Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2019
Tijdens de procedurevergadering van de Vaste Commissie van Infrastructuur en Waterstaat
op 2 oktober is mij gevraagd te reageren op het NOS bericht «Drinkwaterbronnen Nederland
steeds meer vervuild».1
Het NOS bericht is geschreven naar aanleiding van de publicatie van het rapport «De
kwaliteit van bronnen van drinkwater in Nederland» dat KWR geschreven heeft in opdracht
van de Vewin.2 Op 12 september heeft de Vewin dit rapport aan mij aangeboden.
De Vewin heeft dit rapport op laten stellen vanuit de zorg dat veel ontwikkelingen
die een bedreiging kunnen vormen voor de drinkwaterwinning, sectoraal worden opgepakt.
Het rapport geeft een overzicht van de huidige kwaliteit van de drinkwaterbronnen
in Nederland en beschrijft bedreigingen hiervoor, zoals opkomende stoffen, verzilting,
gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten. In dit rapport wordt gekeken naar de
optelsom van de verschillende ontwikkelingen en de effecten hiervan voor de drinkwatersector
als geheel.
De basis voor dit rapport is dan ook een brede reeks aan rapporten van kennisinstituten,
koepelverenigingen en overheden over specifieke ontwikkelingen waarmee de drinkwatersector
geconfronteerd wordt. De onderwerpen die in het rapport over het voetlicht gebracht
worden, zijn onderwerpen waarvan het belang voor de drinkwatervoorziening algemeen
wordt onderschreven en waarop in de meeste gevallen acties lopen om de invloed op
drinkwaterwinningen terug te dringen.
Daarbij werk ik samen met verschillende partijen die elk hun eigen verantwoordelijkheid
hebben;
-
• Met de agrarische sector werk ik via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer aan een reductie
van emissies vanuit de landbouw.
-
• Met de zorgsector werk ik in de Ketenaanpak medicijnresten uit water aan terugdringen
van medicijnresten in het water.
-
• In het kader van het programma Slim Watermanagement werk ik samen met waterbeheerders
aan een gezamenlijke aanpak van de verziltingsproblematiek.
-
• Gezamenlijk met de sector en stakeholders werken we aan een structurele aanpak voor
opkomende stoffen, en aan een sterkere invulling van vergunningverlening.
De instrumenten, zoals die in het rapport zijn opgesomd, zijn grotendeels in gang
gezet maar zullen ook de komende jaren aandacht en inzet vragen. Ook het vraagstuk
van klimaatverandering en het effect daarvan op drinkwaterkwaliteit moet meegewogen
worden als het gaat om het aanpak van bedreigingen van ons drinkwater. De bevindingen
van dit rapport van KWR zal ik daarom ook meenemen in de recent gestarte herziening
van de Beleidsnota Drinkwater.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga