27 573
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften teneinde een wettelijke grondslag te scheppen voor het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van nadere regels omtrent enkele werkzaamheden in het kader van de tenuitvoerlegging

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 21 februari 2001

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit voorstel van wet voldoende voorbereid.

Algemeen deel

De leden van de VVD-fractie hebben met waardering kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is een directe reactie op het advies van de Raad van State van 21 oktober 1999 inzake de wijziging van het Transactiebesluit 1994 in verband met de centrale inning van transactiegelden. Het doel van dit wetsvoorstel is om een grondslag te bieden voor het bij algemene maatregel van bestuur geven van voorschriften omtrent de inning van de transactiebedragen en omtrent het geven van een last tot tenuitvoerlegging van een bevel tot vrijheidsbeneming. Verder wordt in dit wetsvoorstel bepaald dat onder de kosten van verhaal de invorderingskosten zijn inbegrepen en dat de kosten van verhaal ten laste komen van de veroordeelde (wijziging artikel 575 Sv). De berekening van de vorderingskosten dient bij algemene maatregel van bestuur te worden vastgelegd in het Wetboek voor Strafvordering en de Wahv op basis van reële kosten.

De leden van de VVD-fractie stemmen op hoofdlijnen in met de inhoud van dit wetsvoorstel. Zij benadrukken in navolging van het advies van de Raad van State dat zij veel waarde hechten aan een definitieve regeling in plaats van een tijdelijke voorziening, zoals tot nu toe het geval wat betreft het geven van voorschriften bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

Door opneming van een nieuw vijfde lid in artikel 74 Sr komt het Transactiebesluit 1994 mede op dit artikel te rusten voor zover het regels geeft voor de uitvoering van de OM-transactie. In de memorie van toelichting wordt terecht aangegeven dat ook de overige in het Transactiebesluit vervatte regels, zoals die betreffende plaats, wijze en termijn van betaling en verantwoording van de ontvangen gelden, moeten worden beoordeeld op hun toepasbaarheid op de OM-transactie. Het wordt de leden van de VVD-fractie echter niet helemaal duidelijk waarom deze integrale wijziging van het Transactiebesluit 1994 niet tegelijkertijd met de nu voorgestelde wijzigingen wordt doorgevoerd. Op welke termijn kunnen deze leden deze integrale wijziging van het Transactiebesluit 1994 verwachten?

Wat betreft de werkzaamheden die het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) ten behoeve van de executie van vonnissen verricht, ligt het volledig in de lijn van de gevolgde procedure bij de werkzaamheden van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) om deze werkzaamheden in een algemene maatregel van bestuur vast te leggen. Zolang het uitgangspunt behouden blijft dat het openbaar ministerie verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van beslissingen van de strafrechter (deze garantie wordt in dit wetsvoorstel gegeven), zien de leden van de VVD-fractie geen onoverkomelijke bezwaren tegen dit deel van het wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de VVD kunnen tevens instemmen met de wijziging omtrent de kosten van verhaal, aangezien deze het gevolg is van veranderende omstandigheden. Deze wijziging is geheel conform de oorspronkelijke bedoelingen van de wet en volgens de leden van de VVD-fractie moet dit ook zo blijven.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Swildens-Rozendaal

De griffier voor dit verslag,

Fenijn


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Rouvoet (RPF), Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), Dittrich (D66), ondervoorzitter, O. P. G. Vos (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Weekers (VVD), Wijn (CDA), Van der Staaij (SGP), Ross-van Dorp (CDA), Patijn (VVD), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GL).

Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Arib (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Schutte (GPV), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Passtoors (VVD), Hoekema (D66), Van den Doel (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), De Vries (VVD), Eurlings (CDA), Van Walsem (D66), Buijs (CDA), Rijpstra (VVD), Van Baalen (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks).

Naar boven