27 659
Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen)

nr. 93
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2007

Hierbij leg ik u een wijziging van het Uitvoeringsbesluit van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) voor.1

Artikel 65 van de WTZi bepaalt dat een krachtens deze wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur aan de beide Kamers der Staten-Generaal wordt overlegd. De maatregel treedt in werking op een tijdstip dat wordt vastgesteld nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat een in de maatregel geregeld onderwerp bij wet wordt bepaald.

De belangrijkste aanleiding voor deze wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi is de voorgenomen afschaffing van het bouwregime voor de ziekenhuizen per 1 januari 2008. Daarnaast wordt in deze wijziging nog duidelijker gemaakt dat een toezichthoudend orgaan van een instelling onafhankelijk dient te zijn en op te treden.

Tijdens het Algemeen Overleg op 11 oktober 2007 over «Integrale en transparante tarieven/bouwbeleid» heeft de Tweede Kamer de wens geuit het toezicht vooraf door het College sanering zorginstellingen bij de verkoop van onroerende zaken te willen behouden. Het toezicht door dat college op transacties met onroerende zaken blijft daarom gehandhaafd; de meldingsplicht voor instellingen op grond van artikel 18 van de WTZi wordt niet geschrapt.

Voor de andere kleinere aanpassingen en een nadere toelichting zou ik u willen verwijzen naar de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven