27 625 Waterbeleid

Nr. 599 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2023

Hierbij stuur ik u de verkenning effectief instrumentarium Bewust en zuinig drinkwatergebruik, de verkenning facts & figures belasting op leidingwater, een onderzoek naar de gevaren van dumpingen en lozingen van drugsproductieafval voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen en mijn reactie op deze rapporten.

Achtergrond

Na een jarenlange daling neemt sinds 2015 het drinkwatergebruik in Nederland weer toe, terwijl de natuurlijke beschikbaarheid van bronnen afneemt. De toenemende drinkwatervraag zet de toekomstige drinkwatervoorziening, en in sommige gebieden het watersysteem als geheel, onder druk.

Om de (toekomstige) druk op de drinkwatervoorziening en het watersysteem te verlichten, structureel en tijdens piekmomenten, is bewust en zuinig drinkwatergebruik een hoofddoel in de Beleidsnota Drinkwater voor de periode 2021–2026 (Kamerstuk 27 625, nr. 530). Zonder aanvullende (beleids-)inspanningen zet de toename van het drinkwatergebruik zich naar verwachting door als gevolg van bevolkingsgroei, economische ontwikkelingen en een groeiend drinkwaterverbruik per inwoner. Daarbij is er door klimaatverandering in de zomer vaker sprake van een piekvraag naar (drink)water. Tegen deze achtergrond wordt het steeds moeilijker om voldoende schone drinkwaterbronnen te vinden. Daarom is bewust en zuinig drinkwatergebruik belangrijk voor de toekomst.

Als eerste stap naar een aanpak voor bewust en zuinig drinkwatergebruik is een verkenning uitgevoerd naar de effectiviteit van mogelijke drinkwaterbesparingsmaatregelen en -instrumenten voor verschillende drinkwatergebruikers. Daarnaast stuur ik u de gevraagde verkenning naar de belasting op leidingwater; deze verkenning brengt feiten en cijfers in beeld over de belasting op leidingwater en schetst enkele mogelijke aanpassingen.

Met deze brief doe ik de toezegging over waterbesparing en de belasting op leidingwater af1.

Verkenning bewust en zuinig drinkwatergebruik

Deze verkenning laat zien dat drinkwaterbesparing mogelijk is met een combinatie van maatregelen en instrumenten. Een maatregel is de wijze waarop bespaard kan worden (korter douchen, waterbesparende douchekop, enz.) Onder instrumenten verstaan we manieren om de inzet van maatregelen te stimuleren, te ontmoedigen, te verbieden of af te dwingen (gedragsbeïnvloeding, financieel beïnvloeden of reguleren).

De verkenning beveelt aan een ambitie te formuleren en hier met de partners samen naar toe te werken via een mix van maatregelen en instrumenten.

Beleidsreactie

In de Kamerbrief over Water en bodem sturend2 is de kabinetsambitie geformuleerd: «We werken toe naar een drinkwatergebruik per hoofd van de bevolking van 100 liter in 2035 (thans 125 liter) en beperken laagwaardig gebruik van drinkwater. Grootverbruikers vragen we het drinkwatergebruik ook met 20% te reduceren. Zo beperken we het effect van toename van de watervraag in relatie tot de schaarsere beschikbaarheid van water.»

Samen met stakeholders wil ik komen tot een passende mix van maatregelen en instrumenten om de beoogde doelen voor korte en lange termijn te realiseren. Enkele in de Kamerbrief Water en bodem sturend reeds aangekondigde maatregelen willen we op korte termijn oppakken:

  • We gaan samen met de partners werken aan een nationaal plan van aanpak voor drinkwaterbesparing, op basis van de verkenning naar maatregelen en instrumenten voor bewust en zuinig drinkwaterverbruik.

  • Met de drinkwaterbedrijven (Vewin) en de grootzakelijke gebruikers (VEMW) worden afspraken gemaakt over drinkwaterbesparing bij alle watergebruikers. Het leveren van drinkwater voor koeling van grootzakelijke waterverbruikers, waaronder bijvoorbeeld datacenters, wordt beperkt.

  • We bekijken hoe het beleidsinstrument beprijzing het beste kan worden ingezet voor het toekomstbestendig maken van de drinkwatervoorziening, met waarborgen voor de betaalbaarheid.

Verkenning belasting op leidingwater

De tien Nederlandse drinkwaterbedrijven leveren jaarlijks ruim 1,1 miljard m3 water via hun drinkwaternet; dit betreft 7% van het totale waterverbruik. Ongeveer 73% van het drinkwater wordt geleverd aan huishoudens, 12% aan de industrie, 4% aan de landbouw en 11% aan overige bedrijven.

De belasting op leidingwater is in 2000 ingevoerd in het kader van een verdere fiscale vergroening. Daarbij trad een verschuiving op van directe naar indirecte belastingen, mede vanuit de gedachte «de vervuiler/verbruiker betaalt». Voor huishoudens werd dit onder meer gerealiseerd via een verschuiving van de loon- en inkomstenbelasting naar een nieuwe belasting op leidingwater. De leidingwaterbelasting was daarmee specifiek gericht op kleinverbruikers. Om te bereiken dat de leidingwaterbelasting daadwerkelijk neerslaat bij de huishoudens en niet bij bedrijven, is een heffingsplafond ingesteld van 300 m3 per aansluiting per jaar. Als er sprake is van een hoger verbruik, hoeft over het meerdere geen leidingwaterbelasting te worden betaald. De belasting op leidingwater is een milieubelasting. De overheid wil daarmee stimuleren dat burgers en bedrijven zuiniger omgaan met leidingwater. In 2022 was het tarief EUR 0,359 (excl. btw) voor de eerste 300 m3 per jaar. Grootverbruikers betalen door het heffingsplafond maximaal EUR 107,70 per jaar.

Door het heffingsplafond ervaren grootverbruikers vanuit de leidingwaterbelasting geen prikkel tot drinkwaterbesparing. De verkenning geeft een aantal opties voor aanpassing van de Belasting op leidingwater om deze prikkel te vergroten:

  • De grondslag aanpassen naar alleen water geleverd via het drinkwaternet;

  • Het heffingsplafond verhogen;

  • Herinvoering van een grondwaterbelasting.

Deze opties bieden (individueel of gecombineerd) aanknopingspunten voor verdere verkenning.

Beleidsreactie

Het rapport beschrijft de ontstaansgeschiedenis van de belasting op leidingwater; een verschuiving van directe naar indirecte belastingen voor kleinverbruikers en maakt de keuzen die destijds zijn gemaakt inzichtelijk. Eén van de mogelijkheden om drinkwaterbesparing te realiseren via beprijzing, en daarmee het toekomstbestendig maken van de drinkwatervoorziening, is de aanpassing van de belasting op leidingwater. De opties hiervoor gaan verder verkend worden, samen met de Ministeries van Financiën, Economische zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en samen met de belanghebbenden, zoals de Vewin en de VEMW.

Als volgende stap zal een update gemaakt worden van de verkenning die de toenmalig Staatssecretaris van Financiën in 2014 heeft uitgevoerd naar de mogelijke afschaffing van het heffingsplafond.3 Bij die update moet antwoord worden gegeven op vragen als:

  • Wat de zijn de kwantitatieve effecten voor grote afnemers als het plafond verandert?

  • In hoeverre kunnen grote verbruikers drinkwater substitueren door bijvoorbeeld grondwater of oppervlaktewater en onder welke voorwaarden (per sector, bedrijfstype en regio)?

Hierbij worden ook aspecten meegenomen als uitvoerbaarheid, economische effecten en handelingsperspectief.

Onderzoek dumpingen en lozingen van drugsproductieafval

Dit onderzoek gaat in op de gevaren voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen van dumpingen en lozingen van drugsproductieafval. In Nederland worden in illegale laboratoria veel synthetische drugs gemaakt, zoals amfetamine en XTC. Het afval wordt onder andere in vaten in de natuur en op straat gedumpt, of op het riool geloosd. Het RIVM heeft in kaart gebracht in hoeverre dit schadelijk kan zijn voor de kwaliteit van het drinkwater.

Hieruit blijkt dat ongeveer twintig procent van de dumpingen plaatsvindt in de buurt van of in gebieden waar water uit de grond wordt gehaald voor de bereiding van drinkwater (grondwaterbeschermingsgebieden). Deze stoffen zijn ook in enkele oppervlaktewateren gevonden. Deze verontreinigingen kunnen invloed hebben op de kwaliteit van het water dat wordt gewonnen voor de drinkwaterbereiding.

Het afval van de drugsproductie is vaak een mengsel van stoffen waarmee de synthetische drugs worden gemaakt. Meerdere stoffen die potentieel in drugsproductieafval aanwezig zijn, worden geclassificeerd als zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Deze schadelijke stoffen worden niet standaard gemeten in het Nederlandse watersysteem.

Beleidsreactie

Het RIVM beveelt aan om meer metingen te doen op meerdere plekken in de waterketen. Dat wil zeggen: in gezuiverd rioolwater, grondwater, oppervlaktewater en op de plekken waar water wordt gewonnen voor de bereiding van drinkwater. Ook wordt aanbevolen om te bepalen tot welke concentraties in drinkwater deze stoffen gezondheidskundig zeker veilig zijn (drinkwater-richtwaardes). Verder is het belangrijk dat de partijen die als eerste bij een dumping zijn (politie en brandweer) goed communiceren met drinkwaterbedrijven en waterschappen. Het RIVM beveelt aan om een protocol te ontwikkelen zodat duidelijk is wie op zo’n moment welke maatregelen kan nemen. Als de betrokken partijen elkaar beter en sneller kunnen vinden, kan de schade van de dumpingen worden verminderd. Ik neem deze aanbevelingen over en ga deze samen met de betrokken partijen verder uitwerken. Ik zal de Kamer medio 2023 over de voortgang informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Toezegging tijdens het CD Water van 7 juni 2022 aan het lid Tjeerd de Groot (D66). (Kamerstuk 27 625, nr. 582).

X Noot
2

Kamerstuk 27 625, nr. 592.

X Noot
3

Kamerstuk 33 752, nr. 95.

Naar boven