27 659
Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen)

nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2006

Hierbij leg ik u een wijziging van het Uitvoeringsbesluit van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) voor1.

Artikel 65 van de WTZi bepaalt dat een krachtens deze wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur aan de beide Kamers der Staten-Generaal wordt overlegd. De maatregel treedt in werking op een tijdstip dat wordt vastgesteld nadat dertig dagen na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat een in de maatregel geregeld onderwerp bij wet wordt bepaald.

Er zijn drie redenen om het Uitvoeringsbesluit aan te passen:

– Op 1 april 2006 is de WTZi gewijzigd: de toelatingen zonder bouw worden niet langer verleend door het College voor zorgverzekeringen (CVZ), maar door de minister van VWS. Voorts geeft de praktijk aanleiding tot enkele wijzigingen. Deze wijzigingen kunnen direct na de voorhang in werking treden.

– De invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de voorgenomen overheveling van een deel van geestelijke gezondheidszorg (ggz). Inwerkingtreding is naar verwachting op 1 januari 2008.

– De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Inwerkingtreding is op 1 januari 2007.

Voor een nadere toelichting zou ik u willen verwijzen naar de nota van toelichting bij het besluit. De wijzigingen in het Uitvoeringsbesluit hebben geen consequenties voor de reikwijdte van het bouwregime en ook niet voor het wel of niet mogen voeren van winstoogmerk.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven