27 653
Goedkeuring van het op 9 september 1998 te Farnborough totstandgekomen Verdrag tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Regering van de Franse Republiek, de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Regering van de Italiaanse Republiek tot oprichting van een Gezamenlijke Organisatie voor Samenwerking op Defensie-materieelgebied (Organisation Conjointe de Coopération en matière d'Armement) OCCAR (Trb. 1999, 174)

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2002

De vaste commissie voor Defensie verzocht de regering bij brief van 4 oktober jl. (kenmerk 66-def-2002) om de Tweede Kamer uiterlijk op 16 oktober een reactie te doen toekomen over de behandeling van het wetsvoorstel houdende de goedkeuring van het op 9 september 1998 te Farnborough totstandgekomen «Verdrag tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Regering van de Franse Republiek, de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland en de Regering van de Italiaanse Republiek tot oprichting van een Gezamenlijke Organisatie voor Samenwerking op Defensiematerieelgebied» (Organisation Conjointe de Coopération en matière d'Armement, Occar) (Trb. 1999, 174; kamerstuk 27 653). Met deze brief voldoe ik, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, aan het verzoek van de commissie.

Evenwichtige benadering

Wat materieelverwerving betreft, voert Nederland al jaren een pragmatisch beleid; niet per definitie pro-Europees of pro-Amerikaans. Zowel in Europees als in transatlantisch verband is het internationale streven erop gericht de voorwaarden voor industriële samenwerking en de uitwisseling van technologie en deskundigheid te bevorderen. Dit streven berust op economische overwegingen – krimpende markten noodzaken tot schaalvergroting – én politieke doelstellingen – doelmatiger materieelverwerving, standaardisatie, militaire samenwerking.

Tegen deze achtergrond is inmiddels met de Verenigde Staten, mede in verband met de Nederlandse deelneming aan de ontwikkeling van de JSF, de «Declaration of Principles» (DoP) overeengekomen. De DoP biedt het kader voor de transatlantische materieelsamenwerking. In Europees kader belichaamt Occar het streven om op grond van gezamenlijk uitgangspunten de materieelverwerving te stroomlijnen. Een alternatief voor Occar als Europees materieelagentschap is er niet. Een mogelijke toetreding tot Occar kan mede worden bezien in het licht van een evenwichtige transatlantische en Europese benadering.

Europese materieelsamenwerking

Occar is thans nog een organisatie van de vier grote Europese landen. Behalve Nederland hebben ook Spanje en België te kennen gegeven tot Occar te willen toetreden. Zweden zal zich naar verwachting binnenkort aanmelden voor lidmaatschap. Het kabinet zoekt in internationaal overleg naar mogelijkheden om Occar te verbreden. Zo wordt op termijn wellicht voldaan aan de wens van Nederland dat meer landen bij Occar worden betrokken. Dan ontstaat er uitzicht op een werkelijk Europees materieelagentschap. Ook bestaat er nog geen helder beeld over de opvattingen van de Nederlandse industrie met betrekking tot Occar. Omdat de industrie een belangrijke rol in de discussie over Occar speelt, wordt de industrie hierover nader geconsulteerd.

Bovenstaande vergt tijd. In afwachting van de resultaten hiervan verzoek ik de Tweede Kamer het wetsvoorstel inzake de goedkeuring van het Occar-verdrag niet verder in behandeling te nemen. Zodra er meer bekend is, zal ik de Kamer nader informeren.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven