27 625 Waterbeleid

30 015 Bodembeleid

Nr. 562 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2022

Hierbij informeer ik uw Kamer over het resultaat van een op 11 december 20181 aangekondigd onderzoek naar de ecologische kwaliteit van diepe plassen. Op 21 februari 2022 heeft de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) het rapport van het onderzoek «Diepe uiterwaardplassen: verondiepen of niet? Visie vanuit een ecologisch perspectief» (bijgevoegd) gepubliceerd2. De VBNE is de opdrachtgever voor dit onderzoek.

Aanleiding voor het onderzoek was een toenemende behoefte – vanuit beleid en beheer – aan een kader voor de ecologische beoordeling van een diepe plas en de beantwoording van de vraag of een verondieping vanuit ecologisch oogpunt nuttig kan zijn. In 20183 was het namelijk voor veel partijen onduidelijk of een verondieping leidt tot een beoogde verbetering van de ecologische kwaliteit en de natuurwaarden. Deze vraag hing destijds samen met een toename van de import van grond en baggerspecie en toepassing daarvan in diepe plassen. Hierover zijn zowel politiek als maatschappelijk zorgen geuit.

Beleidsontwikkeling

Het verondiepen van een diepe plas werd bij de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit in 2008 gezien als een mogelijkheid om licht verontreinigde grond en baggerspecie toe te passen in een diepe plas in samenhang met andere maatregelen, zoals hoogwaterbeschermingsprojecten, Kaderrichtlijnwater- projecten en het baggeren van onze rivieren voor een vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart. Door een veranderende uitvoeringspraktijk – bijvoorbeeld meer import van grond en baggerspecie – en nieuwe inzichten is het nog jonge diepe plassenbeleid de afgelopen jaren aangepast. Zo zijn in 2018 de eisen voor plastics in grond en bagger aangescherpt en met de inwerkingtreding van de omgevingswet wordt er een vergunning- en m.e.r.-beoordelingsplicht geïntroduceerd.

De afgelopen jaren waren er zorgen over het verondiepen van diepe plassen. Ik vind het belangrijk om nieuwe inzichten te blijven meenemen in het beleid. Op dit moment vindt een brede bestuurlijke dialoog plaats over de heroriëntatie van het diepe plassenbeleid. Hierbij worden mogelijke bouwstenen voor nieuw beleid in beeld gebracht.

Ecologisch onderzoek

Met het ecologisch onderzoek naar de uiterwaarde plassen is nieuw inzicht verkregen in de ecologische kwaliteit van de onderzochte diepe plassen en de eventuele meerwaarde voor de ecologie bij een verondieping.

Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat de ecologische kwaliteit van diepe plassen niet per definitie slechter is dan verondiepte plassen. De waterkwaliteit in diepe uiterwaardplassen is in verschillende opzichten regelmatig beter dan in de onderzochte verondiepte plassen. Uit het onderzoek volgt verder dat het geheel verondiepen van grote, ondiepe plassen geen of nauwelijks ecologische meerwaarde lijkt te hebben ten opzichte van de huidige ecologische kwaliteit van diepe plassen.

In het rapport is een handelingsperspectief opgenomen waarmee – op basis van goed vooronderzoek en een brede afweging – een verondieping kan worden overwogen. Aanleiding voor een verondieping kan zijn het realiseren van een Kaderrichtlijn Water maatregel of opgaves voor het Nederlandse Natuur Netwerk of Natura 2000. Als voorbeeld is hierbij genoemd het verwezenlijken van kleine en soms tijdelijke plassen en moerasgebieden. Verder wordt aanbevolen om voor een verondieping die primair wordt benut voor het bergen van baggerspecie – voor het veilig en vlot bevaarbaar houden van onze rivieren – een plas te kiezen met een ongunstige ecologische toestand.

Ik zal uw Kamer voor de zomer mijn beleidsreactie op de uitkomsten van de bestuurlijke dialoog doen toekomen. Ik zal daarbij de uitkomsten van het onderzoek naar de ecologische kwaliteit van diepe plassen betrekken. Ook zal ik hierbij bezien op welke punten het onderzoek naar de kwaliteit van diepe plassen aanleiding geeft tot vervolgacties.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 456

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 456

Naar boven