27 625 Waterbeleid

Nr. 527 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2021

In de brief van 4 november 20201 heb ik toegezegd de Kamer de door IPO en UvW uitgevoerde inventarisatie van grondwateronttrekkingen toe te sturen. Aanleiding voor de inventarisatie was het verzoek van de Kamer om informatie over grondwateronttrekkingen in het licht van de droogteproblematiek. De resultaten van de inventarisatie doe ik u met bijgaande rapportage toekomen2. Deze bevat een beschrijving van regels en bevoegdheden ten aanzien van grondwateronttrekkingen, informatie over aantallen grondwateronttrekkingen en onttrokken hoeveelheden en voorstellen om te komen tot verbeteringen. Daarbij worden grondwateronttrekkingen in een bredere context van de problematiek van klimaatverandering en droogte geplaatst.

De rapportage geeft een goed overzicht van de beschikbare informatie over verschillende typen grondwateronttrekkingen. Voor grondwateronttrekkingen voor drinkwater en grote industriële onttrekkingen bestaat een compleet beeld van de vergunde onttrekkingen en daadwerkelijk onttrokken hoeveelheden. Op grond van de Waterwet geldt in beginsel een vergunning- of meldingsplicht voor grondwateronttrekkingen, waarbij de onttrokken hoeveelheden dienen te worden opgegeven. De regelgeving biedt echter de ruimte om gevallen aan te wijzen waarin deze verplichtingen niet gelden. Voor onttrekkingen voor beregening in de landbouw geldt dat niet alle waterschappen verplichten tot een opgave van onttrokken hoeveelheden. Hiervan is derhalve geen compleet beeld. Voor kleine onttrekkingen geldt veelal geen vergunning- of meldingsplicht. Deze onttrekkingen zijn daarmee ook niet geregistreerd. Wel is een inschatting gemaakt van het aantal van dit type onttrekkingen en de onttrokken hoeveelheden.

In de rapportage wordt geconstateerd dat het aantal grondwateronttrekkingen en onttrokken hoeveelheden voor met name beregening in de landbouw de laatste jaren is toegenomen in verband met de droogte. Deze toename gecombineerd met afnemende waterbeschikbaarheid zet het grondwatersysteem in Hoog Nederland onder druk. Samen met het beperkte zicht op onttrokken hoeveelheden grondwater door met name de landbouw en particulieren is dit voor de provincies en waterschappen aanleiding om hun grondwater- en beregeningsbeleid te herijken. Ik zal aan de provincies en waterschappen vragen dit voortvarend op te pakken. Onderdeel van de herijking is verbetering van de registratie van onttrekkingen en onttrokken hoeveelheden. De voortgang van de herijking zal in de Stuurgroep Water worden besproken.

Grondwaterkwantiteit is een belangrijk aspect van zoetwaterbeschikbaarheid. Zoals ik eerder heb aangegeven is een Studiegroep Grondwater ingesteld om de opgaven voor grondwaterkwaliteit en -kwantiteit verder in kaart te brengen, te inventariseren welke inzet op die opgaven wordt gepleegd en aan te geven of een extra impuls nodig is. De inventarisatie van grondwateronttrekkingen zal hierbij als input dienen.

Ik hoop U hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 27 625, nr. 523

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven