27 625 Waterbeleid

Nr. 228 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2011

Op 1 juli 2001 is de Drinkwaterwet, samen met het Drinkwaterbesluit, de Drinkwaterregeling en de Regeling legionellapreventie, in werking getreden. De Drinkwaterregeling bevat onder meer algemene uitgangspunten voor de vaststelling de vermogenskostenvoet, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Drinkwaterwet, en de bepaling van de vermogenskosten. Voor het opstellen van de betreffende bepalingen is informeel advies ingewonnen bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Het betreft met name de artikelen 5 en 6 van de Drinkwaterregeling. De tekst van de Drinkwaterregeling zend ik u hierbij1. Eerder is afgesproken deze uitgangspunten, oorspronkelijk als beleidsregels, aan uw Kamer te zenden, alvorens deze vast te stellen. In het licht van deze afspraak heb ik besloten de betreffende artikelen op 1 oktober 2011 in werking te laten treden (zie artikel 23 van de Drinkwaterregeling). Dit is vóór de uiterste datum voor vaststelling van de vermogenskostenvoet die is opgenomen in de Drinkwaterwet, namelijk 1 november.

Bij de vaststelling van de vermogenskostenvoet zal een benadering worden gehanteerd die nauw aansluit bij de wijze waarop de NMa de zogenaamde Weighted Average Cost of Capital (WACC) bepaalt in het kader van de regulering van het beheer van energienetwerken. De hoogte van de vermogenskostenvoet zal worden gebaseerd op een analyse door onafhankelijke externe bureaus.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven