27 659
Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen)

nr. 106 Herdruk1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2008

In antwoord op uw brief van 17 december 2008 (2008D22608) inzake bovengenoemd onderwerp deel ik u het volgende mede.

De beoogde inwerkingtreding van het besluit was 1 januari 2009. Ingevolge artikel 65 van de Wet toelating zorginstellingen kan de datum van inwerkingtreding pas daadwerkelijk worden vastgesteld, bij klein koninklijk besluit, nadat dertig dagen na de overlegging van het besluit aan de beide Kamers der Staten-Generaal zijn verstreken. Ingevolge Aanwijzing voor de regelgeving nr. 43a dient bij zodanige overlegging ten minste drievierde deel van de dertig dagen buiten de recesperiode van de Kamers te vallen. Dit betekent, uitgaande van de overlegging op 16 december 2008 (Kamerstuk 27 659, nr. 105), dat de periode waarbinnen in elk geval geen besluit tot inwerkingtreding wordt vastgesteld, eindigt op 1 februari 2009. Tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in het besluit geregelde onderwerp bij wet wordt geregeld, zal vervolgens een inwerkingtredingsbesluit worden voorbereid, dat voorziet in inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2009.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker


XNoot
1

I.v.m. correctie van het ondernummer van het kamerstuk. Deze brief is eerder abusievelijk gepubliceerd als kamerstuk 27 659, nr. 102 en komt hiermee te vervallen.

Naar boven