27 659
Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen)

nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID KANT

Ontvangen 7 september 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

2. Alvorens over te gaan tot een maatregel als bedoeld in het eerste lid, onder b,c of d, stelt Onze Minister onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen de uitvoeringsorganen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Ziekenfondswet, waarmee de instelling een overeenkomst heeft gesloten, patiënten of consumenten, en andere ziekenhuisvoorzieningen, thuisorganisaties, huisartsen, verloskundigen en het ambulancevervoer, en medewerkers en bestuur van de betrokken instelling in de gelegenheid om binnen een door Onze Minister onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen te bepalen termijn hun opmerkingen omtrent dit voornemen aan hen kenbaar maken en burgemeesters en wethouders die gerekend kunnen worden tot het adherentie gebied van het ziekenhuis wordt de mogelijkheid gegeven een zwaarwegend advies uit te brengen.

Toelichting

In de beleidsregel ex artikel 3 Wet ziekenhuisvoorzieningen moesten ziekenhuizen bij plannen tot concentratie van zorg of tot een nieuwe verdeling van zorg tussen ziekenhuizen of ziekenhuislocaties streven naar een overeenstemming met maatschappelijk betrokken veldpartijen. Deze maatschappelijk betrokken partijen behoren ook in de WTZi een stem te kunnen laten horen. Burgemeesters en Wethouders zijn vertegenwoordigers van de gemeente en vertegenwoordigen het algemeen belang van de burgers. Mede daarom moeten zij de mogelijkheid hebben om een zwaarwegend advies te geven.

Kant

Naar boven