nr. 68
MOTIE VAN DE LEDEN DUYVENDAK EN GERKENS
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening, dat het gebruik van de – niet in de PKB opgenomen –
Oostbaan tot zeer veel overlast leidt voor de bewoners van met name Amsterdam;
overwegende dat de Luchtverkeersleiding met de gemeente Amsterdam heeft
vastgelegd, de Oostbaan niet vaker te gebruiken dan 2% van het totaal aantal
naderingen op alle banen, zoals gepubliceerd in Staatscourant 54 van 18 maart
1997;
overwegende, dat in de Aanwijzing luchtvaartterrein Schiphol en in het
convenant tussen de gemeente Amsterdam, Schiphol en de LVNL uit 1996 de streefwaarde
van 1% van het totale gebruik is opgenomen;
overwegende, dat de minister eerder aangaf, van de afspraak van 2% uit
te zullen gaan en door middel van grenswaarden de geluidsbelasting te zullen
limiteren (vragen van het lid Rosenmöller van 15 mei 2001);
overwegende, dat de minister op 25 juni aan de Eerste Kamer meldde dat
de Oostbaan bij bepaalde storm gebruikt wordt en dat met de vijfde baan 80%
van de huidige vluchten over Amsterdam zal worden afgeleid naar meer landelijk
gebied;
constaterende, dat het besluit echter geen enkele beperking voor het baangebruik
van de Oostbaan oplegt;
verzoekt de regering in het besluit expliciet op te nemen dat de Oostbaan
slechts voor maximaal 2% van het totaal aantal naderingen op alle banen gebruikt
mag worden, en wel indien exceptionele veiligheidsomstandigheden dit vereisen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Duyvendak
Gerkens