27 581 Grondbeleid

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2013

Met deze brief kom ik, mede namens mijn collega’s van Veiligheid en Justitie en de minister-president, tegemoet aan het verzoek van het lid Van Tongeren (GL) zoals dat is gedaan in het ordedebat van 20 december 2012 (Handelingen II 2012/2013, nr. 38, Regeling van werkzaamheden). Tevens ga ik in deze brief in op de vragen die de andere leden van uw Kamer tijdens dat debat hebben gesteld.

Mevrouw Van Tongeren (GL) geeft aan graag meer duidelijkheid te krijgen omtrent welke documenten wel en niet mee zijn genomen bij de Operatie Schoon Schip. Voor het uitvoeren van het onderzoek heeft het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland een onafhankelijke commissie ingesteld, die vrij was om de eigen werkwijze te bepalen. Om ervoor te zorgen dat de commissie haar werk goed kon doen, kreeg de commissie toegang tot de voor het onderzoek relevante (openbare en geheime) gegevens waarover de provincie beschikt. Daarnaast had de commissie de mogelijkheid om melders van mogelijke misstanden vertrouwelijk te spreken. In paragraaf 1.5 van het rapport «Ondernemend Bestuur» legt de commissie verantwoording af over de gehanteerde onderzoeksaanpak. Het onderzoek is gebaseerd op literatuurstudie, documentenonderzoek en interviews met personen die inzicht konden geven in de bestuurscultuur en de meldingen over (vermeende) onregelmatigheden.

De heer Schouw (D66) vraagt om een toelichting met betrekking tot de Operatie Schoon Schip en de ontwikkeling van het gebied rondom de Koninklijke Nederlandse Springstoffenfabriek (KNSF) in Muiden. In het rapport van de commissie Schoon Schip wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van het gebied rondom de KNSF als één van de casus in het licht van het thema geheimhouding.

Volgens de heer Van Gerven (SP) wordt dhr. Meijdam in verband gebracht met «een mogelijke schadeclaim van 267 miljoen euro, op te brengen door de gemeente Muiden, de provincie Noord-Holland of de landelijke overheid». Bij de ontwikkeling van het gebied rondom de KNSF is een schadeclaim ingediend door dhr. Visser, eigenaar van KNSF. Dhr. Visser stelt dat de gemeente Muiden de ontwikkeling van het gebied rondom de KNSF vertraagd heeft, waardoor hij miljoenen aan inkomsten is misgelopen. Op dit moment buigt een rechter zich over de zaak. De provincie is geen gedaagde partij in deze zaak, het betreft een aangelegenheid tussen dhr. Visser en de gemeente Muiden.

De heer Van Gerven vraagt zich verder af of er wat betreft dhr. Meijdam sprake is van belangenverstrengeling en of dhr. Meijdam van onbesproken gedrag is. Verder wil mevrouw Van Tongeren graag weten of een en ander gevolgen heeft voor de positie van dhr. Meijdam als voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Aangezien mij hieromtrent geen nieuwe feiten bekend zijn, verwijs ik voor het antwoord op deze vragen graag naar de brief die ik op 20 november 2012 naar uw Kamer heb gestuurd waarin ik antwoord geef op vragen van de leden Van Gerven en Bashir (SP) en van Tongeren over de publieke functies van de voorzitter van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven