27 625 Waterbeleid

Nr. 537 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2021

In 2011 hebben Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven in het Bestuursakkoord Water (BAW) maatregelen afgesproken voor een doelmatiger waterbeheer (Kamerstuk 27 625, nr. 190). Daarmee werd beoogd om de kwaliteit van het beheer te verbeteren tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Naar verwachting zouden – zonder maatregelen – de totale kosten per jaar voor het beheer van het watersysteem en de waterketen oplopen van € 7 miljard in 2010 tot € 8 à € 9 miljard in 2020. Hierdoor zou de betaalbaarheid onder druk komen te staan. Met de uitvoering van de maatregelen in het Bestuursakkoord Water hebben de partijen een doelmatigheidswinst nagestreefd geleidelijk oplopend tot jaarlijks tenminste € 750 miljoen in 2020. Hierdoor zou de lastenstijging voor huishoudens en bedrijven worden beperkt. Bijgaand bied ik u de eindrapportage van de monitoring aan waarin de bereikte resultaten zijn toegelicht1. In deze brief informeer ik u over de hoofdlijnen van de resultaten. Omdat de beoogde doelmatigheidswinst ruimschoots is gerealiseerd, beschouw ik de afspraken in het BAW als afgerond.

Eindresultaat

Met tevredenheid kan ik u berichten dat de beoogde doelmatigheidswinst ruim is gerealiseerd. De eindrapportage laat zien dat in 2019 een doelmatigheidswinst van circa € 668 miljoen is gerealiseerd in de waterketen en een doelmatigheidswinst van circa € 404 miljoen in het watersysteem. De totale gerealiseerde doelmatigheidswinst bedraagt hiermee ruim € 1 miljard. Dit is meer dan de doelstelling van tenminste € 750 miljoen per jaar. Omdat de doelstelling ruimschoots is gerealiseerd, zijn de lasten voor inwoners en bedrijven minder toegenomen dan zonder het BAW het geval zou zijn geweest.

De gerealiseerde doelmatigheidswinst is vooral te danken aan de intensievere samenwerking tussen met name gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven. Daarnaast is het assetmanagement verbeterd waardoor de technische levensduur van de assets optimaal wordt benut en de middelen effectiever worden besteed. Enige voorzichtigheid past hier, omdat in de afgelopen periode ook tijdelijk sprake is geweest van minder investeringen die later mogelijk leiden tot een inhaalslag.

Met het behalen van de in 2011 afgesproken doelmatigheidswinst is door de BAW-partners invulling gegeven aan de maatregelen die in het BAW zijn opgenomen. In mijn brief van 4 november 2020 (Kamerstuk 27 625, nr. 523) heb ik u geïnformeerd dat ik met de BAW-partners overeen ben gekomen dat het niet in de rede ligt nog voor het aantreden van het nieuwe kabinet tot een eventueel vervolg op het BAW te komen. Met de BAW-partners heb ik wel afgesproken dat, vooruitlopend hierop, de uitvoering van de maatregelen uit het aanvullend BAW met betrekking tot Data & Informatievoorziening en Cybersecurity wordt gecontinueerd passend binnen de stappen die de (koepel)organisaties zelf al nemen, zodat de uitvoering hiervan is geborgd. Ditzelfde geldt voor de afspraak uit het BAW met betrekking tot het uitvoeren van de watertoets, waardoor deze wordt uitgevoerd bij alle ruimtelijke plannen die van belang zijn voor het waterbeheer.

Terugblik op het traject

De afgesproken doelmatigheidswinst oplopend tot jaarlijks tenminste € 750 miljoen in 2020 is onderverdeeld in € 450 miljoen in de waterketen en € 300 miljoen in het watersysteem. Deze doelmatigheidswinst leidt voor burgers en het bedrijfsleven tot een gematigder lastenontwikkeling, omdat deze beperkte kostenstijging in het waterbeheer neerslaat in diverse (lokale) belastingen en drinkwatertarieven. Naast het beperken van de kostenstijging is in het BAW afgesproken om de kwaliteit van het beheer te verbeteren en de kwetsbaarheid te verminderen door intensievere samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven. In 2014 en 2017 zijn driejaarlijkse rapportages opgesteld over de ontwikkeling van de geleverde prestaties in relatie tot de gerealiseerde doelmatigheidswinst.

De eerste tussenevaluatie van het BAW bevatte de tussenresultaten van de onafhankelijke Visitatiecommissie Waterketen onder leiding van mevrouw Peijs, die medio 2013 van start ging. Uit die tussenresultaten kwam naar voren dat er grote verschillen waren tussen de regio’s. Bij de afronding van het onderzoek in 2014 heeft de Visitatiecommissie geconcludeerd dat de afgesproken BAW-doelen ten aanzien van doelmatigheid met enige extra inspanning door de sector in 2020 haalbaar waren.

Uit de tweede tussentijdse evaluatie in 2016 bleek dat de aanpak van de Visitatiecommissie heeft geleid tot een duidelijke verhoogde inspanning om voldoende informatie te verstrekken en in enkele gevallen ook tot een versnelling in het vaststellen van afspraken en plannen. Ook bleek dat door samenwerking de kwetsbaarheid was afgenomen en de kwaliteit verbeterd. In de tweede tussentijdse evaluatie is geconcludeerd dat, op het bereiken van de doelmatigheidswinst na, alle overige acties uit het BAW zijn uitgevoerd of niet meer relevant waren als gevolg van verdere beleidsontwikkeling in de waterketen.

Met het bereiken van de doelmatigheidswinst is nu ook de laatste actie uit het BAW afgerond. Ik dank de betrokken partijen voor de constructieve samenwerking en verwacht dat ook na het bereiken van de doelmatigheidsdoelstelling de samenwerking in de waterketen en het watersysteem door alle partijen wordt voortgezet.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven