27 625 Waterbeleid

Nr. 526 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 februari 2021

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 2 juli 2020 over acties lood in drinkwater (Kamerstuk 27 625, nr. 506).

De vragen en opmerkingen zijn op 14 september 2020 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 16 februari 2021 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers

Met deze brief geef ik u, mede namens de Ministers van I&W en voor MZS, antwoord op de door u tijdens het schriftelijk overleg van 12 september 2020 gestelde vragen (2020D29400). In deze brief zijn de vragen per fractie opnieuw opgenomen en aansluitend voorzien van een antwoord.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief Acties lood in drinkwater. Drinkwater moet schoon, gezond en veilig te drinken zijn. De leden van de CDA-fractie vinden dat de overheid dit moet waarborgen. Daarom zijn zij blij met de aanpak zoals gepresenteerd in de brief. Bovenstaande leden hebben hier wel nog enkele vragen over.

1.

De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet inmiddels met een communicatiestrategie is gekomen. Wanneer wordt dit uitgerold? Wordt de Kamer geïnformeerd over de effectiviteit hiervan? Zo ja, wanneer en hoe? Zo nee, waarom niet? Ook worden bovengenoemde leden graag geïnformeerd over nieuwe inzichten met betrekking tot het doorspoeladvies.

In het afgelopen voorjaar is een uniforme communicatieboodschap opgesteld in samenwerking tussen de diverse bij de loodproblematiek betrokken partijen. Deze boodschap is vervolgens breed verspreid zodat partijen hun eigen communicatie hierop aan konden passen en deze uniform en up-to-date was. Dit is afgerond. Daarnaast is in de brief aangekondigd dat, in navolging van de gemeente Amsterdam, eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief zullen worden geïnformeerd over de mogelijkheid van aanwezigheid van loden leidingen, over de risico’s daarvan en over het bijbehorende handelingsperspectief. De GGD’en zouden hierbij worden betrokken. BZK is voornemens de overige gemeenten, voor zover zij hier nog niet toe over zijn gegaan, te vragen de eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 in hun gemeente actief te benaderen met informatie over de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen. Het Rijk zal de gemeenten daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van voorbeeldbrieven, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen en het eerdere werk van de gemeente Amsterdam.

Het is van groot belang dat al diegenen die het risico lopen dat hun drinkwater verontreinigd is van dit risico op de hoogte worden gebracht, zodat zij hierop maatregelen kunnen nemen.

In de brief van juli 2020 is toegezegd dat de Kamer jaarlijks wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen en over de voortgang van saneringen. In dat kader zal ook verslag gedaan worden van de voortgang hiervan.

Wat betreft het doorspoeladvies bij nieuwe leidingen of kranen: bij nadere beschouwing zijn er geen redenen om voor een installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies te hanteren dan zoals dat in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap is beschreven voor een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe installatie de leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld, dat het te consumeren water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening van de hoeveelheid water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een normale diameter bevat per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan is geplaatst geldt een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor een periode van drie maanden na ingebruikname van de installatie of kraan.

2.

De leden van de CDA-fractie vragen wat het alternatief is om de dragende rol van de GGD’en over te nemen? Zij horen daarbij graag de voor- en nadelen van de verschillende opties.

De GGD is een belangrijke schakel in het stelsel van publieke gezondheid en voert op basis van de Wet publieke gezondheid en in opdracht van de gemeenten taken uit op het terrein van de medische milieukunde. Dat is een deskundigheid die beperkt beschikbaar is in Nederland. Dat betekent inderdaad dat keuzes gemaakt moeten worden in de taken waar de GGD voor wordt ingezet.

In het totale pakket aan maatregelen die de regering heeft aangekondigd, hebben de GGD’en een rol vanwege hun deskundigheid en regionale positie. Aan de gemeenten zal worden gevraagd om actief richting gebouweigenaren en bewoners te communiceren, de GGD’en kunnen de gemeenten daarin ondersteunen en adviseren.

3.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering ook of dit probleem met lood ook speelt in andere Europese landen. Zo ja, hoe hebben zij het probleem aangepakt? Zo nee, hoe hebben deze landen het voorkomen?

Ja, ook in andere landen binnen Europa speelt de problematiek van verhoogde gehalten aan lood in drinkwater doordat in het verleden loden leidingen zijn toegepast. Er is geen uitputtend overzicht, maar in een aantal landen is ingezet op verwijdering van loden distributieleidingen en aansluitingen.

Net zoals in Nederland is het verwijderen van loden binneninstallaties over het algemeen de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar. In België en het Verenigd Koninkrijk is recent een speciaal monitoringsprogramma opgesteld gericht op scholen. Vanwege de loodproblematiek is in de herziene EU Drinkwaterrichtlijn (nummer 2020/2184, Publicatieblad L 435 van 23 december 2020, blz. 1) speciale aandacht voor lood in binneninstallaties. De lidstaten moeten een analyse maken van de situatie in hun land en maatregelen nemen met speciale aandacht voor gebouwen met een publieke functie waar kwetsbare groepen verblijven. Voor lood betreft dit in ieder geval kindlocaties. De acties die nu in Nederland worden ingezet sluiten aan op de nieuwe vereisten van de Drinkwaterrichtlijn.

4.

De leden van de CDA-fractie lezen dat drinkwaterbedrijven streven naar voltooiing van de sanering van het distributienetwerk binnen 2 jaar. Welke prikkel hebben zij om dit zo snel als mogelijk te doen?

De drinkwaterbedrijven hebben de wettelijke verantwoordelijkheid om bij het leveringspunt (doorgaans de watermeter) drinkwater te leveren dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal als toezichthouder op basis van de Drinkwaterwet een vinger aan de pols houden, zodat de vervanging zo snel mogelijk plaatsvindt. Zo heeft de ILT een vragenlijst opgesteld, die momenteel via de VEWIN aan de drinkwaterbedrijven ter beantwoording wordt voorgelegd. De voortgang van de sanering van de resterende loden leidingen wordt meegenomen in de hiervoor genoemde jaarlijkse voortgangsrapportage.

5.

De leden van de CDA-fractie lezen dat GGD’en de primaire rol krijgen bij de inspecties van lood. Wat is de rol van de coronacrisis daarop en de effecten op de capaciteit van de GGD’en?

Als gevolg van Covid-19 is er bij GGD’en op dit moment inderdaad minder ruimte om andere taken op te pakken. Bekeken wordt of het mogelijk is de vraag naar de aanwezigheid van loden leidingen in te bouwen in de bestaande inspectietaken waar de GGD’en opdracht voor krijgen vanuit gemeenten. Daarnaast zijn de taken van de GGD onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen waarbij doelgroepen op verschillende manieren worden benaderd. Het is dus niet zo dat als gevolg van Covid-19 de aanpak stil komt te liggen.

6.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering wat de gewenste route is voor het vervangen van loden leidingen bij huurwoningen? Wat is de rol van de huurder? Wat is de rol van de verhuurder? Graag ontvangen deze leden hierop een toelichting.

Op grond van het huurrecht moet een verhuurder zorgen dat de huurder in een veilige woning woont, met gezond en veilig drinkwater. Tevens moet de verhuurder op grond van het huurrecht gebreken herstellen.

Idealiter heeft een verhuurder uit eigen beweging loden leidingen vervangen, bijvoorbeeld bij renovatie of mutatie. Zou de verhuurder niet weten of het pand nog loden leidingen bevat, dan verdient het de voorkeur dat hij hiernaar zelf onderzoek doet, en zo nodig alsnog de leidingen vervangt. Ook een huurder kan ontdekken dat er loden leidingen aanwezig zijn. Bijvoorbeeld doordat deze zichtbaar zijn bij de watermeter of in de kruipruimte, of door het doen van een watermeting. In dat geval dient de huurder dit gebrek zo spoedig mogelijk aan de verhuurder te melden zodat deze het kan verhelpen.

Indien de verhuurder weigert de leidingen te vervangen kan de huurder zijn zaak voorleggen aan de Huurcommissie of zo nodig de rechter, en daarbij indien nodig gebruik maken van de hulp en expertise van gemeentelijke huurteams.

7.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering met een nadere uitleg te komen waarom specifiek voor de tijdsperiode eind 2022 is gekozen?

De herziene Drinkwaterrichtlijn is in december 2020 gepubliceerd. De richtlijn geeft de Lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn te implementeren. De tijdsperiode eind 2022 hangt daarmee samen, en met de tijd die gemoeid is met de benodigde aanpassing van het Drinkwaterbesluit.

8.

De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat aan de koepel van kopers en huurders gevraagd wordt de (mogelijke) aanwezigheid van lood te melden. Is er ook een mogelijkheid dit te verplichten, zo vragen bovenstaande leden.

Wat betreft koopwoningen lijkt de huidige systematiek van aankoopkeuringen en modelcontracten voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid van loden leidingen in hun (toekomstige) woning. Een extra wettelijke verplichting lijkt in dat kader dan ook onnodig. Op dit moment onderzoeken IVBN en Vastgoedbelang samen met de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) de mogelijkheid om in het ROZ-model woonruimte bij huurcontracten van woningen gebouwd voor 1960 een bepaling op te nemen waarin de verhuurder verklaart wel of niet bekend te zijn of er loden leidingen aanwezig zijn. Aedes gaf aan dat dit bij de voor- en eindinspectie aan de orde komt. Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen nodig zijn.

De leden van de D66-fractie hebben tevreden kennisgenomen van de brief van het kabinet. Zij zijn blij dat er hiermee invulling is gegeven aan de motie die door de leden van de fracties van D66 en de PvdA hierover is ingediend. Zij hebben nog enkele vragen die zij aan de regering voor willen leggen.

9.

De leden van de D66-fractie lezen dat het nog steeds onbekend is in hoeveel woningen nog loden leidingen aanwezig zijn. Deze leden vragen de regering op welke wijze samen met gemeenten werk wordt gemaakt van de inventarisatie hiervan?

Eigenaren hebben geen vergunning nodig voor het verwijderen van loden leidingen en doen dit vaak in combinatie met een renovatie en/of ten tijde van een mutatie. In het verleden is niet bijgehouden waar leidingen wel of niet of gedeeltelijk gesaneerd zijn. Ook nu wordt dit niet centraal bijgehouden. Eigenaren en verhuurders kunnen en zullen deze informatie zo mogelijk wel melden bij verkoop of verhuur, zoals hiervoor aangegeven.

In de brief van 2 juli is een jaarlijkse voortgangsrapportage aangekondigd. Op basis van de steekproeven van drinkwaterbedrijven zal hierin een landelijk beeld worden geschetst van de nog aanwezige loden leidingen. Voor gemeentelijk bezit, bezit van het RVB en voor prioritaire installaties (kindlocaties) zal in de jaarlijkse voortgangsreportage een beeld gegeven worden van het aantal panden waarin nog loden leidingen aanwezig zijn/waren. Ook zal verhuurders(koepels) gevraagd worden naar de bij onderzoek gebleken omvang van de nog resterende loodproblematiek.

