27 664 Toekomst milieuwetgeving

Nr. 66 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2011

Hierbij stel ik u in kennis van het voorgenomen Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen1.

Het ontwerpbesluit strekt tot uitvoering van verordening (EG) nr. 1005/2009 en tot vervanging van het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer.

Over de inhoud kan ik opmerken dat het ontwerp-Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen strekt tot uitvoering van verordening 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (herschikking) (PbEU L 286) die uitvoering geeft aan de afspraken in het op 16 september 1987 te Montreal tot stand gekomen Protocol betreffende stoffen die de ozonlaag aantasten, met bijlagen (Trb. 1988, 11). De verordening bevat maatregelen om de bescherming van de gezondheid en het milieu te waarborgen door regulering van de productie en consumptie, het gebruik en de emissies van ozonlaagafbrekende stoffen.

EG-verordeningen zijn verbindend in al hun onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten. Om een volledige en werkelijke toepassing van verordening (EG) nr. 1005/2009 in de Nederlandse rechtsorde te verwezenlijken zijn enige uitvoeringsbepalingen noodzakelijk.

De uitvoering van de Europese regelgeving met betrekking tot ozonlaagafbrekende stoffen was geregeld in het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer. Dat besluit strekte tot uitvoering van verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PbEG L 244) die is vervangen door verordening (EG) nr. 1005/2009. Door de vervanging van verordening (EG) nr. 2037/2000 is vervanging van het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer noodzakelijk geworden, aangezien de formulering in verordening (EG) nr. 1005/2009 enigszins afwijkt van die van verordening (EG) nr. 2037/2000 en de verwijzingen naar de verordening moeten worden gewijzigd.

Verordening (EG) nr. 1005/2009 bevat een aantal verbodsbepalingen. De verordening vereist doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties. Overtreding van de verbodsbepalingen van de verordening wordt strafbaar gesteld.

Op grond van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten kunnen op het terrein van stoffen bij algemene maatregel van bestuur strafbare feiten worden benoemd. Dat is in het ontwerp-Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen gebeurd.

Deze overwegingen hebben geleid tot het oordeel dat uitvoering van verordening (EG) nr. 1005/2009 bij algemene maatregel van bestuur aangewezen is.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Het ontwerpbesluit is gelijktijdig met het verzenden van deze brief aan de Koningin voorgelegd met het verzoek het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State in te winnen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven