27 625 Waterbeleid

Nr. 689 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2024

Op grond van artikel 10, tweede en derde lid, van de Drinkwaterwet, dient elke drie jaar de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC) en het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven te worden vastgesteld. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de periode 2025–2027.

Zoals aangekondigd in de Kamerbrief over bescherming van de kwaliteit van drinkwater1, is de regelgeving rondom de WACC gewijzigd. Deze wijziging is ingegaan per 26 september jl.

In artikel 5, onderdeel a, van de Drinkwaterregeling (hierna: Dwr) zijn twee wijzigingen doorgevoerd:

  • de risicovrije rente voor eigen vermogen wordt gebaseerd op staatsobligaties met een looptijd van twintig jaar, in plaats van een looptijd van tien jaar;

  • de risicovrije rente voor vreemd vermogen wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde gerealiseerde rendement over de voorafgaande drie jaren, in plaats van het gemiddelde gerealiseerde rendement over de voorafgaande tien jaren.

Over de vaststelling van de WACC voor de periode 2025–2027 is, conform de Drinkwaterwet, advies gevraagd aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

In de Drinkwaterwet en -regelgeving staat in detail beschreven hoe de WACC moet worden berekend. Op 17 oktober 2024 heeft de ACM advies uitgebracht (zie bijlage 1). Het advies van ACM volgt uit een zorgvuldig en transparant proces, waarbij belanghebbenden een zienswijze hebben kunnen indienen op conceptberekeningen van de WACC. Ik neem het advies van de ACM over. Dat betekent dat de WACC 4,32% zal bedragen voor de periode 2025–2027. Dit is hoger dan de huidige WACC.

Naast de WACC dient ook het maximaal toegestane aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen te worden vastgesteld. Voor de periode 2022–2024 bedroeg deze 70%. Aan de ACM is gevraagd om te berichten of er aanleiding is dit percentage te wijzigen. De ACM heeft berekend dat het aandeel eigen vermogen van de drinkwaterbedrijven gemiddeld 40% is.

Ik zal voor de periode 2025–2027 het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen daarom niet wijzigen en dus opnieuw vaststellen op 70%.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


X Noot
1

Kamerstukken II 2023–2024, 27 625, nr. 671

Naar boven