27 625 Waterbeleid

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2014

In antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu d.d. 28 mei 2014 geef ik u mijn reactie op de uitzendingen van Nieuwsuur en Eén Vandaag van 27 mei. Deze uitzendingen gingen over door bureau KWR uitgevoerd onderzoek met aangetroffen drugsresten in het riool. Deze brief is mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Het onderzoek van KWR is een vervolg op het in 2011 uitgevoerd onderzoek van het RIVM in samenwerking met KWR en andere Europese instituten: http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:26501&type=org&disposition=inline

Het nieuwe onderzoek van KWR geeft informatie over drugsresten aangetroffen in het influent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) in 3 Nederlandse steden (Amsterdam, Eindhoven en Utrecht). Deze gegevens kunnen niet direct vertaald worden naar de concentraties in het milieu omdat RWZI’s een deel van de stoffen zullen verwijderen of sterk in concentratie verlagen. Voor bereiding van drinkwater uit oppervlaktewater volgt extra zuivering.

Het RIVM onderzoek uit 2011 betrof drugsresten in oppervlaktewater en de effecten voor drinkwaterkwaliteit en ecologie. In dit onderzoek bleven de concentraties in oppervlaktewater ver onder de signaleringsparameter van 1 microgram/l voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater. De meeste van deze stoffen worden verwijderd of sterk in concentratie verlaagd tijdens de drinkwaterzuivering. Bij het RIVM onderzoek van 2011 zijn in het drinkwater uiteindelijk nog maar drie stoffen aangetroffen in zeer lage concentraties. Hiermee worden de door het RIVM afgeleide gezondheidskundige risiconormen voor drinkwater niet overschreden. Ook al wordt het risico voor de volksgezondheid via drinkwater verwaarloosbaar geacht, het aanwezig zijn van dit soort stoffen in drinkwaterbronnen en drinkwater is vanzelfsprekend ongewenst. In de nota Drinkwater heb ik ook gewezen op het belang van bescherming van de bronnen en nieuwe aandachtsgebieden voor de bewaking van de kwaliteit van het drinkwater. In het op te stellen uitvoeringsprogramma zal ik nadere invulling geven aan nog verdere verbetering van de borging van de kwaliteit van drinkwater. Ik zal de uitkomsten van het KWR-onderzoek hierbij meenemen.

Ook de ecologische relevantie bleek uit het RIVM onderzoek van 2011 beperkt te zijn. Naar aanleiding van het nieuwe KWR rapport zal ik het RIVM vragen om de ecologische relevantie opnieuw te bekijken. Op basis hiervan kan ik bepalen wat nodig is aan eventueel vervolgonderzoek, bijvoorbeeld als het gaat om lange termijn effecten op het milieu.

IenM voert een breed beleid voor het terugdringen van het vóórkomen van microverontreinigingen in het afvalwater, zoals geneesmiddelen, microplastics en biociden. Prioriteit ligt daarbij bij aanpak aan de bron. Waar het gaat om lozingen in het riool is in eerste instantie de gemeente dan wel provincie bevoegd gezag. Om te bezien in hoeverre drugsresten in het riool door druggebruik voorkomen kunnen worden zal contact worden opgenomen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met betrekking tot handhaving in relatie tot drugsproductie zal het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden benaderd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven