27 659
Herziening van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet exploitatie zorginstellingen)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 december 2001

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, onder f, wordt «een rechtspersoon die» vervangen door: een organisatorisch verband dat.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «Een rechtspersoon die zorg verleent» vervangen door: «Een organisatorisch verband dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van instellingen die zorg verlenen»; het woord «daarvoor» wordt vervangen door: voor het verlenen van die zorg.

2. In het derde en vierde lid wordt telkens «een rechtspersoon» vervangen door: een organisatorisch verband.

3. Aan het artikel wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

5. Een krachtens het derde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Zij treedt in werking op een tijdstip dat nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in de algemene maatregel geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend en wordt de algemene maatregel ingetrokken.

C

In artikel 6, derde lid, onder c, wordt «de instelling» vervangen door: het organisatorisch verband.

D

In artikel 8, eerste lid, onder c, wordt «de instelling» vervangen door: het organisatorisch verband, met uitzondering van die, genoemd in artikel 4, tweede lid,.

E

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na «stelt» ingevoegd: op verzoek van Onze Minister.

2. In het vierde lid wordt het woord «vierde» vervangen door: derde.

F

In artikel 10, eerste lid, wordt de zinsnede «Voor bouw waarop artikel 4, derde lid van toepassing is» vervangen door: Voor bouw waarvoor Onze Minister op grond van artikel 6 toestemming heeft verleend.

G

In artikel 12, eerste lid, wordt na instelling « ingevoegd: , uitgezonderd de instellingen, bedoeld in artikel 4, tweede lid,.

H

In artikel 15 wordt het woord «documentatiegegevens» vervangen door: gegevens.

I

In artikel 36 wordt na de woorden «ter handhaving van» ingevoegd: artikel 4, eerste en tweede onderscheidenlijk derde lid, alsmede van.

J

In artikel 38 komt onderdeel A te luiden als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, onder f, komt te luiden:

f. instelling: een instelling in de zin van de Wet exploitatie zorginstellingen.

K

Na artikel 42 wordt een artikel 42a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 42a

Het voorschrift, opgenomen in artikel 12, eerste lid, eerste volzin, geldt ten aanzien van instellingen die worden geëxploiteerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, eerst een jaar na dat tijdstip.

L

Na artikel 47 wordt een artikel 47a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 47a

De Overgangswet verzorgingshuizen wordt ingetrokken, met dien verstande dat:

a. in wettelijke procedures en rechtsgedingen tegen besluiten die op grond van die wet zijn genomen, dan wel op tegen die besluiten in te stellen of ingestelde beroepen, zowel in eerste aanleg als in verdere instantie, de regels van toepassing blijven die golden voor 1 januari 2001;

b. die wet van toepassing blijft op de financiële verantwoording, vaststelling en uitbetaling van op grond van die wet verleende subsidies en uitkeringen.

M

Na artikel 52 worden drie artikelen ingevoegd die luiden als volgt:

Artikel 52a

In artikel 1 van de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel f vervangen door een punt en vervalt onderdeel g.

Artikel 52b

In artikel 26c van de Wet tarieven gezondheidszorg wordt «het College bouw ziekenhuisvoorzieningen en het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, bedoeld in de Wet ziekenhuisvoorzieningen» vervangen door: het College bouw zorginstellingen en het College sanering zorginstellingen, bedoeld in de Wet exploitatie zorginstellingen.

Artikel 52c

In artikel 12.15 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs wordt «de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb. 1971, 268)» vervangen door: de Wet exploitatie zorginstellingen.

N

In artikel 54 wordt «artikel 1, tweede en derde» vervangen door: artikel 1, tweede en derde lid.

Toelichting

A, B

Doordat het oorspronkelijke artikel 4, eerste lid, alleen aan collectief gefinancierde rechtspersonen de eis van een exploitatietoestemming oplegde, vielen daaronder niet de organisatorische verbanden die niet in de vorm van een rechtspersoon zijn opgezet (maatschappen, e.d.). In het tweede lid, inzake de ziekenhuizen en particulier gefinancierde zelfstandige behandelcentra, werd dat onderscheid niet gemaakt. Omdat de reden om deze twee categorieën, ongeacht hun rechtsvorm, onder de WEZ te brengen, namelijk hun potentie om het collectieve stelsel te ondergraven, ook geldt voor de niet-rechtspersoonlijkheid bezittende collectief gefinancierde verbanden, is het wenselijk deze laatste alsnog onder het wetsvoorstel te brengen. Het begrip «organisatorisch verband», dat ook reeds in de Kwaliteitswet zorginstellingen wordt gehanteerd, omvat alle verschijningsvormen van instellingen. Om te voorkomen dat de werkingssfeer hierdoor te vaag wordt en het voor instellingen onduidelijk is of zij nu wel of niet onder de wet vallen, is gekozen voor een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen positieve lijst, waarop de categorieën van instellingen worden aangewezen die zorg leveren waarop aanspraak bestaat ingevolge de Ziekenfondswet of de AWBZ. Hiermee wordt ook de werkingssfeer van die twee wetten duidelijker dan thans aangegeven. In de lijst zal worden aangesloten bij de terminologie die thans wordt gebezigd in het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering en het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering, waar nodig verfijnd aan de hand van het Besluit werkingssfeer WTG 1992. Het voordeel van deze delegatie naar een algemene maatregel van bestuur is dat te zijner tijd wijzigingen in het stelsel van de ziektekostenverzekeringen op het punt van de aanspraakomschrijving met dezelfde pennenstreek in de WEZ kunnen worden aangebracht, omdat die aanspraakomschrijving op basis van de Ziekenfondswet en de AWBZ hoofdzakelijk eveneens op amvb-niveau plaatsvindt. Ook de werkingssfeer van de WTG wordt bij amvb aangegeven.

