nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan richtlijn (EG) nr. 97/55
van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van
richtlijn nr. 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende
reclame te regelen (PbEG L 290).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
22 februari 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek
dient te worden aangepast aan richtlijn (EG) nr. 97/55 van het Europees Parlement
en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn nr. 84/450/EEG inzake
misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen (PbEG L
290);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van Afdeling 4, Titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek
wordt gewijzigd in Misleidende en vergelijkende reclame.
B
Artikel 194, onder j, vervalt. De puntkomma aan het slot van artikel 194,
onder i, wordt vervangen door een punt.
C
Na Artikel 194 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 194a
1. Onder vergelijkende reclame wordt verstaan elke vorm van reclame waarbij
een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten
uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd.
2. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op
voorwaarde dat deze:
a. niet misleidend is;
b. goederen of diensten vergelijkt die in dezelfde behoeften voorzien
of voor hetzelfde doel zijn bestemd;
c. op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare
en representatieve kenmerken van deze goederen en diensten, zoals de prijs,
met elkaar vergelijkt;
d. er niet toe leidt dat op de markt de adverteerder wordt verward met
een concurrent, of de merken, handelsnamen, andere onderscheidende kenmerken,
goederen of diensten van de adverteerder met die van een concurrent;
e. niet de goede naam schaadt van of zich niet kleinerend uitlaat over
de merken, handelsnamen, andere onderscheidende kenmerken, goederen, diensten,
activiteiten of omstandigheden van een concurrent;
f. voor producten met een benaming van oorsprong in elk geval betrekking
heeft op producten met dezelfde benaming;
g. geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van
een merk, handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent
dan wel van de oorsprongsbenamingen van concurrerende producten; en
h. niet goederen of diensten voorstelt als een imitatie of namaak van
goederen of diensten met een beschermd merk of beschermde handelsnaam.
3. Elke vergelijking die verwijst naar een speciale aanbieding, moet duidelijk
en ondubbelzinnig het einde en, zo de speciale aanbieding nog niet loopt,
het begin aangeven van de periode gedurende welke de speciale prijs of andere
specifieke voorwaarden gelden dan wel vermelden dat de speciale aanbieding
loopt zo lang de voorraad strekt of de diensten kunnen worden verleend.
D
Artikel 195 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:
1. Indien een vordering ingevolge artikel 194 of artikel 194a wordt ingesteld
tegen iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele
heeft bepaald of doen bepalen, rust op hem de bewijslast ter zake van de juistheid
of volledigheid van de feiten die in de mededeling zijn vervat of daardoor
worden gesuggereerd en waarop het beweerde misleidende karakter
van de mededeling berust onderscheidenlijk waarop de ongeoorloofdheid van
de vergelijkende reclame berust. Ingeval van vergelijkende reclame dient degene
die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald
of doen bepalen binnen korte termijn de bewijzen aan te dragen waarop de materiële
juistheid en volledigheid van de feitelijke gegevens in de reclame rust.
2. In het tweede lid wordt «na artikel 194» ingevoegd: en
artikel 194a.
E
Het eerste lid van artikel 196 komt als volgt te luiden:
1. Indien iemand door het openbaar maken of laten openbaar maken van een
in artikel 194 omschreven mededeling of een ongeoorloofde vergelijkende reclame
aan een ander schade heeft toegebracht of dreigt toe te brengen, kan de rechter
hem op vordering van die ander niet alleen het openbaar maken of laten openbaar
maken van zodanige mededeling of zodanige ongeoorloofde vergelijkende reclame
verbieden, maar ook hem laten veroordelen tot het op een door de rechter aangegeven
wijze openbaar maken of laten openbaar maken van een rectificatie van die
mededeling of die ongeoorloofde vergelijkende reclame.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,