stembureau uitoefenen.

2. Deze vergoeding wordt per 1 januari van elk jaar door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), geldend voor de maand september van het voorafgaande jaar.

3. De in eerste lid bedoelde vergoeding wordt ten laste gebracht van de kas van het rijk respectievelijk de provincie en de gemeente waarvoor de verkiezing plaatsvindt.

II

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In de Tijdelijke referendumwet wordt na artikel 42 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 42a

1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus ontvangen een vergoeding van € 25,00 per uur dat zij hun werkzaamheden betreffende het stembureau uitoefenen.

2. Deze vergoeding wordt per 1 januari van elk jaar door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), geldend voor de maand september van het voorafgaande jaar.

3. De in eerste lid bedoelde vergoeding wordt ten laste gebracht van de kas van het rijk respectievelijk de provincie en de gemeente onder wiens verantwoordelijkheid het referendum plaatsvindt.

Toelichting

Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2001 is de regering bij motie (kamerstukken II 200/01, 27 400 VII, nr, 12) gevraagd om de vergoeding die leden van stembureaus plegen te ontvangen, geheel vrij te stellen van belastingen.

De regering heeft per brief van 13 augustus 2001 (kenmerk CW01/ 81 570) te kennen gegeven deze motie niet te willen uitvoeren. De regering wil een eventuele verhoging van de vergoeding aan de afzonderlijke gemeenten over laten.

Het amendement voorziet er in dat de vergoeding op een hoger niveau wordt gebracht dan thans gemiddeld in de gemeenten gebruikelijk is. Voorts wordt er met het amendement voorzien in een bij wet vast te stellen en jaarlijks te indexeren uurvergoeding, waarmee een lappendeken aan vergoedingen in den lande wordt voorkomen.

Tenslotte is, door te kiezen voor een bedrag van de vergoeding op uurbasis, rekening gehouden met een verhoging van de vergoeding bij verruiming van de tijden dat de stembureaus geopend zullen zijn, alsmede met het eventueel benoemen van meerdere plaatsvervangende leden ten einde het mogelijk te maken dat de leden van de stembureaus alternerend een of enkele uren kunnen pauzeren.

Luchtenveld

Van der Hoeven

Slob

Van den Berg

Naar boven