nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2006
In mijn brief van 23 december 2005 (Kamerstuk 27 659, nr. 71)
heb ik u toegezegd u te informeren over de bereikbaarheid van de acute ziekenhuiszorg
bij invoering van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) per 1 januari
2006. Hierbij ontvangt u de uitkomsten van het onderzoek dat is uitgevoerd.
In 2003 heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
op mijn verzoek de bereikbaarheid van de acute ziekenhuiszorg in kaart gebracht.
Ruim 98 procent van de bevolking kon op dat moment binnen 45 minuten door
een ambulance op de plek van het ongeval bereikt worden en naar een ziekenhuis
met een spoedeisende hulp afdeling gebracht worden.
Herhaling van het onderzoek met als peildatum 1 januari 2006 heeft
uitgewezen dat de bereikbaarheid van de acute ziekenhuiszorg in Nederland
licht verbeterd is.
Deze verbetering van de bereikbaarheid is opgetreden door veranderingen
in standplaatsen van ambulances, door veranderingen in de bevolkingsomvang
en door verbeteringen in het wegennet.
Het aantal ziekenhuislocaties met een spoedeisende hulpafdeling is van
2003 naar 2006 afgenomen met 2,8 procent. Dit heeft echter geen negatieve
invloed gehad op de bereikbaarheid, om eerder genoemde redenen.
Vanaf januari 2006 zijn de ziekenhuizen verplicht om wijzigingen in de
bereikbaarheid van de spoedeisende hulp te bespreken in het regionaal overleg
acute zorgketen. Bij veranderingen in het aanbod van spoedeisende hulp na
1 januari 2006 zal ik ziekenhuizen vragen of er instemming is van de
deelnemers uit de acute zorgketen. De afspraken in het regionaal overleg mogen
niet leiden tot een verslechtering van de 45 minuten norm.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst