27 603
Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol

nr. 68
MOTIE VAN DE LEDEN DUYVENDAK EN GERKENS

Voorgesteld 4 juli 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat het gebruik van de – niet in de PKB opgenomen – Oostbaan tot zeer veel overlast leidt voor de bewoners van met name Amsterdam;

overwegende dat de Luchtverkeersleiding met de gemeente Amsterdam heeft vastgelegd, de Oostbaan niet vaker te gebruiken dan 2% van het totaal aantal naderingen op alle banen, zoals gepubliceerd in Staatscourant 54 van 18 maart 1997;

overwegende, dat in de Aanwijzing luchtvaartterrein Schiphol en in het convenant tussen de gemeente Amsterdam, Schiphol en de LVNL uit 1996 de streefwaarde van 1% van het totale gebruik is opgenomen;

overwegende, dat de minister eerder aangaf, van de afspraak van 2% uit te zullen gaan en door middel van grenswaarden de geluidsbelasting te zullen limiteren (vragen van het lid Rosenmöller van 15 mei 2001);

overwegende, dat de minister op 25 juni aan de Eerste Kamer meldde dat de Oostbaan bij bepaalde storm gebruikt wordt en dat met de vijfde baan 80% van de huidige vluchten over Amsterdam zal worden afgeleid naar meer landelijk gebied;

constaterende, dat het besluit echter geen enkele beperking voor het baangebruik van de Oostbaan oplegt;

verzoekt de regering in het besluit expliciet op te nemen dat de Oostbaan slechts voor maximaal 2% van het totaal aantal naderingen op alle banen gebruikt mag worden, en wel indien exceptionele veiligheidsomstandigheden dit vereisen, en gaat over tot de orde van de dag.

Duyvendak

Gerkens

Naar boven