De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat normoverschrijdingen voor chemische gewasbeschermingsmiddelen bij
de innamepunten van oppervlaktewater voor drinkwater regelmatig voorkomen;
overwegende dat de Tweede Kamer op 13 september 2011 een motie aannam waarin gevraagd
werd om een verbod op glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden;
overwegende dat staatssecretaris Atsma op 25 oktober 2011 aan de Kamer schreef dat
hij de motie zou uitvoeren en de motie zou interpreteren in bredere zin om zo het
niet-chemisch beheren van de openbare ruimte te bevorderen;
overwegende dat op 2 juli 2012 het Nederlands actieplan gewasbeschermingsmiddelen
werd gepubliceerd;
overwegende dat in dit NAP een verbod op onkruidbestrijdingsmiddelen wordt ingesteld
per 1 januari 2018;
overwegende dat alternatieven voor chemische gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar
zijn en de markt gebaat is bij duidelijkheid en een korte overgangstermijn;
overwegende dat de overgangstermijn genoemd in het NAP onnodig lang is;
verzoekt de regering, per 1 januari 2013 een verbod in te stellen voor particulieren
op het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat (o.a. in
Roundup) en per 1 januari 2015 een verbod in te stellen op chemische onkruidbestrijdingsmiddelen
ten behoeve van hel beheer van de openbare ruimte, zowel verhardingen als groenvoorzieningen,
en gaat over tot de orde van de dag.