27 625 Waterbeleid

Nr. 424 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2018

Hierbij stuur ik u de rapportage De Staat van Ons Water over de voortgang in de uitvoering van het waterbeleid1. Gerapporteerd wordt over de uitvoering van het Nationaal Waterplan 2016–2021, het Bestuursakkoord Water 2011 en het uitvoeringsprogramma van de Beleidsnota Drinkwater. Verder wordt verslag gedaan van de voortgang bij de uitvoering van de Europese richtlijnen over waterkwaliteit, overstromingsrisico’s en de mariene strategie. Voor deze onderwerpen bestaat een wettelijke rapportageplicht.

Zoals elk jaar wordt ook gerapporteerd over extra onderwerpen, zoals klimaatadaptatie, duurzaamheid, de Topsector Water & Maritiem en innovatie.

De Staat van Ons Water

De Staat van Ons Water is een gezamenlijke rapportage van de partners van het Bestuursakkoord Water (BAW): het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, VNG, IPO en Vewin. Deze jaarlijkse rapportage wordt ook online gepubliceerd op www.destaatvanonswater.nl. Daar wordt met behulp van infographics op een publieksvriendelijke manier uitleg gegeven over de belangrijkste thema’s uit het waterbeleid. Deze website sluit aan op het communicatieprogramma Ons Water waarmee de gezamenlijke partners van het BAW de Nederlanders meer waterbewust willen maken.

Graag vraag ik uw speciale aandacht voor de volgende twee onderwerpen in de rapportage.

Waterkwaliteit

Op het gebied van waterkwaliteit is in 2017 gewerkt aan de uitvoering van de Intentieverklaring Waterkwaliteit, die in november 2016 is ondertekend door alle stakeholders op het gebied van waterkwaliteit. Prioriteiten hierin zijn nutriënten (mestbeleid), gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten. Inmiddels zijn circa 130 acties in gang gezet. Zo is er extra capaciteit beschikbaar gekomen voor het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en is er een bestuursovereenkomst getekend tussen het Rijk, IPO en LTO om 40 drinkwatergebieden beter te beschermen tegen te hoge stikstof- en fosfaatconcentraties.

De Ketenaanpak Medicijnresten uit Water heeft brede bekendheid gekregen. Inmiddels zitten alle partijen uit deze keten aan tafel, inclusief de farmaceutische industrie en de apothekers.

In 2017 was er veel aandacht voor de problematiek van opkomende stoffen in water. Dit betreft de concentraties van chemische stoffen in oppervlaktewater, die risico’s kunnen vormen voor mens en milieu. Het dossier GenX is hier een voorbeeld van. Omdat voor dergelijke nieuwe stoffen nog geen Europese normen zijn bepaald is de inzet om door vergunningverlening en het werken met richtwaarden, lozingen van mogelijk zorgwekkende stoffen zoveel mogelijk te minimaliseren.

Om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen op tijd worden gerealiseerd, is afgesproken dat er medio 2018 aanvullende bestuurlijke afspraken worden gemaakt met als doel beter te focussen en prioriteiten te kunnen stellen.

De jaarlijkse rapportage over de Kaderrichtlijn Water (KRW) kunt u vinden op:

www.magazinesrijkswaterstaat.nl/programmakrw

Klimaatadaptatie

Het klimaat verandert nu al. Dat zien we door een toename van extreme weersomstandigheden zoals piekbuien en langdurige regen, en toenemende perioden van droogte en hitte. In 2016 is de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS2016) opgesteld, met als doel dat klimaatadaptatie onderdeel wordt van beleid, beleidsuitvoering en relevante activiteiten van overheden, maatschappelijke organisaties, inwoners en bedrijven. In 2020 moet voor de urgente klimaatrisico’s duidelijk zijn wie welke verantwoordelijkheid heeft, dan wel op zich neemt. Op die manier blijven de gevolgen van klimaatverandering beheersbaar. Op 4 april 2018 is het Uitvoeringsprogramma NAS (UP NAS) aan uw Kamer aangeboden (bijlage bij Kamerstuk 31 793, nr. 181). Daarin staan acties, aanvullend aan die van het Deltaprogramma, om Nederland aan te passen aan klimaatverandering.

In het Deltaprogramma werken de gezamenlijke overheden aan waterveiligheid, de zoetwaterbeschikbaarheid en aan ruimtelijke adaptatie. Dat laatste met als doel dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Recente inzichten in klimaatverandering maken de tijdige uitvoering van het Deltaprogramma nog urgenter en vragen op sommige punten extra inzet. Op Prinsjesdag 2017 is het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie verschenen als onderdeel van het Deltaprogramma 2018 met als doel om het proces van de ruimtelijke adaptatie te versnellen (bijlage bij Kamerstuk 34 775 J, nr. 4). Om dat te bereiken doen alle overheden de komende twee jaar stresstesten, bepalen zij hun ambities en stellen uitvoeringsprogramma’s op om de gevolgen van wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen zo veel mogelijk te beperken. Met de medeoverheden werk ik toe naar een bestuursakkoord over klimaatadaptatie medio 2018 om die versnelling aan te pakken.

Monitoring doelmatigheidswinst

In onze laaggelegen delta zijn voortdurend nieuwe maatregelen nodig om de veiligheid, bewoonbaarheid en volksgezondheid te garanderen. In het BAW is afgesproken om de kostenstijging als gevolg van de benodigde maatregelen zoveel mogelijk te beperken. De waterbeheerders en drinkwaterbedrijven streven daarom naar een doelmatigheidswinst die tot 2020 geleidelijk oploopt tot minimaal 750 miljoen euro per jaar ten opzichte van de prognose van de kostenontwikkeling in 2010.

Uit de monitoring van de financiële prestaties van de betreffende partijen blijkt dat in 2017 een doelmatigheidswinst is gerealiseerd van circa 770 miljoen euro ten opzichte van de prognose van de kostenontwikkeling in 2010. De kostenstijging wordt beperkt door intensievere samenwerking, interne besparingen, verbeterd asset management en gezamenlijke investerings(beslissing)en. Hierdoor ontwikkelen ook de heffingen voor burgers en bedrijven zich gematigder dan zonder het BAW het geval zou zijn. De komende jaren blijven we de doelmatigheidswinst monitoren om na te gaan of de doelmatigheidswinst boven de afgesproken waarde blijft. Ook de ontwikkeling van de geleverde prestaties blijft een belangrijk onderdeel in deze monitoring.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven