nr. 139
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2009
Aanleiding
Het kabinet concludeerde in de Watervisie in 2007 dat de Afsluitdijk toe
is aan een flinke opknapbeurt. Directe aanleiding daarvoor was dat bij de
toetsing van de Afsluitdijk bleek dat deze niet meer aan de wettelijk vereiste
norm voor veiligheid voldeed.
In de Watervisie schreef ik te willen onderzoeken in hoeverre die opknapbeurt
te combineren is met andere initiatieven, plannen of wensen, ofwel méér
doen met de Afsluitdijk. De veiligheid staat weliswaar voorop, maar mogelijk
is deze te combineren met duurzame energiewinning, transport over land en
water, recreatieve ontwikkelingen en natuurontwikkeling en/of visserij. De
gelegenheid om deze planvorming te integreren doet zich nu voor.
Vanuit deze ambitie heb ik de Afsluitdijk als icoon van een integraal
duurzaam waterbeleid aangemerkt.
Hierbij bied ik U de eindrapportage van de verkenning Toekomst Afsluitdijk «Dijk
en Meer» aan1. Deze brief beschrijft de
stand van zaken van het onderzoek en het vervolgproces.
Innovatieve verkenning
In 2008/2009 is samen met de provincies Noord-Holland en Fryslân
en de gemeenten Wieringen en Wûnseradiel een verkenning uitgevoerd.
De aanpak van deze verkenning is innovatief, met name omdat er vanuit
het Rijk voor gekozen is om niet zelf een ontwerp neer te leggen, maar zoveel
mogelijk gebruik te maken van de creativiteit en ideeën uit de markt
en kenniswereld.
Aan het bedrijfsleven is gevraagd integrale visies op de toekomst van
de Afsluitdijk te ontwikkelen en daarbij te zoeken naar creatieve combinaties
van basiseisen en extra ambities. Acht consortia, van meer dan 30 bedrijven,
hebben van de uitnodiging gebruik gemaakt.
De ideeën van acht consortia zijn o.a. voorgelegd aan de breed samengestelde
adviescommissie onder leiding van de heer drs. E. Nijpels. Op basis van het
advies van deze commissie heb ik samen met bovengenoemde partijen vier visies
geselecteerd.
Parallel aan het werk van de consortia heeft Rijkswaterstaat twee referentievarianten
op laten stellen, waarbij voornamelijk gekeken is naar het waarborgen van
de waterveiligheid.
Voor een gedetailleerde beschrijving verwijs ik naar de bijgevoegde eindrapportage
van de verkenning.
Vervolgproces
In de verlengde verkenning die ik nu zal starten, worden de vier visies
en twee referentiemodellen nader beoordeeld conform het nieuwe MIRT-spelregelkader.
Ik zal in 2010 de voorkeursbeslissing nemen voor de aanpak van de Afsluitdijk
op basis van bijgaande visies en varianten, waarna met voortvarendheid in
2011 de planstudie wordt afgerond en zo snel mogelijk daarna wordt gestart
met de uitvoering.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa