27 575
Café-brand in Volendam

nr. 18
BRIEF VAN DE DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2002

Hiermee informeer ik u over het kabinetsbesluit naar aanleiding van het advies dat de Commissie Financiële Afwikkeling II (CFA II) heeft uitgebracht. De CFA II heeft de afgelopen maanden onder voorzitterschap van de heer J. van Lidth de Jeude onderzocht welke gevolgen de slachtoffers van de nieuwjaarsbrand hebben ondervonden. Vervolgens heeft de CFA II zich beraden op de wijze van tegemoetkoming voor deze getroffenen waarbij maatschappelijke solidariteit en rechtvaardigheid de belangrijkste uitgangspunten vormden. Het kabinet spreekt zijn waardering uit voor de wijze waarop de CFA II zich van haar taak heeft gekweten. Het rapport van de commissie doe ik u hierbij toekomen1. Het kabinet heeft met de aanbevelingen ingestemd.

1. Algemeen

Tijdens de behandeling op 3 oktober 2001 in de Tweede Kamer van het rapport van de Commissie onderzoek nieuwjaarsbrand Volendam (Cie. Alders) heeft de Kamer een motie van mevrouw Wagenaar c.s. aangenomen (Kamerstukken II, 2001–2002, 27 575 nr. 7).

Mede naar aanleiding van deze motie heb ik de Commissie financiële afwikkeling II (CFA II) verzocht het college van B&W van Edam-Volendam en mij te adviseren over de materiële schade en de materiële gevolgen van letselschade ten behoeve van de getroffenen van de nieuwjaarsbrand in Volendam.

De CFA Volendam stond onder het voorzitterschap van de heer drs J. van Lidth de Jeude, burgemeester van Deventer, en bestond voorts uit vertegenwoordigers van de gemeente Edam-Volendam, van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een onafhankelijk verzekeringsexpert. Daarnaast heeft de commissie zich laten adviseren door vertegenwoordigers van de Stichting slachtoffers nieuwjaarsbrand Volendam (SSNV), van het Advies- en informatiecentrum «Het Anker» en van de GG&GD Edam-Volendam als nieuwe adviserend leden.

2. De advisering

De commissie adviseert te komen tot:

1. een regeling tegemoetkoming in onverzekerde en onverzekerbare kosten;

2. de oprichting van een Centrum voor reïntegratie en nazorg;

3. een financiële tegemoetkoming ineens op basis van functionele invaliditeit.

Ad 1: Dit is een onkostenregeling zoals deze ook voor de slachtoffers van de vuurwerkramp Enschede is gemaakt. Het gaat om een tegemoetkoming voor niet uit anderen hoofde vergoede medische kosten, kosten van tandheelkundige hulp, reis- en verblijfkosten van naasten als gevolg van ziekenhuisbezoek aan de slachtoffers, kosten van gezinshulp, kinderopvang en kosten van studievertraging (school- en collegegeld).

Ad 2: Reïntegratie van de Volendamse slachtoffers in de maatschappij is een belangrijke doelstelling. Daartoe adviseert de CFA Volendam het thans bestaande Advies- en informatiecentrum «Het Anker» om te vormen tot het «Centrum voor reïntegratie en nazorg» (CRN). Dit centrum treedt niet in de plaats van bestaande organisaties zoals de CWI (centra voor werk en inkomen) en de UWV (uitvoeringsorganisatie voor werknemersverzekeringen), maar wordt het ene loket dat de slachtoffers helpt bij het verkrijgen van de juiste hulp (psycho-sociale zorg, somatische zorg, uitkeringen op basis van bestaande wet- en regelgeving, gezinshulp en werk). Het CRN heeft daarbij een regisserende en coördinerende rol.

Ad 3: Deze regeling voorziet, net als die voor Enschede is ontworpen, in een financiële tegemoetkoming ineens op basis van functionele invaliditeit. Als basiskapitaal waarvan een percentage wordt uitgekeerd stelt de CFA II Volendam voor € 150 000 vast te stellen (een functionele invaliditeit van 20% levert bij dat kapitaal een uitkering op van € 30 000). Het basisbedrag voor de slachtoffers van de vuurwerkramp is destijds conform het advies van de CFA Enschede vastgesteld op € 120 000.

3. De argumentatie van de CFA voor een specifieke regeling voor Volendam

De argumenten voor een hoger basisbedrag dan is vastgesteld voor Enschede zijn:

• Het toekomstperspectief van de getroffenen is ernstig verstoord, terwijl zij nog een heel leven voor de boeg hebben.

• De aard van hun lichamelijke (brandwonden) en psychische letsel brengt in de meeste gevallen een zeer langdurig herstelproces met zich. Een deel van hen zal levenslang medische en psycho-sociale zorg moeten ontvangen.

• Gezien de ernst van de handicaps is het in sommige gevallen de vraag of deze getroffenen in staat zullen zijn te werken en een inkomen te verwerven. Indien dit al mogelijk is, zal dat veelal op een lager niveau zijn dan zij vóór de ramp mochten verwachten. Door hun jonge leeftijd: de slachtoffers hebben een leeftijd tussen 15 en 24 jaar: hebben velen nog geen inkomen uit arbeid kunnen opbouwen. Zij missen hierdoor een basis om een zelfstandig economisch bestaan op te bouwen.

• Veel getroffenen zijn in hoge mate afhankelijk van hun omgeving (m.n. ouders). Deze basis zal eens wegvallen.

• De zorg bestaat dat deze jonge slachtoffers maatschappelijk en sociaal kunnen afglijden indien hun niet een extra stimulans wordt geboden (dit is thans in Göteborg aan de orde).

• Onduidelijk is met welke kosten en moeilijkheden de slachtoffers in de toekomst nog geconfronteerd zullen worden. Wel is evident dat aanpassing van de leefomgeving voor de getroffenen met zwaar lichamelijk letsel gedurende hun hele leven noodzakelijk is.

Een tegemoetkoming ineens:

• moet de getroffenen stimuleren de draad van het leven weer op te pakken en hen helpen bij het verder opbouwen van een toekomst;

• moet het verwerven van een zelfstandige positie in de maatschappij bevorderen.

De argumentatie van de CFA Volendam hangt derhalve ten nauwste samen met de specifieke kenmerken van de groep slachtoffers in Volendam. Met inachtneming van de basisuitgangspunten van de regeling voor de slachtoffers van de vuurwerkramp wordt maatwerk geleverd voor de slachtoffers in Volendam.

4. De kosten van de uitvoering van de adviezen

De kosten worden aldus geraamd:

1. regeling tegemoetkoming in onverzekerde en onverzekerbare bijkomende kosten: € 3,6 mln.

2. centrum voor reïntegratie en nazorg: € 5,0 mln over de periode 2002 tot en met 2006.

3. regeling eenmalige tegemoetkoming functionele invaliditeit: € 17,3 mln.

Voor de uitvoeringskosten wordt een bedrag geraamd van € 4,2 mln (20% van het totaal van 1. en 3.). Hiermee komen de kosten van de uitvoering van de adviezen van de CFA Volendam op € 30,1 mln. De kosten van de regelingen als zodanig worden geraamd op € 25,9 mln.

5. Tot besluit

De CFA Volendam heeft op dezelfde wijze geadviseerd als zij ten aanzien van de vuurwerkramp Enschede heeft gedaan. Dat wil zeggen dat zij geen concrete regelingen presenteert. De CFA Volendam heeft over de contouren van de op te stellen regelingen advies uitgebracht. De vaststelling van de regelingen zal kunnen geschieden door de gemeente Edam-Volendam. De feitelijke uitvoering van de regelingen kan plaatsvinden door een op te richten onafhankelijke instelling. Het kabinet heeft besloten de uitvoering van de adviezen van de CFA Volendam mogelijk te maken door daarvoor € 30,1 mln ter beschikking te stellen.

Deze terbeschikkingstelling van gelden van het Rijk heeft plaats uit oogpunt van maatschappelijke solidariteit met de slachtoffers, naast die welke de Nederlandse bevolking heeft betoond door gelden te storten op giro 800 van de Stichting slachtoffers nieuwjaarsbrand Volendam (SSNV) groot € 7,7 mln. De SSNV is voornemens om de door haar zelf verworven fondsen in te zetten binnen en naast de adviezen van de CFA Volendam.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven