27 625 Waterbeleid

Nr. 288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2013

Hierbij doe ik u ter informatie toekomen verslagen van de drinkwaterbedrijven over het jaar 20111. Deze verslagen zijn aan mij toegezonden ter uitvoering van de Drinkwaterwet, die op 1 juli 2011 in werking is getreden. In artikel 12 van de Drinkwaterwet is bepaald dat de drinkwaterbedrijven een verslag aan mij uitbrengen over de kosten die zijn gehanteerd bij de vaststelling van de tarieven en het gerealiseerde bedrijfsresultaat. De drinkwaterbedrijven hebben daarom in 2012 verslag uitgebracht over het jaar 2011.

Op grond van artikel 11, tweede lid, mogen de drinkwaterbedrijven ten hoogste de vastgestelde vermogenskostenvoet hanteren bij de bepaling van het drinkwatertarief. De vermogenskostenvoet is voor het eerst vastgesteld voor het jaar 2012. Voor het jaar 2011 is de vermogenskostenvoet daarom niet relevant. Bovendien was op het moment dat de drinkwaterbedrijven hun tarieven vaststelden voor het jaar 2011 de Drinkwaterwet nog niet in werking getreden.

Aangezien de vermogenskostenvoet pas geldt voor het jaar 2012, is in een aantal verslagen bij het onderdeel toegestane vermogenskosten niets of «niet van toepassing» ingevuld. Bij een aantal andere verslagen zijn de maximaal toegestane vermogenskosten wel aangegeven, hoewel de vermogenskostenvoet niet geldt voor het jaar 2011.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. In verband met privacygevoelige informatie zullen de bijlagen niet elektronisch worden gepubliceerd.

Naar boven