Voor zover nodig zullen de aangewezen categorieën van instellingen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 1, tweede lid, worden uitgezonderd van onderdelen van de WEZ, bijvoorbeeld van het vereiste van het ontbreken van winstoogmerk. Op grond van het derde lid van artikel 1 zullen waar nodig de aangewezen instellingen van rechtswege in het bezit van een exploitatietoestemming worden verklaard.

Gezien de kritische vragen van de leden van verschillende fracties bij de delegatiemogelijkheden van het wetsvoorstel, met name ten aanzien van het bouwregime, stel ik voor aan artikel 4 een vijfde lid toe te voegen, waarin voor de algemene maatregel van bestuur inzake het bouwregime een voorhangbepaling is opgenomen.

C

Ten onrechte is in de artikelen 6, derde lid, onder c, en 8, tweede lid, onder c, sprake van «instelling». Aangezien het hier gaat om de aanvrager van een exploitatietoestemming, moet hier, gelet op artikel 1, eerste lid, onder f, juncto artikel 4, het begrip «organisatorisch verband» worden gebruikt.

D

In aanvulling op het gestelde onder C inzake de vervanging van «instel-ling» door «organisatorisch verband» merk ik op dat de transparantie-eis niet behoeft te gelden voor ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra die uitsluitend privaat worden gefinancierd; zij doen immers geen beroep op collectieve middelen, waarvan het «weglekken» via onduidelijke juridische constructies moet worden voorkomen. De privaat gefinancierde instellingen zullen dus uitsluitend worden getoetst aan hun invloed op het stelsel, zoals dat tot uiting komt in het beleidskader en de daarvoor beschikbare middelen.

E

Zoals in de memorie van toelichting bij artikel 9 is gezegd, zijn prestatie-eisen afgeleid van bouwmaatstaven en kostennormen; zij worden gedefinieerd in termen van prestaties die de instellingen moeten leveren om als een bepaalde zorgvoorziening te kunnen functioneren. Zij zijn van technische aard en staan los van de criteria waaraan instellingen bij hun aanvraag om een exploitatietoestemming worden getoetst. Wel worden de prestatie-eisen gehanteerd als toetsingscriterium bij de vergunningverlening door het College bouw op grond van artikel 10, tweede lid, onder b. Naar mate minder vormen van bouw onder het toestemmings- en dus vergunningsvereiste vallen, vindt minder toetsing aan de prestatie-eisen plaats. Niettemin kan de minister het wenselijk vinden dat bij bepaalde vormen van bouw van bepaalde categorieën van instellingen, die niet al ter beoordeling bij het College bouw langskomen, toch prestatie-eisen in acht worden genomen. Hij kan dan het College bouw verzoeken zodanige eisen op te stellen; door middel van een voorschrift, aan de exploitatietoestemming te verbinden, is de inachtneming van de prestatie-eisen af te dwingen. De wijziging van artikel 9, eerste lid, strekt ertoe, het verzoek van de minister mogelijk te maken.

In het vierde lid van artikel 9 is bedoeld terug te verwijzen naar het derde lid.

F

De gewijzigde aanhef van artikel 10, eerste lid, maakt duidelijker dat verlening van de vergunning pas aan de orde is na de toestemming van de minister.

G

Zie de toelichting bij onderdeel D.

H

Onder de in te dienen gegevens zal in sommige gevallen ook een langetermijnhuisvestingsplan vallen. Betwist kan worden of het daarbij om «documentatiegegevens» gaat. Daarom wordt voorgesteld het neutrale woord «gegevens» te gebruiken.

I

Abusievelijk is in artikel 36 ter zake van de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang de verwijzing naar artikel 4, eerste tot en met derde lid, achterwege gebleven.

J

Onderdeel e van artikel 1, eerste lid, van de Ziekenfondswet is inmiddels verletterd tot onderdeel f.

K

De eisen inzake de bestuursstructuur en inzake de waarborgen voor een ordelijke en controleerbare bedrijfsvoering kunnen voor bestaande instellingen aanleiding zijn tot wijziging van de statuten of overeenkomsten. Het ingevoegde artikel 42a geeft ze daarvoor een jaar de tijd.

L

De Overgangswet verzorgingshuizen voorzag in een overbrenging van de verzorgingshuizen van de Wet op de bejaardenoorden naar de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet ziekenhuisvoorzieningen. Nu dat proces per 1 januari 2001 is afgerond, kan de Overgangswet worden ingetrokken. In de onderdelen a en b van artikel 47a staan enkele overgangsbepalingen voor de juridische en financiële afwikkeling van de overbrenging.

De verzorgingshuizen hebben inmiddels alle een toelating in het kader van de AWBZ en worden dus ingevolge artikel 40 geacht in het bezit van een toestemming te zijn.

M

Artikel 52a. In de wet geneeskundige hulpverlening bij rampen wordt met betrekking tot het begrip «ziekenhuizen» verwezen naar het Besluit aanwijzing inrichtingen Wet ziekenhuisvoorzieningen. Dat besluit vervalt bij het intrekken van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (artikel 41). De inhoud van het begrip «ziekenhuis» wordt inmiddels zó algemeen bekend verondersteld, dat een verwijzing niet meer nodig is.

Artikelen 52b en 52 c. Bij het opstellen van het voorstel van wet zijn twee bepalingen in andere wetten, die verwijzen naar de Wet ziekenhuisvoorzieningen, over het hoofd gezien. Die bepalingen wordt bij dezen gewijzigd.

N

In artikel 54 ontbrak het woord «lid».

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven