nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften teneinde een wettelijke grondslag te scheppen
voor het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van nadere
regels omtrent enkele werkzaamheden in het kader van de tenuitvoerlegging.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
2 januari 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijke
grondslag te scheppen voor het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
stellen van nadere regels omtrent de uitoefening van de transactiebevoegdheid
en omtrent de tenuitvoerlegging van bevelen tot vrijheidsbeneming en van veroordelende
vonnissen en arresten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 74, zoals dit luidt indien het bij koninklijke boodschap van
27 juli 1998 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van
Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent
de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (taakstraffen) (26 114)
tot wet is verheven en die wet in werking is getreden, wordt een lid toegevoegd,
luidende:
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften
gegeven omtrent de nakoming van de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid,
onderdeel a. Deze voorschriften hebben in ieder geval betrekking op de plaats
en wijze van betaling van de geldsom, de termijn waarbinnen die betaling moet
zijn geschied en de verantwoording van de ontvangen geldbedragen. Bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent
de nakoming van de overige in het tweede lid bedoelde voorwaarden.
B
Artikel 74c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: Bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent de plaats
en wijze van betaling en de termijn waarbinnen de betaling moet zijn geschied.
2. In het vijfde lid wordt «Bij algemene maatregel van bestuur»
vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
ARTIKEL II
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 564 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften
worden gegeven omtrent het geven van een last als bedoeld in het eerste lid.
B
Artikel 572, tweede lid, komt te luiden:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent de tenuitvoerlegging
voorschriften gegeven. Deze voorschriften hebben in ieder geval betrekking
op de plaats en wijze van betaling van de geldboeten en de maatregelen, bedoeld
in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, de termijn waarbinnen die betaling
moet zijn geschied, de verantwoording van de ontvangen geldbedragen, alsmede
op de kosten van verhaal, de invorderingskosten daaronder begrepen.
C
Aan artikel 575 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De kosten van het verhaal krachtens dit artikel worden op gelijke voet
als de geldboete, onderscheidenlijk de maatregel van artikel 36f van het Wetboek
van Strafrecht, verhaald op de veroordeelde. Onder de kosten van het verhaal
zijn begrepen de invorderingskosten.
ARTIKEL III
De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, zoals
deze luidt indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1992 ingediende
voorstel van wet houdende de Gerechtsdeurwaarderswet (22 775) tot wet
is verheven en die wet in werking is getreden, wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent de inning
voorschriften gegeven. Deze voorschriften hebben in ieder geval betrekking
op de plaats en wijze van betaling van de administratieve sanctie, de verantwoording
van de ontvangen geldbedragen, alsmede op de kosten van verhaal, de invorderingskosten
daaronder begrepen.
B
De laatste volzin van artikel 26, negende lid, vervalt.
C
De laatste volzin van artikel 27, achtste lid, komt als volgt te luiden:
Onder de kosten van het verhaal zijn begrepen de invorderingskosten.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,