27 625 Waterbeleid

Nr. 170 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juli 2010

Hierbij informeer ik u over mijn besluit over de vergunningverlening voor een Waterkrachtcentrale te Borgharen.

In december 2009 heeft de voormalig Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat uw Kamer – naar aanleiding van de proef met de zogenoemde hevelvistrap (Kamerstuk 27 625, nr. 155) – laten weten dat er in samenspraak met de initiatiefnemer van de Waterkrachtcentrale wordt gekeken naar welke duurzame alternatieven mogelijk zijn. In de brief wordt gesteld dat de bekkenvistrap niet kan worden vervangen door een hevelvistrap, dat nader onderzoek nodig is en dat de vergunningverlener in gesprek blijft met initiatiefnemer om te zoeken naar een duurzame oplossing om een Waterkrachtcentrale bij Borgharen mogelijk te maken. Uw kamer heeft deze brief onlangs controversieel verklaard.

Op 7 april 2010 heeft de initiatiefnemer, de firma Arbra B.V. echter opnieuw een vergunningaanvraag voor de bouw van een Waterkrachtcentrale bij Borgharen ingediend. Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht moet ik uiterlijk binnen 6 maanden een definitief besluit over de aanvraag nemen.

De Algemene Wet Bestuursrecht, die het handhaven van wettelijke termijnen bij vergunningsprocedures verplicht stelt, noodzaakt mij om opvolging te geven aan deze juridische verplichting. Bij een niet tijdig besluit wordt in strijd met de wet gehandeld en bovendien kan de initiatiefnemer een dwangsom opleggen en door tussenkomst van de rechter besluitvorming afdwingen. Om binnen de wettelijke termijn van zes maanden te blijven ben ik genoodzaakt om de ontwerpbeschikking nu ter inzage te leggen om voldoende gelegenheid te houden voor een zorgvuldige procedure.

Om recht te doen aan de situatie, waarin enerzijds de wettelijke beslistermijn van zes maanden in acht moet worden genomen en anderzijds de controversieel verklaring door uw Kamer, is er de afgelopen maanden zorgvuldig gekeken naar mogelijke vervolgstappen en alternatieven. Deze uitvoerige afweging is de reden waarom ik uw Kamer op dit moment informeer over het vervolgtraject.

Vanzelfsprekend wordt bij het vervolgtraject zorgvuldig rekening gehouden met de huidige regelgeving en richtlijnen, onder andere op het gebied van milieu.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Naar boven