10.

De leden van de D66-fractie constateren dat bewoners bij twijfels over de aanwezigheid van lood in hun waterleidingen metingen dienen uit te voeren. Deze leden vragen zich af op welke manier huishoudens op de hoogte worden gebracht van de symptomen van de aanwezigheid van lood in water en op welke wijze zij hun leidingen kunnen laten testen? Daarnaast vragen deze leden of hierbij ook duidelijk wordt gemaakt dat test-strips (nog) niet voldoende betrouwbaar zijn?

De uniforme communicatieboodschap die door de diverse betrokken partijen in hun communicatie is verwerkt geeft uitsluitsel over hoe loden leidingen te herkennen, over de mogelijkheid van testen en over de werkzaamheid van teststrips. Anders dan doordat loden leidingen zichtbaar zijn (eventueel na breekwerk) of door een watertest is de aanwezigheid van lood in het drinkwater niet te herkennen.

11.

De leden van de D66-fractie constateren dat er nader onderzoek wordt gedaan naar verouderde adviezen rondom het doorspoelen van water. Deze leden vragen op welke termijn dit nieuwe onderzoek er ligt, en ook hoe bewoners van het nieuwe advies om ander water dan kraanwater uit loden leidingen te drinken op de hoogte worden gebracht?

Zie ook antwoord op vraag 1: Bij nadere beschouwing zijn er geen redenen om voor een installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies te hanteren dan zoals dat in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap is beschreven voor een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe installatie de leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld, dat het te consumeren water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening van de hoeveelheid water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een normale diameter bevat per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan is geplaatst geldt een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor een periode van drie maanden na ingebruikname van de installatie of kraan. Het advies om ander water dan kraanwater te drinken geldt bij de aanwezigheid van en bij onduidelijkheid over de aanwezigheid van loden leidingen. Dit advies wordt door alle betrokken partijen via hun communicatiekanalen gegeven.

12.

De leden van de D66-fractie lezen dat pandeigenaren van een pand voor 1960 op de hoogte zullen worden gesteld over hun handelingsperspectief en dat hiervoor nog wordt gekeken naar de vorm. Deze leden vragen waarom er niet gekozen wordt om conform de aanpak in Amsterdam al deze pandeigenaren een brief te sturen? In hoeverre geldt er een verplichting voor deze eigenaren om deze situatie aan te pakken en op welke manier ondersteunt de regering deze woningeigenaren hierin?

Het is de bedoeling dat eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief zullen worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van lood in kraanwater en het bijbehorende handelingsperspectief. BZK is inderdaad voornemens de gemeenten, voor zover zij hier nog niet toe over zijn gegaan, te vragen de eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief te benaderen met informatie over de mogelijke aanwezigheid van loden leidingen. Het Rijk zal de gemeenten daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van voorbeeldbrieven, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van de ervaringen en het eerdere werk van de gemeente Amsterdam.

Zoals eerder aangegeven ligt de verantwoordelijkheid voor controle op loden leidingen en het nemen van maatregelen bij de gebouweigenaren. Huurders kunnen hun verhuurders hier zo nodig op aanspreken. Woningeigenaren worden hierin ondersteund door de beschikbaarheid van informatie, onder meer over het onderzoek naar loden leidingen in de woning. Een eigenaar/bewoner kan er voor kiezen de leidingen te vervangen op een voor hem opportuun moment, bijvoorbeeld tijdens een renovatie. Uiteraard verdient het dan aanbeveling tot die tijd ander water dan kraanwater te drinken.

13.

Daarnaast vragen deze leden in hoeverre er lering getrokken kan worden uit andere veiligheidsrisico’s in gebouwen die na de bouw aan het licht kwamen, zoals RVS in zwembaden, brandgevaarlijke isolatie en breedplaatvloeren? Is hiervoor binnen de rijksoverheid een eenduidige en effectieve wijze van communicatie ontwikkeld?

Incidenteel komen er in Nederland veiligheidsrisico’s bij bestaande gebouwen aan het licht, zoals ten aanzien van de drie genoemde onderwerpen. Omdat het steeds gaat om heel specifieke veiligheidsproblemen is er iedere keer maatwerk nodig voor de aanpak ervan, waarbij de rijksoverheid steeds afstemming zoekt met de betrokken partijen. Dat geldt ook voor de (maatwerk) aanpak van loden leidingen bij bestaande gebouwen, zoals beschreven in de brief van 2 juli 2020.

14.

De leden van de D66-fractie vragen wat de resultaten zijn van de oproep van de Primair Onderwijsraad tot het testen van het drinkwater op lood?

De PO-Raad heeft in februari 2020 twee keer een oproep gedaan aan alle schoolbesturen om leidingen en drinkwater in gebouwen van voor 1960 te controleren, met een heldere toelichting op het belang daarvan. Naar aanleiding daarvan zijn bij verschillende scholen maatregelen getroffen. Hiervan is geen landelijke registratie bijgehouden.

15.

De leden van de D66-fractie constateren dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het inventariseren en bijhouden van loden leidingen in haar vastgoed in bezit. Deze leden vragen op welke wijze wordt bijgehouden in hoeverre bij het inventariseren en aanpakken van loden leidingen in gemeentelijk vastgoed voorgang geboekt wordt?

De G4 hebben over het algemeen al actie ondernomen om het gemeentelijk bezit, zeker als het om kindlocaties gaat, loodvrij te maken. Ook heeft de VNG de gemeenten er op gewezen dat zij hun bezit moeten onderzoeken en waar nodig saneren. In het kader van de voortgangsrapportage zal nagegaan worden wat de stand van zaken is en zult u hierover worden geïnformeerd.

16.

De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze wordt bijgehouden in hoeverre bij het inventariseren en aanpakken van loden leidingen in vastgoed van (particuliere) verhuurders voortgang geboekt wordt? Deze leden vragen hierbij – in het licht van het gegeven dat uiteindelijk alle loden leidingen verwijderd dienen te worden – waarom een huurder een verhuurder niet kan verplichten tot het verwijderen van alle loden leidingen, ook als de loodverontreiniging niet boven de norm uitkomt?

Over de voortgang zal navraag gedaan worden bij de koepels van verhuurders en in de voortgangsrapportage verslag worden gedaan. In de brief van 2 juli is aangeven welke acties de betreffende verhuurderskoepels voorzien hadden. Deze worden momenteel uitgevoerd. Verhuurderkoepels hebben actie ondernomen richting hun leden. De leden inventariseren zelf waar nog loden leidingen aanwezig zijn.

Als er loden leidingen aanwezig zijn dan zal het loodgehalte van het water, hoe klein het stuk loden leiding ook is, vrijwel altijd boven de norm uitkomen. De loodnorm aan de tap is al streng en wordt op grond van de nieuwe Drinkwaterrichtlijn nog strenger. De loodnorm is bepalend, aangezien er pas sprake is van een gebrek als de loodnorm overschreden wordt.

17.

De leden van de D66-fractie constateren dat informatie over de aanwezigheid van loden leidingen onderdeel hoort te zijn van de koopakte. Deze leden vragen of bekend is in welk percentage van de koopaktes de modelkoopakte geheel gevolgd wordt? Op welke wijze wordt geborgd dat informatie over loden leidingen hierin ook daadwerkelijk meegenomen wordt?

De NVM heeft helaas geen cijfers over percentages waarin de modelkoopakte geheel gevolgd wordt. De landelijke modelkoopakte wordt normaliter als standaard gebruikt, niet alleen door makelaars maar ook door particulieren en niet-georganiseerde bemiddelaars. Het betreft echter uitdrukkelijk een model dat aangepast kan/dient te worden aan de specifieke omstandigheden van het geval. Dat doet overigens niet af aan het feit dat het afwijken van de modelkoopakte de wettelijke mededelingsplicht van de verkoper onverlet laat. Een verkoper moet melding maken van eigenschappen van het pand die hij kent (of behoort te kennen) en die niet bekend zijn bij de koper, als de verkoper weet (of behoort te weten) dat die eigenschap voor de koper van belang is. De koper heeft tenslotte zelf ook nog een onderzoekplicht. Bij de aankoop van oudere woningen wordt hierbij in de praktijk vaak gebruik gemaakt van een bouwtechnische keuring. Bij woningen die voor 1960 gebouwd zijn zal een bouwkundige die de keuring uitvoert voor het onderwerp lood speciale aandacht hebben.

18.

De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze wordt geborgd dat bewoners op de hoogte zijn van het doorspoeladvies bij nieuwe kranen? Deze leden vragen of het niet mogelijk is de producteisen zodanig vorm te geven dat het doorspoelen van nieuwe kranen overbodig wordt?

Dit doorspoeladvies is opgenomen in de uniforme communicatieboodschap die door de betrokken partijen in hun communicatie uitingen is opgenomen. Daarnaast dient deze informatie bij oplevering van woningen aan eigenaren verstrekt te worden. De beoordelingseisen voor nieuwe materialen zijn zodanig dat de eerste drie maanden nog uitloging mag plaatsvinden. Daarom is een doorspoeladvies bij nieuwe installaties onontbeerlijk. Onder de herziene EU Drinkwaterrichtlijn worden straks Europese eisen gesteld aan de mate van uitloging van stoffen uit leidingmateriaal en kranen. Binnen dat kader zal bekeken worden of er scherpere eisen gesteld kunnen worden. Echter, ook dan blijft doorspoelen bij nieuw geïnstalleerde leidingmaterialen en kranen naar verwachting het advies.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van de brief en het bijbehorende overzicht van acties om het teveel aan lood in het drinkwater tegen te gaan. Deze leden vinden het goed dat er een uitgebreid plan van aanpak ligt. Zij hebben hierover een aantal nadere vragen.

19.

De regering heeft de koepels gevraagd om de meldingsplicht in modelovereenkomsten op te nemen. De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering of dit verzoek voldoende is? Zou het niet wettelijk verplicht moeten worden, zo vragen deze leden?

Als eerder aangegeven lijkt wat betreft koopwoningen de huidige systematiek van aankoopkeuringen en modelcontracten voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid van loden leidingen in hun (toekomstige) woning. Daarnaast loopt nog het onderzoek door IVBN en Vastgoedbelang naar de mogelijke opname van een bepaling in het ROZ-modelhuurcontract. Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen nodig zijn.

20.

De Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van de sanering. De leden van de fractie van GroenLinks vinden dit een goed idee. Zij vragen zich wel af of dit voldoende regelmatig is. Om dit goed te kunnen beoordelen zouden deze leden graag een tijdslijn zien waarin alle acties en maatregelen worden geprojecteerd. Kan de regering dit aan de Kamer doen toekomen?

Een aantal zaken die in de brief van 2 juli genoemd waren zijn al afgerond. In de brief is aangegeven welke termijnen voorzien zijn voor aanpassing van regelgeving. De actieve communicatie richting eigenaren en bewoners vindt zo mogelijk nog dit voorjaar plaats. BZK zal hier bij gemeenten in de komende maanden op aandringen. Ook de overige in de brief genoemde zaken worden voor 1 juli 2021 in gang gezet of uitgevoerd. In de voortgangsrapportage zal de stand van zaken worden weergegeven.

21.

Uit de brief van de regering komt voor de leden van de fractie van GroenLinks nog te weinig naar voren over de financiële consequenties van de sanering. Kan de regering hier nader op ingaan?

De verantwoordelijkheid voor drinkwaterbedrijven loopt tot en met de watermeter; de kosten van vervanging tot en met de watermeter zijn voor hun rekening. Als er bij werkzaamheden lood wordt aangetroffen in de binnenhuisinstallaties zullen de waterbedrijven de klant daarop wijzen. De sanering van de binneninstallatie is voor rekening van de eigenaar van het pand. De financiële consequenties zullen variëren met de lengte en plaats van de nog aanwezige loden leidingen en met de vraag of werkzaamheden gecombineerd kunnen worden met bijvoorbeeld een renovatie.

22.

Tot slot hebben deze leden nog een vraag over de juridische aansprakelijkheid bij gezondheidsklachten die ontstaan zijn door lood in het drinkwater. Zou het volgens de regering mogelijk kunnen zijn dat overheden of eigenaren juridisch aansprakelijk kunnen worden gesteld voor gezondheidsklachten die voortkomen uit te veel lood in het drinkwater?

Eigenaren zouden theoretisch gezien aansprakelijk kunnen zijn voor schade als gevolg van lood in het drinkwater. Echter, het zal gezien de aard van de klachten die een te hoge loodinname veroorzaakt (verstoring van de ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel van kinderen, verhoogde bloeddruk en chronische nierziekte) moeilijk zijn het verband tussen klachten en de inname van lood aan te tonen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief Acties lood in drinkwater. Voornoemde leden moeten tot hun teleurstelling constateren dat de regering in weerwil van de aangenomen motie Nijboer/Van Eijs geen Aanvalsplan heeft opgesteld om alle loden leidingen te vervangen, maar uitgaat van eigen verantwoordelijkheid en verhuurders en gemeenten vrijblijvend faciliteert, informeert of stimuleert. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de overheid een actieve rol dient te spelen om het recht op schoon drinkwater te borgen en een verantwoordelijkheid draagt voor het bewaken van de Volksgezondheid. Voornoemde leden zouden daarom graag zien dat ook de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt betrokken bij dit schriftelijk overleg.

23.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering de nadruk legt op het verduidelijken van situaties waarin kraanwater niet gedronken kan worden. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de regering hiermee haar verantwoordelijkheid ontloopt. Die strekt immers tot het actief bewaken van de Volksgezondheid en het bevorderen van schoon drinkwater. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering haar passieve rol in dezen nader te motiveren?

De brief van 2 juli omvat een uitgebreid pakket aan maatregelen om de loodproblematiek aan te pakken en eigenaren er toe te bewegen hun pand te onderzoeken en zo nodig te saneren. Echter, bij de aanpak is wel rekening gehouden met de rechten en verantwoordelijkheden van vastgoedeigenaren en Nederlandse burgers.

24.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering per actie een meetbaar doel en tijdpad te formuleren, zodat duidelijk wordt op welke termijn hoeveel mensen zijn geïnformeerd en, belangrijker nog, hoe veel loden leidingen zijn vervangen. Als de regering daar niet toe bereid is, vragen de leden van de PvdA-fractie waarom de regering het niet relevant acht dat de resultaten van het beleid meetbaar verantwoord kunnen worden, zeker nu de gezondheid in het geding is. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat dit tenminste zou moeten gelden voor kind-locaties en verhuurde woningen.

Zowel ten aanzien van de kindlocaties als ten aanzien van de huurwoningen zal ik u in de voortgangsrapportage informeren over de stand van zaken van sanering. Dit geldt ook voor de stand van zaken van de overige acties die ik heb aangekondigd in mijn brief Acties lood in drinkwater van juli jl.

25.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat in het verleden is gekozen voor een aanpak die is gebaseerd op vrijwilligheid en eigen verantwoordelijkheid. Zij vragen de regering uiteen te zetten hoe de positie van huurders en prioritaire locaties als kinderdagverblijven, scholen en ziekenhuizen destijds is meegenomen? Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie waarom in 2006–2008 niet is overgegaan tot een grootschalig onderzoek. Zij vragen of de Ministeries van Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport sindsdien wel aandacht hebben besteed aan het probleem, waaruit die aandacht bestond, en welke acties zijn ondernomen. Voornoemde leden vragen of deze ministeries al langer signalen hadden dat in een groot aantal woningen nog loden leidingen aanwezig waren, en wat de mogelijke consequenties hiervan waren. Op welke wijze is daarop geacteerd?

Voorheen werd lood in het kraanwater vooral schadelijk geacht voor zuigelingen en werd sanering ook niet altijd nodig geacht, mits bijvoorbeeld voor flesvoeding ander water dan kraanwater werd gebruikt. Bovendien bestond het beeld dat loden leidingen in vrijwel alle gevallen al waren gesaneerd. Omdat nooit is bijgehouden waar en hoe grondig de loden leidingen zijn verwijderd is het onmogelijk om precies te weten waar zich nog loden leidingen bevinden, behalve wanneer dit per pand wordt onderzocht.

Aanleiding om opnieuw naar de loodproblematiek te gaan kijken waren de ontwikkelingen in het kader van de EU Drinkwaterrichtlijn en het advies van de Gezondheidsraad van 6 november 2019 dat mede was ingegeven door nieuwe wetenschappelijke inzichten over de schadelijkheid van lood. Naar aanleiding daarvan zijn de huidige acties zoals beschreven in de brief Acties lood in drinkwater, ingezet.

26.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering sinds kort beschikt over nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zij vragen de regering uiteen te zetten op welke – inmiddels verouderde – wetenschappelijke inzichten het beleid was gebaseerd? Voornoemde leden vragen eveneens of in de tussentijd mogelijke nieuwe inzichten tot de regering zijn gekomen, en hoe die zijn gewogen?

De nieuwe wetenschappelijke inzichten betreffen het inzicht dat lood schadelijker is voor baby’s en kinderen, maar ook voor volwassenen dan eerder gedacht, zoals de Gezondheidsraad ook aangeeft. En daarnaast het inzicht dat de loodwaarde in leidingwater na het tappen sneller weer oploopt dan eerder geacht. Vandaar dat de Gezondheidsraad onder meer adviseert de norm voor lood in drinkwater te verlagen van 10 naar 5 microgram per liter. Sinds 2019 zijn op het punt van de normstelling voor lood in drinkwater geen nieuwe wetenschappelijke inzichten ter kennis van de regering gebracht.

27.

De leden van de PvdA-fractie zijn zeer bezorgd over de aanwezigheid van loden leidingen in kinderdagverblijven, ziekenhuizen en scholen. Zij vragen op welke wijze de regering centraal de aanwezigheid monitort?

Als er locaties worden gevonden waar te veel lood in het drinkwater wordt gevonden, worden passende maatregelen genomen om de blootstelling aan dat drinkwater te stoppen, door vervanging van leidingen en/of het stoppen van consumptie. Zoals in de brief is aangekondigd, zal de Minister voor Medische Zorg en Sport overleggen met de toezichthouders voor onderwijs en kinderopvang over hun rol bij inspectie en monitoring.

28.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering gemeenten en gebouweigenaren stimuleert en informeert over het vervangen van loden leidingen in openbare gebouwen. De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de regering niet heeft gekozen voor een actieve, sturende houding, waarbij gegarandeerd wordt dat mensen en kinderen veilig drinkwater kunnen drinken in openbare gebouwen.

De VNG heeft gemeenten er op gewezen dat zij het gemeentelijke bezit, voor zover dit nog niet gebeurd is, dienen te saneren. Ik vind het van groot belang dat gemeenten dit daadwerkelijk doen. Het Rijksvastgoedbedrijf is actief bezig met het saneren van het eigen bezit. In de voortgangsrapportage doe ik verslag van de stand van zaken van deze activiteiten en zal ik bij onvoldoende voortgang bezien welke aanvullende maatregelen nodig zijn.

29.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering het doorspoeladvies heeft herzien. Kan de regering aangeven wat het oude advies precies inhield en op welke inzichten dit advies was gebaseerd?

Het oude advies voor doorspoelen van leidingen bij een nieuwe installatie was gebaseerd op het VEWIN-rapport «Effectiviteit van het VEWIN-doorstroomadvies voor verlaging van het loodgehalte in drinkwater». Dit rapport was gebaseerd op de situatie van een woning met loden leidingen. Destijds was het advies om de loden leidingen na een lange stilstand (6–8 uur) twee minuten door te spoelen voordat het water werd geconsumeerd. Omdat ook uit nieuwe leidingen (tijdelijk) lood kan komen, is er destijds voor gekozen om deze doorspoeltijd ook voor nieuwe leidingen toe te passen.

Inmiddels is het doorspoeladvies voor loden leidingen aangepast. Er zijn geen redenen om voor een installatie met nieuwe leidingen een ander doorspoeladvies te hanteren dan zoals dat in de brief van 2 juli 2020 in de uniforme communicatieboodschap is beschreven voor een installatie met loden leidingen. Dit betekent dat bij een nieuwe installatie de leiding voor ieder gebruik zodanig lang moeten worden doorgespoeld, dat het te consumeren water niet in de nieuwe leiding stilgestaan heeft. Voor de berekening van de hoeveelheid water die moet worden doorgespoeld: een nieuwe leiding met een normale diameter bevat per 5 meter ca. één liter water. Indien alleen een nieuwe kraan is geplaatst geldt een doorspoeltijd van 10 seconden. Het doorspoeladvies geldt voor een periode van 3 maanden na ingebruikname van de installatie of kraan.

30.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering inzet op bewustwording. Zij vragen daarbij specifiek aandacht voor moeilijk bereikbare groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond of mensen met verminderde leesvaardigheid. Op welke wijze waarborgt de regering dat deze mensen ook worden geïnformeerd? Voornoemde leden vragen waarom gemeenten en GGD’en niet worden verplicht tot een actieve informatiecampagne richting de meest urgente risicolocaties.

Aan de gemeenten wordt gevraagd om eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief te benaderen om hen te informeren over mogelijke aanwezigheid van loden leidingen. Voor de kindlocaties zal aan de toezichthouders worden gevraagd de kwestie van loden leidingen in de inspecties mee te nemen.

Uiteraard zal bij de communicatie rekening gehouden worden met diverse doelgroepen en begrijpelijke informatie. De regering zal de gemeenten hierin waar mogelijk faciliteren. De GGD werkgroep Lood in drinkwater heeft begin 2020 een stappenplan en informatiepakket inclusief Q&A’s gemaakt voor gemeenten en GGD’en.

31.

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom niet nu alvast de nieuwe drinkwaternorm van 5 microgram per liter wordt gehanteerd, vooruitlopend op de wijziging van 2022, aangezien nieuwe inzichten leren dat deze norm veiliger is.

In de brief is aangekondigd dat de norm voor lood in het kader van de implementatie van de nieuwe EU-Drinkwaterrichtlijn op 5 microgram per liter zal worden gesteld. Hiermee is Nederland voortvarender dan wat volgens de Drinkwaterrichtlijn verplicht is. Die hanteert een termijn van 15 jaar voor het bereiken van een waarde van 5 microgram per liter op het punt van levering (watermeter). Volgens de Drinkwaterrichtlijn blijft aan de kraan 10 microgram per liter gelden als norm, maar moeten lidstaten hun uiterste best doen om 5 microgram per liter te halen.

Kwaliteitseisen voor drinkwater moeten in het Drinkwaterbesluit worden vastgelegd. Voor aanpassing van een dergelijke algemene maatregel van bestuur staat al snel anderhalf à twee jaar, dus inwerkingtreding in 2022 is niet meer dan reëel.

32.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering van mening is dat huurders voldoende worden beschermd door de Huurcommissie en de rechter. De leden van de PvdA-fractie vragen bij dat oordeel de kosten, zowel financieel als qua tijd, te betrekken van een zaak bij de huurcommissie of de rechter, en de lange doorlooptijden. Voornoemde leden vragen de regering of het redelijk is dat mensen twee jaar moeten wachten op sanering van de leidingen als een verhuurder niet meewerkt, en in de tussentijd zijn aangewezen op duur flessenwater.

Hoewel een huurder wanneer deze zich tot de Huurcommissie wendt en wanneer de Huurcommissie uiteindelijk een gebrek constateert een huurverlaging (tot 60%) krijgt vanaf het moment dat hij het gebrek bij de verhuurder heeft gemeld, en de verhuurder het niet binnen een maand heeft hersteld, zal de huurder naar verwachting meer gebaat zijn bij daadwerkelijk herstel van het gebrek. In die zin is het vervelend dat doorlooptijden bij de Huurcommissie soms lang zijn. De Huurcommissie werkt daarom middels een actieplan aan het terugdringen van de achterstanden en daarmee de doorlooptijden.

Wel zijn er inmiddels voldoende uitspraken gedaan waardoor een verhuurder, wanneer een huurder nu meldt dat er sprake is van lood in het drinkwater, naar verwachting eieren voor zijn geld zal kiezen en het gebrek zal herstellen, liever dan te wachten en met een dergelijke huurverlaging geconfronteerd te worden.

De toegang tot de Huurcommissie is voor huurders laagdrempelig, ook financieel.

Daar waar er sprake is van een spoedeisende zaak heeft een huurder daarnaast de mogelijkheid om zich te wenden tot de rechter. De rechter kan dan binnen een korte termijn tot het oordeel komen dat een verhuurder direct maatregelen moet nemen. De Huurcommissie kan alleen een huurverlaging uitspreken.

33.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de gemeente Amsterdam verhuurders en huurders van woningen met een bouwjaar voor 1960 actief heeft geïnformeerd. Kan de regering aangeven in welke mate verhuurders hier opvolging aan hebben gegeven? Voornoemde leden vragen de regering eveneens een overzicht te bieden van alle door andere gemeenten ondernomen acties, omdat zij van mening zijn dat de rijksoverheid de primaire verantwoordelijkheid draagt voor dit probleem.

Voor de cijfers ten aanzien van de Amsterdamse aanpak verwijs ik u naar de raadsbrief over Loden leidingen in Amsterdam, stand van zaken 2020 van 13 oktober 2020. Voor het overige hebben vooral Den Haag en Utrecht een actieve aanpak geïnitieerd. Als eerder aangegeven zullen gemeenten gevraagd worden eigenaren en bewoners van panden van voor 1960 actief te gaan benaderen inzake de loodproblematiek. Het Rijk zal daarbij faciliteren.

34.

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering bereid is over te gaan tot het verplichten van onderzoek en sanering bij bewonerswisselingen, en zo nee, waarom niet? Voornoemde leden vragen de regering waarom zij nog niet is overgegaan tot een algeheel verbod op het verhuren van woningen met loden leidingen. Waarom levert de regering geen grotere inspanning om de gezondheid van huurders te beschermen?

Als eerder aangegeven lijkt wat betreft koopwoningen de huidige systematiek van aankoopkeuringen en modelcontracten voldoende te waarborgen dat kopers op de hoogte zijn van de aanwezigheid van loden leidingen in hun (toekomstige) woning. Daarnaast loopt nog het onderzoek door IVBN en Vastgoedbelang naar de mogelijke opname van een bepaling in het ROZ-modelhuurcontract. Indien dit niet tot voldoende resultaat leidt kan worden bezien of andere maatregelen nodig zijn. Het belangrijkste is dat nieuwe eigenaren of bewoners zicht hebben op de eventuele aanwezigheid van loden leidingen, zodat zij desgewenst actie kunnen ondernemen om deze te saneren.

Bij huurwoningen is de verhuurder op grond van het huurrecht verplicht gebreken te verhelpen. Doet hij dit toch niet, dan kan de huurder zich wenden tot Huurcommissie of rechter.

35.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering het wenselijk acht als verhuurders alternatieve watervoorzieningen faciliteren. De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat een alternatieve watervoorziening verplicht zou moeten worden indien na een bepaalde periode de leidingen nog niet zijn vervangen. Is de regering daartoe bereid?

Op grond van het huurrecht moet een verhuurder zorgen dat de huurder in een veilige woning woont, met gezond en veilig drinkwater. Tevens moet de verhuurder op grond van het huurrecht gebreken herstellen. Als eerder gezegd ben ik van mening dat een verhuurder, in afwachting van sanering, en hoewel hij daartoe formeel niet verplicht is, ander schoon water zou moeten verstrekken.

De huurder kan ook aanspraak maken op vergoeding voor schade ontstaan door de gebreken. Het is in het eigen belang van een verhuurder dat hij de schade beperkt, bijvoorbeeld door het faciliteren van tijdelijke voorzieningen.

Het aanbieden van een alternatieve watervoorziening indien door de bestaande watervoorziening geen sprake is van gezond en veilig drinkwater, is ook één van de mogelijkheden voor een verhuurder om aan zijn verplichtingen te voldoen. Dit vergt geen nadere wettelijke verplichting.

36.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat bij VVE’s specifieke problemen spelen. Zij vragen de regering deze problemen te beschrijven en uit te leggen hoe de regering van plan is die op te lossen.

In het splitsingsreglement van de VvE staat of de drinkwaterleiding onder de verantwoordelijkheid valt van de VvE, of van de individuele eigenaar en of de kosten voor rekening van de VvE of voor rekening van de individuele eigenaar komen. De inhoud van het splitsingsreglement, waaronder de verantwoordelijkheidsverdeling en kostenverdeling, kan per VvE verschillen.

Wanneer de drinkwaterleiding onder verantwoordelijkheid valt van de individuele appartementseigenaar kan hij de loden leiding op eigen kosten zelf vervangen. Dit kan anders zijn indien de loden drinkwaterleiding niet kan worden verwijderd zonder schade van betekenis toe te brengen aan de betreffende vloer of wand waarin de drinkwaterleiding zich bevindt. In dat geval ligt de verantwoordelijkheid voor de drinkwaterleiding bij de VvE en zijn de kosten voor rekening van de VvE.

Individuele eigenaars, waaronder verhuurders, kunnen niet zelf besluiten de loden drinkwaterleiding te vervangen wanneer dit de verantwoordelijkheid is van de VvE.

Wanneer de loden drinkwaterleiding onder verantwoordelijkheid valt van de VvE, is voor het vervangen van de loden drinkwaterleiding een meerderheid van stemmen nodig in de vergadering van eigenaars. De kosten voor verwijdering of vervanging van de loden drinkwaterleiding kunnen voor de vergadering van eigenaars een reden zijn om te besluiten dat de loden drinkwaterleiding niet wordt vervangen.

Een individuele eigenaar die het niet eens is met een besluit van de VvE kan de rechter verzoeken om het genomen besluit te vernietigen en daarvoor in de plaats een vervangende goedkeuring te verlenen, waardoor het besluit van de vergadering van eigenaars wordt vernietigd en door een nieuw besluit met vervangende toestemming voor het verwijderen van de loden drinkwaterleiding wordt vervangen. Een vervangende toestemming wordt door de rechter verleend als de VvE zonder redelijke grond weigert tot verwijdering of vervanging van de loden drinkwaterleiding.

37.

De leden van de PvdA-fractie lezen dat sommige gebouweigenaren weigeren vervanging van drinkwaterleidingen te faciliteren. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering deze eigenaren alsnog gaat bewegen medewerking te verlenen, en of medewerking verplicht kan worden in het belang van de volksgezondheid.

Als het gaat om het weigeren van het vervangen van aansluitleidingen door het drinkwaterbedrijf dan gaat het om een (zeer beperkt) aantal bekende loden aansluitleidingen en hebben de drinkwaterbedrijven met het Ministerie van IenW afgesproken dat deze gevallen opnieuw beoordeeld zullen worden en dat daar acties op gezet zullen worden die ertoe moeten leiden dat ook deze gevallen alsnog zullen worden gesaneerd of dat alternatieve maatregelen getroffen worden om ongewenste beïnvloeding van de drinkwaterkwaliteit te voorkomen

Voor de categorie eigenaren/bewoners in een grondgebonden woning geldt dat zij ervoor kunnen kiezen het risico van lood te willen nemen of dit risico op een andere manier te verminderen. Voor de categorie verhuurders en bewoners en eigenaren binnen een VvE gelden de hierboven genoemde juridische mogelijkheden en zal door voorlichting duidelijk gemaakt moeten worden hoe belangrijk het vervangen van loden leidingen is.

Aan de Tweede Kamer zal jaarlijks worden gerapporteerd over de ontwikkelingen en de voortgang van saneringen. Aan de hand daarvan kan worden bezien of aanvullende acties noodzakelijk zijn.

38.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering uiteen te zetten op basis van welke gegevens de schatting van 100.000 tot 200.000 woningen met loden leidingen is gebaseerd.

De schatting van 100.000 tot 200.000 woningen met loden leidingen is een schatting van de Gezondheidsraad uit haar advies over loodinname via kraanwater (6 november 2019). Ik verwijs u naar hetgeen daarover in het advies is vermeld.

Naar boven