27 664 Toekomst milieuwetgeving

Nr. 86 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2019

Hierbij bied ik u het besluit aan tot wijziging van het Besluit kwik en kwikhoudende producten milieubeheer, het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, en het Activiteitenbesluit milieubeheer ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008 (PbEU 2017, L 137)1. Verordening (EU) nr. 2017/852 bevat een verbod op productie, invoer en uitvoer voor een reeks producten, waarvan enkele niet eerder in EU-wetgeving gereguleerd waren. Ook is de introductie van nieuwe kwikhoudende producten nu in beginsel verboden. Daarnaast bevat de kwikverordening bepalingen omtrent het beheer van kwikafval.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure (artikel 21.6, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet milieubeheer).

Gelet op artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer behoefde dit besluit niet te worden voorgehangen. Van de inhoud van dit besluit is overeenkomstig die bepaling tegelijk met de aanbieding aan de Raad van State mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Een vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt, indien artikel 21.6, vijfde lid, eerste volzin, van de Wet milieubeheer van toepassing is, in beginsel pas in werking op een tijdstip dat, nadat vier weken zijn verstreken na de toezending ervan aan de beide Kamers der Staten-Generaal, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. Op grond van artikel 7a van de Bekendmakingswet kan in afwijking daarvan echter een eerder tijdstip van inwerking treden worden vastgesteld indien het besluit uitsluitend strekt tot uitvoering van een bindend Europees besluit.

Dit betekent dat de wachttermijn van vier weken voor de inwerkingtreding van het vastgestelde besluit ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2017/852 niet geldt. Het besluit is in werking getreden met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting bij het besluit.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven